30 308
Regels inzake inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering)

nr. 56
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2006

Het Presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de algemene commissie voor het Integratiebeleid om instemming van de Kamer te vragen met het verzoek aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie om het wetsvoorstel Wet inburgering (30 308) ter advisering aan de Raad van State voor te leggen (zie bijlage).

Het gaat hierbij met name om het oordeel van de Raad over de mogelijke discriminatoire uitwerking van artikel 3 van dit wetsvoorstel.

Het Presidium stelt u voor in te stemmen met dit verzoek.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

F. W. Weisglas

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

BIJLAGE

Aan het Presidium

Den Haag, 14 juni 2006

In de procedurevergadering van de algemene commissie voor het Integratiebeleid van vandaag heeft de commissie besloten dat zij graag een nader oordeel van de Raad van State zou willen vragen over het gewijzigde wetsvoorstel Wet Inburgering (30 308). De commissie is vooral geïnteresseerd in het oordeel van de Raad over de mogelijke discriminatoire uitwerking van artikel 3 van het wetsvoorstel.

De commissie wil u vragen haar voorstel voor te leggen aan de Kamer en daarover op korte termijn te beslissen.

De griffier van de algemene commissie voor het Integratiebeleid,

Beuker

Naar boven