nr. 77
AMENDEMENT VAN HET LID VERGEER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 541
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 6 wordt vervangen door:
Artikel 6
1. De inburgeringsplichtige verwerft mondelinge en schriftelijke
vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld omtrent het niveau van de kennis en vaardigheden, bedoeld in het eerste
lid, waarbij voor verschillende categorieën inburgeringsplichtigen verschillende
niveaus kunnen worden vastgesteld.
II
Artikel 24 wordt vervangen door:
Artikel 24
Het college bepaalt voor de oudkomer de dag waarop de in artikel16, eerste
lid, bedoelde termijn aanvangt.
III
Artikel 29 vervalt.
IV
Artikel 30 vervalt.
V
Artikel 31 vervalt.
VI
Artikel 32, onderdeel d, vervalt.
De puntkomma aan het slot van onderdeel c wordt gewijzigd in een punt.
VII
In artikel 39, eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 28, 29 en
31» vervangen door: artikel 28.
VIII
In artikel 40, eerste lid, wordt «de artikelen 28, 29 en 31»
vervangen door: artikel 28.
IX
In artikel 41, vierde lid, aanhef, wordt «de artikelen 28, 29 en
31» vervangen door: artikel 28.
Toelichting
Dit amendement beoogt de verplichting om te slagen te laten vervallen;
wel blijft de verplichting bestaan om te leren (in te burgeren). Leerplicht
in plaats van slaagplicht is als positieve discriminatie niet in strijd met
internationale bepalingen. Leerplicht bevordert daarnaast het behalen van
een hoger niveau. Het zeer lage verplicht te behalen niveau – ingegeven
door de wens om de drempel bij een slaagplicht niet te hoog te maken –
strookt niet met het doel van de inburgering: voldoende kennis van de Nederlandse
taal en samenleving om volwaardige participatie mogelijk te maken. In dit
amendement is de plicht om het inburgeringsexamen te behalen geschrapt uit
artikel 6; de wijziging in artikel 24 hangt hiermee samen.
De boete op niet slagen is bovendien niet functioneel. Gemeenten kunnen
ontheffingen verlenen. Ook mogen cursisten die voldoen aan de deelname-eisen
van de cursus niet beboet worden voor zakken. Hierdoor zal de slaagplicht
in de praktijk nauwelijks via boetes gehandhaafd worden en bestaat er in feite
slechts een inspanningsverplichting. Dit amendement laat de bestuurlijke boete
wegens het niet behalen van het examen vervallen (artikelen 29, 30 en 31).
Vergeer