30 308
Regels inzake inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering)

nr. 52
MOTIE VAN HET LID VERGEER

Voorgesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 12 juni 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat inburgering van zeer groot belang is voor de integratie van migranten in de Nederlandse maatschappij;

van mening, dat het in het belang is van oudkomers om onder de inburgeringsplicht te vallen;

van mening, dat de inburgeringsplicht voor oudkomers moet worden opgevat als een recht op onderwijs;

van mening, dat het zeer lage verplicht te behalen niveau – ingegeven door de wens om de drempel bij een slaagplicht niet te hoog te maken – niet strookt met het doel van de inburgering: voldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving om volwaardige participatie mogelijk te maken;

van mening, dat bij een slaagplicht de boete op zakken alleen kan worden opgelegd bij aantoonbare verwijtbaarheid;

van mening, dat het nakomen van de eisen die de cursussen stellen verwijtbaarheid uitsluit, waardoor de slaagplicht in de praktijk nauwelijks via boetes gehandhaafd zal worden;

verzoekt de regering de resultaatverplichting te vervangen door een inspanningsverplichting,

en gaat over tot de orde van de dag.

Vergeer

Naar boven