nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. oudkomer: de vreemdeling die sedert het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8, onderdelen
a tot en met e, dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000 en die op grond van
de artikelen 2 en 4 inburgeringsplichtig wordt, voor zover die vreemdeling
op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen nieuwkomer
was in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers;
II
Artikel 3 vervalt.
III
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 2 en 3»
vervangen door: artikel 2.
B. In het tweede lid vervalt onderdeel b.
IV
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt.
Eveneens vervallen in dit lid de dubbele punt aan het slot van de aanhef
en de aanduiding «b.»
B. Het tweede lid vervalt.
C. Het derde lid vervalt.
D. Het zesde lid vervalt.
V
Artikel 18 vervalt.
VI
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het eerste lid vervalt.
B. Het tweede lid vervalt.
C. Het derde lid vervalt.
VII
Artikel 23, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel b vervalt.
B. Onderdeel c vervalt.
VIII
Artikel 35 vervalt.
IX
Artikel 42 vervalt.
Toelichting
Met dit amendement wordt de ongelijke behandeling van Nederlanders onderling
en tussen Nederlanders en EU-burgers uit de wet gehaald. Met dit amendement
wordt gehoor gegeven aan de juridische adviezen van onder meer de Raad van
State en de Commissie Gelijke behandeling terzake. Artikel 3 bracht op het
principiële punt van gelijke behandeling grote spanning mee met het Europees
verdrag inzake nationaliteit (artikel 5 lid 2) en het EVRM (artikel 14) en
zou daarmee grote risico’s inhouden voor de houdbaarheid van de wet.
Dit amendement moet in samenhang worden bezien met de amendementen waarin
een plicht tot het leren van Nederlands wordt geïntroduceerd voor enkele
specifieke groepen ingezetenen zoals arbeidsplichtige uitkeringsgrechtigden
voor wie een gebrekkige beheersing van het Nederlands een belemmering vormt
voor toetreding tot de arbeidsmarkt.
Dijsselbloem