30 240 Immigratie- en Naturalisatiedienst

Nr. 19 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 mei 2010

De commissie voor de Rijksuitgaven1 en de vaste commissie voor Justitie2 hebben een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Justitie over de brief van 25 maart 2010 inzake het rapport van de Algemene Rekenkamer «Immigratie- en Naturalisatiedienst; Terugblik 2010» (Kamerstuk 30 240, nr. 18)

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 mei 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter

Aptroot

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-Van der Meer

Adjunct-griffier

Van de Wiel

1

Waarom wordt in de begroting van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) niet meer rekening gehouden met financiële tegenvallers ten gevolge van autonome groei?

De IND stelt jaarlijks een begroting op die aansluit op de vastgestelde budgettaire kaders. De begroting wordt daarbij gebaseerd op de ketenbrede instroom, productieverwachtingen en de vastgestelde IND-kostprijzen.

2

Hoe beoordeelt u de effectiviteit en uitvoerbaarheid van de voorstellen van de Algemene Rekenkamer uit 2005 respectievelijk 2010?

De voorstellen van de Algemene Rekenkamer uit het verzoekonderzoek van 2005 zijn goed uitvoerbaar gebleken. De voorstellen gaven de IND de benodigde handvatten om een grootschalig verbeter- en vernieuwingsprogramma uit te voeren. Dit programma is effectief gebleken. Er is immers – zoals de Algemene Rekenkamer ook constateert in het terugblikrapport – veel verbeterd bij de IND. In het terugblikrapport signaleert de Algemene Rekenkamer een aantal risico’s en knelpunten dat nog aandacht behoeft. In de bestuurlijke reactie op het rapport wordt op deze risico’s en knelpunten ingegaan en daarnaast worden enkele maatregelen benoemd. Deze maatregelen zullen naar verwachting een positief effect hebben op de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde risico’s en knelpunten.

3

Deelt u de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat de IND nog geen stabiele organisatie is?

De Algemene Rekenkamer trekt deze conclusie niet. De Algemene Rekenkamer concludeert dat het functioneren van de IND is verbeterd, maar dat nog niet alle door de IND met de maatregelen beoogde doelstellingen zijn bereikt.

De IND is een stabiele organisatie geworden omdat de IND belangrijke knelpunten in de bedrijfsvoering heeft opgelost, zoals behandeltijden, het in gang zetten van een efficiënter productieproces met INDIGO en de focus op klantgerichtheid. De risico’s en knelpunten die door de ARK in het terugblikrapport onder de aandacht worden gebracht staan met voldoende gewicht op de agenda.

4

Heeft het Ministerie van Justitie prestatieafspraken gemaakt met de IND? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en welke gevolgen worden verbonden aan het niet halen van deze prestatieafspraken?

Jaarlijks wordt in het kader van de Planningen Controlcyclus het jaarplan opgesteld voor het daaropvolgende uitvoeringsjaar. Gedurende het uitvoeringsjaar wordt periodiek verantwoording afgelegd over de voortgang op de prestatieafspraken. Na afloop van het jaar wordt het jaarverslag opgesteld. Daarbij zijn de regels voor de verantwoording van Baten- en Lastendiensten van toepassing.

5

Kunt u bevestigen dat de IND in geen geval onterecht vergunningen heeft verstrekt ondanks dat de communicatie en informatievoorziening niet op orde is? Zo nee, in hoeveel gevallen heeft de IND uiteindelijk onterecht vergunningen verstrekt?

Alle verblijfsaanvragen worden door de IND individueel op alle relevante wet- en regelgeving beoordeeld. Gelet op de hoeveelheid verblijfsaanvragen die de IND behandelt, èn de omvang en complexiteit van de regelgeving waaraan de aanvragen moeten worden getoetst, valt nimmer uit te sluiten dat een verblijfsvergunning ten onrechte wordt afgegeven of ten onrechte wordt onthouden. Indien blijkt dat een vergunning ten onrechte is verleend, kan, indien dit aan de vreemdeling is te wijten, de vergunning (of de MVV) worden ingetrokken. Van deze bevoegdheid zal steeds gebruik worden gemaakt. Metingen met het huidige kwaliteitssysteem laten zien dat onterechte inwilligingen slechts incidenteel voorkomt.

6

Door welke oorzaken worden de meeste bezwaarzaken nog steeds niet binnen de wettelijke termijn afgehandeld?

In bezwaar vindt een volledige heroverweging plaats. Hierbij kunnen ook nieuwe ontwikkelingen (zoals nieuwe documenten of benodigd medisch onderzoek) worden meegenomen. De bezwaarprocedure wordt door de aanvrager vaak gebruikt om met geactualiseerde gegevens te komen. De zorgvuldigheid gebiedt om deze alsnog te (laten) onderzoeken. Op dit moment geldt de beslistermijn in bezwaar zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet Dwangsom. De gedachte achter deze beslistermijn in bezwaar is dat na het onderzoek in eerste aanleg de behandeling van het bezwaar sneller kan worden gedaan. Dit gaat echter lang niet altijd op in het Reguliere vreemdelingenrecht. Daarom is thans een wetsvoorstel ingediend om de beslistermijn bij bezwaar betreffende Reguliere verblijfsaanvragen te verlengen naar 19 weken.

7

Kunt u in een tabel uiteenzetten hoeveel bezwaren zijn ingediend per jaar in de periode 2000- 2009? Kunt u in dezelfde tabel aangeven welk percentage van deze bezwaren werd ingewilligd, welk percentage beroep heeft aangetekend, welk percentage van deze beroepen werd ingewilligd, welk percentage in hoger beroep is gegaan en welk percentage van de oorspronkelijke negatieve c.q. positieve beslissingen stand heeft gehouden?

In 2004 is er een overdracht van taken van de Vreemdelingenpolitie naar de IND geweest. Voor deze taakoverdracht werd een belangrijk deel van de Reguliere procedures behandeld door de Vreemdelingenpolitie. Het is daarom niet mogelijk om vergelijkbare cijfers over de jaren vóór 2005 te leveren. Vanaf 2005 zijn de cijfers in onderstaande tabellen weergegeven.

 

Aanbod Bezwaar MVV

Produktie Bezwaar MVV

Inwilligings% Bezwaar MVV

Aanbod Bezwaar VVR

Produktie Bezwaar VVR

Inwilligings% Bezwaar VVR

2005

4.730

4.070

40%

21.730

20.940

27%

2006

4.060

4.160

45%

19.370

13.150

30%

2007

2.240

3.070

45%

15.090

22.440

23%

2008

1.840

1.760

42%

11.200

11.190

30%

2009

1.570

1.560

37%

10.930

11.620

30%

Bron: 2005 t/m 2007 Paarse Boek; 2008 t/m 2009 M3.

 

Aanbod beroep

Productie beroep

% gegrond verklaringen

Aanbod Hoger Beroep

Productie Hoger Beroep

% gegrond IND*

% ongegrond vreemdeling**

2005

10.910

14.060

22%

1.500

1.380

81%

94%

2006

10.910

9.810

23%

1.490

1.550

89%

94%

2007

10.150

11.000

22%

1.200

1.240

88%

90%

2008

8.060

8.750

18%

1.190

990

63%

90%

2009

7.990

6.740

18%

1.120

1.040

68%

88%

Bron: 2005 t/m 2007 Paarse Boek; 2008 t/m 2009 M3; Hoger Beroep uit MIRO.

* Dit betreft het percentage gegrond van het hoger beroep dat door de IND is ingesteld.

** Dit betreft het percentage ongegrond van het hoger beroep dat door de vreemdeling is ingesteld.

8

Kunt u uiteenzetten hoe de Wet Dwangsom zich verhoudt tot de IND? Wanneer wordt de Wet Dwangsom van kracht op de IND? Wat zijn de mogelijke boetes? Hoeveel zaken zouden thans in aanmerking komen voor de Wet Dwangsom procedure?

De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen geeft de burger de mogelijkheid om een bestuursorgaan in gebreke te stellen als deze niet binnen de wettelijke of redelijke termijn beslist. Als het bestuursorgaan niet binnen twee weken na ontvangst van een terecht ingestuurde ingebrekestelling daarvan alsnog een beslissing neemt, verbindt de Wet dwangsom daaraan twee gevolgen:

  • 1. De burger kan direct beroep instellen bij de rechtbank;

  • 2. De dwangsom begint automatisch te lopen.

De onder 1 genoemde regeling is op 1 oktober 2009 voor de IND in werking getreden. De onder 2 genoemde dwangsomregeling treedt voor de IND voor beschikkingen genomen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en het Soeverein Besluit van 12 december 1813 in werking op 1 oktober 2012.

De onder 2 genoemde dwangsomregeling is overigens voor naturalisatieprocedures, schadeprocedures met betrekking tot naturalisatieprocedures, Wob- en Wbp-procedures wel per 1 oktober 2009 in werking getreden.

De hoogte van de rechterlijke dwangsom wordt bepaald door de rechtbank. Uit jurisprudentie blijkt dat rechtbanken in de regel een dwangsom van € 100,– per dag opleggen, met een maximum van € 15 000,–. De hoogte van de automatische dwangsom is vastgelegd in de Wet dwangsom. Deze loopt ten hoogste 42 dagen en bedraagt maximaal € 1 260,–.

Op 31 maart 2010 waren er 294 Reguliere procedures waarin nog niet is beslist, terwijl de wettelijke beslistermijn is verstreken. Bij deze procedures kan een ingebrekestelling worden ingediend. Als de IND daar niet adequaat op reageert, kan de aanvrager daarover een beroep indienen bij de rechter. Indien de IND dan tot een dwangsom wordt veroordeeld en niet binnen de door de rechter bepaalde termijn beslist, wordt de dwangsom van kracht.

9

Kunt u uiteenzetten waarom de IND niet in staat is 68% van de «beslissingen op bezwaar Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV)» en 85% van de «beslissingen op bezwaar Verblijfsvergunning Regulier (VVR)» en verlenging binnen de wettelijke termijn af te handelen?

Zie het antwoord op vraag 6.

10

Kunt u toelichten hoe de doorlooptijden zich verhouden tot de gemiddelde doorlooptijd «Bezwaar MVV» en »Bezwaar VVR en verlenging»? Is er sprake van veel «outliers»? Kunt u deze gegevens grafisch weergeven?

In 2009 zijn er 11.620 VVR bezwaarschriften afgehandeld. De gemiddelde behandelduur van deze bezwaarschriften was 26 weken. De spreiding van de behandelduur was als volgt.

Korter of gelijk aan 12 weken 33%

Langer dan 12 weken maar korter of gelijk aan 26 weken 34%

Langer dan 26 weken 33%

In 2009 zijn er 1.560 MVV bezwaarschriften afgehandeld. De gemiddelde behandelduur van deze bezwaarschriften was 24 weken. De spreiding van de behandelduur was als volgt.

Korter of gelijk aan 12 weken 38%

Langer dan 12 weken maar korter of gelijk aan 24 weken 27%

Langer dan 24 weken 35%

11

Kunt u het aantal bezwaren, beroepen en hoger beroepen onderverdelen naar verblijfsgrond? Kunt u tevens uiteenzetten welk percentage per verblijfsgrond bezwaar aantekent of in beroep c.q. hoger beroep gaat?

In de IND-systemen wordt de verblijfsgrond van de oorspronkelijke aanvraag niet apart geregistreerd bij bezwaren, beroepen en hoger beroepen. De verdeling van de verblijfsgronden kan ook niet betrouwbaar worden afgeleid.

12

Hoeveel aanvragers hebben sinds 1 oktober 2009 de IND in gebreke gesteld op grond van het overschrijden van de wettelijke beslistermijn?

In de periode 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2010 zijn er 220 ingebrekestellingen betreffende lopende Reguliere procedures door de IND ontvangen.

13

Hoeveel van de 597 aanvragen of bezwaarschriften die op 30 november 2009 openstonden zijn inmiddels afgehandeld?

Van de 597 zaken die per 30 november 2009 in behandeling waren terwijl de wettelijke termijn was verstreken, zijn inmiddels 445 zaken afgehandeld (peildatum 14 april 2010). De 152 zaken die nog niet volledig zijn afgehandeld, betreffen onder meer zaken waarin een verzoek om uitstel vertrek is gedaan en bezwaarzaken waarin de termijn met schriftelijke toestemming van de aanvrager is verlengd.

14

Kunt u uiteenzetten hoeveel van deze aanvragen of bezwaarschriften zijn ingewilligd, dan wel gegrond zijn verklaard?

Van de 597 zaken die per 30 november 2009 in behandeling waren, terwijl de wettelijke termijn was verstreken, zijn inmiddels 445 zaken afgehandeld (peildatum 14 april 2010). Van deze 445 zaken die per 14 april 2010 zijn afgehandeld zijn er 145 ingewilligd dan wel gegrond verklaard.

15

Welk percentage van de «beslissingen op bezwaar MVV» en «beslissingen op bezwaar VVR en verlenging» werden in 2009 niet binnen een termijn van 19 weken genomen?

In 2009 werd van de MVV bezwaren 37% niet binnen 19 weken afgedaan, van de VVR bezwaren werd 49% niet binnen 19 weken afgedaan. Deze percentages hebben enkel betrekking op de feitelijke doorlooptijd van de afgehandelde zaken. In een deel van de zaken wordt nader onderzoek ingesteld, waardoor de wettelijke behandeltermijn wordt verlengd.

16

Heeft de IND sinds 30 november 2009 dwangsommen op grond van de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moeten betalen en zo ja, voor welk bedrag?

Tot en met 31 maart 2010 heeft er geen enkele betaling van een dwangsom plaatsgevonden op grond van de Wet Dwangsom die per 1 oktober 2009 in werking is getreden.

17

Welke concrete beleidsmatige gevolgen worden verbonden aan het gegeven dat zowel de IND als de DT&V de relatie met de ketenpartners (nog steeds) als belangrijk risico voor het eigen functioneren ziet?

De IND en DT&V functioneren onder andere met partners als politie, Koninklijke Marechaussee, Centraal Orgaan opvang Asielzoekers en de Dienst Justitiële Inrichtingen in de vreemdelingenketen. Omdat de output van de één de input is van de ander, zijn en blijven deze partners onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze verbondenheid draagt ook een risico in zich mee. Om deze risico’s te beperken, wordt er zowel vanuit het Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken (DGWIAV) van het Ministerie van Justitie als door de ketenpartners onderling veel aandacht besteed aan ketensturing en -samenwerking. Concrete voorbeelden hiervan zijn:

  • Ondersteuning van de ketencommunicatie door middel van de exploitatie van de BVV;

  • de ontwikkeling van een nieuw besturingsmodel voor de vreemdelingenketen3;

  • het onderhouden van een intensieve overlegstructuur op verschillende niveaus;

  • de vele samenwerkingsafspraken tussen de ketenpartners onderling en de verticale afspraken met het DGWIAV.

18

Kunt u aangeven waarom het Directoraat-generaal Wetgeving Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken (DGWIAV) geen jaarplanaanschrijving voor 2010 heeft doen uitgaan?

Binnen Justitie is er een justitiebrede jaarplanaanschrijving opgesteld door concerncontrol: DFEZ. Deze aanschrijving is afgestemd met alle Directoraten en ondersteunende stafdiensten en is compleet en inhoudsvol voor wat betreft de vooruitblik op het opvolgende jaar en de bijbehorende planningsgegevens. De handhaving en opvolging van deze jaarplanvereisten zijn binnen DGWIAV voorop gesteld bij de op te leveren jaarplannen. Daarom is geen separate jaarplanaanschrijving naast die van Justitie uitgegaan. Met ingang van 1 januari 2009 heeft de DG een eigen DG control die de specifieke aandachtspunten en risico’s voor de DG kan onderkennen en namens de DG kan vragen daarover te rapporteren.

19

Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met de conclusie «Uit het jaarplan 2009 blijkt dat de IND de samenwerking en de sturing van de keten als een van de belangrijkste risico’s ziet voor zijn functioneren»?

Zie het antwoord op vraag 17.

20

Kan van het feit dat de IND «de samenwerking en de sturing van de keten» als een van de belangrijkste risico’s voor haar functioneren ziet, worden afgeleid dat de IND het functioneren van de voormalig staatssecretaris (die immers verantwoordelijk was voor de keten als geheel) als grootste risico ziet?

Dat de IND «de samenwerking en de sturing van de keten» als een van de belangrijkste risico’s voor haar functioneren ziet, is door de toenmalig Staatssecretaris onderkend. Mede gelet hierop zijn onder de verantwoordelijkheid van de toenmalig Staatssecretaris de in het antwoord op vraag 17 genoemde maatregelen genomen.

21

Waarom heeft de Tweede Kamer de in augustus 2007 toegezegde brief inzake het verloop en de afronding van de implementatie van het besturingsmodel nog niet ontvangen?

De toenmalig Staatssecretaris van Justitie heeft in augustus 2007 toegezegd dat zij te zijner tijd de Tweede Kamer over het verloop en de afronding van het implementatietraject besturingsmodel zou informeren. Sindsdien wordt het besturingsmodel op onderdelen uitgevoerd. Daarnaast is geïnvesteerd in het doorontwikkelen en het beleggen van de sturingsinstrumenten binnen de Directie Migratiebeleid, die per 1 januari 2009 is opgericht.

Via de Rapportage Vreemdelingenketen over de eerste helft van 2010 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de afronding van de implementatie.

22

Wordt overwogen om taken van de Koninklijke Marechaussee, Vreemdelingenpolitie en Zeehavenpolitie over te hevelen naar IND en/of de Dienst Terugkeer & Vertrek van het Ministerie van Justitie?

Er wordt niet overwogen om taken van de Koninklijke Marechaussee, Vreemdelingenpolitie en Zeehavenpolitie over te hevelen naar IND en/of de Dienst Terugkeer & Vertrek van het Ministerie van Justitie. Wel is er in het kader van de brede heroverwegingen door werkgroep 14 Asiel, Migratie en Integratie een verkenning gedaan naar de mogelijkheden van ketenverkorting4.

23

Kunt u in een tabel uiteenzetten wat de daadwerkelijke kosten zijn per aanvraag per verblijfsgrond? Kunt u in dezelfde tabel opnemen wat de leges zijn per aanvraag per verblijfsgrond? Kunt u tot slot in deze tabel opnemen wat de gemiddelde kosten zijn aan bezwaar en beroep per aanvraag per verblijfsgrond?

Jaarlijks wordt berekend hoeveel de behandeling van aanvragen voor verblijfsvergunningen in het afgelopen jaar gekost heeft. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar de belangrijkste productsoorten van de IND. Voor deze productsoorten wordt een gemiddelde daadwerkelijke kostprijs per aanvraag berekend. De onderscheiden productsoorten omvatten een reeks van soorten aanvragen die naar hun aard verschillend zijn in die zin dat per soort de omvang van de benodigde werkzaamheden om de betreffende aanvraag te behandelen uiteenlopen. Daardoor lopen de daadwerkelijke kosten voor de verschillende productsoorten eveneens uiteen. Daarnaast zijn de leges van enkele producten op meer politieke afwegingen gestoeld, zoals uitwisselingsstudenten.

De daadwerkelijke gemiddelde kosten per aanvraag in 2008 waren € 635 voor een MVV, € 862 voor een VVR bepaalde tijd zonder MVV, € 539 voor een VVR bepaalde tijd met MVV, € 217 voor een VVR bepaalde tijd vervolg en overig, € 516 voor een Bewijs van rechtmatig verblijf EU/EER, € 266 voor een Visum, € 1.595 voor een bezwaar MVV, € 2.459 voor een bezwaar VVR en € 1.347 voor een Beroep/Hoger Beroep. De gemiddelde kosten voor bezwaar en beroep worden in de opbouw van de kostprijzen niet verbijzonderd naar verblijfsgrond.

Machtiging tot voorlopig verblijf (mvv)

huidig legestarief

MVV

 

Voor verblijf bij een familie- of gezinslid

€ 830

– voor meereizende gezinsleden

€ 188

– voor familiebezoek

€ 830

– voor verblijf als adoptie- of pleegkind

€ 331

Om te werken:

 

– om te werken als kennismigrant via de verkorte procedure

€ 750

– om te werken in loondienst of als zelfstandige

€ 433

– Turkse onderdaan om te werken als zelfstandige

€ 60

– om te werken in loondienst via de verkorte procedure

€ 250

– zoekjaar hoogopgeleiden

€ 433

– wetenschappelijk onderzoeker in de zin van richtlijn

€ 250

2005/71/EG

 

Voor uitwisseling

€ 433

– voor uitwisseling via de verkorte procedure

€ 250

– voor uitwisseling via Working Holiday Program, Working

gratis

Holiday Scheme of Young Workers Exchange Program

 

Om te studeren

€ 433

– om te studeren via de verkorte procedure

€ 250

Voor verblijf als au pair

€ 433

Overige verblijfsdoelen

€ 331

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd zonder mvv

 

VVR zonder MVV

 

Voor verblijf bij een familie- of gezinslid

€ 830

– voor meereizende gezinsleden

€ 188

– voor familiebezoek

€ 830

– voor verblijf als adoptie- of pleegkind

€ 331

Om te werken:

 

– om te werken als kennismigrant

€ 331

– om te werken in loondienst of als zelfstandige

€ 433

– Turkse onderdaan om te werken als zelfstandige

€ 41

– zoekjaar hoogopgeleiden

€ 433

Voor uitwisseling

€ 433

– voor uitwisseling via Working Holiday Program, Working

€ 41

Holiday Scheme of Young Workers Exchange Program

 

Om te studeren

€ 433

– zoekjaar naar een baan als kennismigrant

€ 331

afgestudeerde buitenlandse studenten

 

Voor verblijf als au pair

€ 433

Overige verblijfsdoelen

€ 331

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd met mvv

 

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd met mvv

€ 188

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd vervolg

 

VVR vervolg en overig

 

Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd wijziging beperking

 

Voor verblijf bij een familie- of gezinslid

€ 830

– voor meereizende gezinsleden

€ 188

– voor familiebezoek

€ 830

– voor verblijf als adoptie- of pleegkind

€ 331

Om te werken:

 

– om te werken als kennismigrant

€ 331

– om te werken in loondienst of als zelfstandige

€ 433

– Turkse onderdaan om te werken als zelfstandige

€ 41

– zoekjaar hoogopgeleiden

€ 433

Voor uitwisseling

€ 433

– voor uitwisseling via Working Holiday Program, Working

€ 41

Holiday Scheme of Young Workers Exchange Program

 

Om te studeren

€ 433

– zoekjaar naar een baan als kennismigrant

€ 331

afgestudeerde buitenlandse studenten

 

Voor verblijf als au pair

€ 433

Overige verblijfsdoelen

€ 331

Verblijfsvergunning voortgezet verblijf

€ 331

Verblijfsvergunning onbepaalde tijd

€ 401

Verblijfsvergunning onbepaalde tijd Turkse onderdaan

€ 41

Voor wedertoelating

€ 331

Voor wedertoelating op grond van artikel 8 remigratiewet

€ 41

Verlenging verblijfsvergunning

 

– verlenging

€ 288

– verlenging gezinshereniging bij ouder(s)

€ 52

– verlenging student

€ 52

– Turkse onderdaan

€ 41

Bewijs van rechtmatig verblijf EU/EER

 

VVR EU

 

Bewijs van rechtmatig verblijf EU/EER

€ 41

Rechthebbenden associatierecht EG-Turkije

€ 41

Visum

€ 60

24

Moet uit het gegeven dat de kostendekkendheid van de legesopbrengsten is teruggelopen van 69% in 2004 naar 37,4% in 2009 worden geconcludeerd dat de IND de kwaliteitsverbetering voornamelijk heeft gerealiseerd door meer mensen in te zetten, maar niet efficiënter is gaan werken?

De kostendekkendheid van 69% is vastgelegd in het rapport «nieuwe legessystematiek IND 2004» (bijlage bij Kamerstuk 29 200 VI, nr. 165). De hoogte van de leges zijn daarbij bepaald op basis van de kostprijzen zoals vastgesteld in 2004. Inmiddels is gebleken dat de IND meer tijd nodig heeft voor de behandeling van de aanvragen dan was voorzien bij het vaststellen van de kostprijzen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de IND in de voorgaande jaren een groot aantal beleidsintensiveringen in de uitvoering heeft opgenomen. De bijdrage van de IND is hierop niet bijgesteld. De kwaliteitsbevorderende maatregelen hebben eveneens geleid tot kostenstijging van de IND. Daarnaast zijn de legesontvangsten van de IND lager dan begroot. Hierdoor is de kostendekkendheid van de leges over de afgelopen jaren gedaald. Overigens heeft de IND in het kader van «IND bij de Tijd» het programma INDIGO opgezet dat zal leiden tot een personeelsreductie van 25% (zie vraag 25).

25

Kan de Kamer inzicht krijgen in de berekeningen van de IND waaruit moet blijken dat het programma INDIGO een besparing van €45 miljoen zal opleveren?

De besparingen vanuit INDIGO als onderdeel van het programma IND bij de Tijd hebben betrekking op een afname van de (ondersteunende) personeelscapaciteit mede als gevolg van de digitalisering van dossiers middels een nieuw informatiesysteem. De krimp van de bezetting (850 fte) heeft een effect van € 42,5 miljoen. Daarnaast wordt een besparing op de facilitaire middelen verwacht van € 2,5 miljoen.

26

Waarom wordt er geen aparte begroting gevoerd voor asielverzoeken en voor reguliere verzoeken zodat de tekorten veroorzaakt door de post asiel zijn afgezonderd c.q. los kunnen worden gezien van de post regulier?

In de baten-lastenparagraaf van de IND, zoals opgenomen in de Rijksbegroting, wordt onderscheid gemaakt tussen de kosten en opbrengsten per hoofdproduct. De hoofdproducten zijn daarbij ingedeeld naar Asiel, Regulier en Naturalisatie. Hiermee worden eventuele tekorten naar hoofdproduct inzichtelijk.

27

Kunt u het nieuwe kostprijsmodel en de nieuwe bekostigingsafspraken uiteenzetten?

De kern van het nieuwe kostprijsmodel is als volgt samen te vatten.

  • Het nieuwe kostprijsmodel is een op activiteiten gebaseerd kostprijsmodel dat aansluit bij het generieke behandelproces van de IND. Dat wil zeggen dat alle stappen die een aanvraag doorloopt, van ontvangst tot het bekendmaken van de beslissing, onderdeel uitmaken van het model. Het model geeft een objectief en causaal beeld van de huidige kostenontwikkeling en werkwijze binnen de IND;

  • Voor het deel van de kosten dat direct samenhangt met de beslissingen die de IND neemt worden op basis van de verwachte aantallen en de berekende prijzen, jaarlijkse afspraken gemaakt. Hierin wordt ook het effect van voorgenomen en reeds ingezette beleidswijzigingen of taakstellingen verwerkt. Voor de volledigheid, dit deel van de kosten is exclusief huisvesting en ICT. Het gaat vooral om de personele en programma kosten van de uitvoerende processen binnen de IND;

  • Voor de resterende kosten worden jaarlijks door de IND separate afspraken in de Rijksbegroting opgesteld Het gaat hierbij onder andere om de IND brede kosten van ICT en huisvesting en facilitaire ondersteuning.

28

Deelt u de conclusie van de Algemene Rekenkamer dat om het door Financiën geëiste terugdringen van de tekorten te bereiken, bezuinigd dient te worden middels de apparaatkosten en/of de legestarieven? Zo nee, kunt u dit toelichten? Zo ja, kunt u aangeven welke keus u heeft gemaakt en welke verdeelsleutel u hanteert?

In 2009 zijn maatregelen genomen om binnen de gestelde begrotingskaders te blijven. Het gaat hierbij om een mix van kostenbesparingen bij de IND, specifieke compensatie en verhoging van de legestarieven. De weerslag van deze maatregelen is opgenomen en toegelicht in de Rijksbegroting 2010. De verdeling van de besparingen naar de hoofdproducten hangt in grote mate samen met de besparingsmaatregelen die voortvloeien uit het programma IND bij de Tijd. Daarnaast wordt voor de verhoging van de legestarieven gekeken naar de bestaande kostendekkendheid en de mogelijkheden tot het verhogen daarvan.

29

Kunt u motiveren waarom de kosten van bezwaar- en beroepsprocedures niet worden doorberekend in de legestarieven? Is het mogelijk hier apart leges op te heffen?

Wettelijk gezien is er geen expliciete basis om de kosten die met bezwaar en beroep gemoeid zijn in de legestarieven te verdisconteren. Een expliciet verbod is er evenmin. Het past in het streven naar kostendekkendheid, om de kosten voor bezwaar en beroep ten principale door te berekenen in de legestarieven. Bij brief van 28 mei 20045 bent u reeds geïnformeerd ten aanzien van de motivering waarom tot op heden de bezwaar- en beroepprocedures niet worden doorberekend in de legestarieven.

30

Kunt u toelichten hoe het exploitatietekort van € 51 miljoen in 2009 wordt c.q. is gedicht?

Over 2009 was een exploitatietekort van € 51 miljoen geprognosticeerd. Als gevolg van de getroffen maatregelen is dit teruggebracht tot een gerealiseerd tekort van € 35,4 miljoen. In het voorjaar van 2009 is een afspraak gemaakt met de ministers van Financien en Justitie over de meerjarige financiele positie van de IND. Er is afgesproken dat de IND maatregelen treft, waarmee temporele compensatie wordt gerealiseerd. Het gaat hierbij om een mix van kostenbesparingen bij de IND, specifieke compensatie en verhoging van de legestarieven. De meerjarige besparingen vanuit programma IND bij de Tijd maken daar onderdeel van uit. De weerslag van deze maatregelen is opgenomen en toegelicht in de Rijksbegroting 2010.

31

Kan nader worden uitgelegd op welke wijze de beleidsintensiveringen en kwaliteitsverbeteringen hebben doorgewerkt in de stijging van de kostprijzen en daarmee tot een sterke daling van de kostendekkendheid van de legestarieven?

In het verleden is een groot aantal beleidsintensiveringen in uitvoering genomen. Daarnaast zijn kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd. Deze beleidsintensiveringen en kwaliteitsverbeteringen hebben ertoe geleid dat de tijdsbesteding die gepaard gaat met de afhandeling van de aanvragen is gestegen. Voor het afhandelen van de aanvragen is dus meer capaciteit benodigd geweest. Hierdoor zijn de kosten en daarmee de kostprijs van de IND gestegen. De legesopbrengsten hebben geen gelijke trend gehouden met de stijging van de kosten waardoor de kostendekkendheid is gedaald.

32

De Kamer is in 2005 akkoord gegaan met een gemiddelde kostendekkendheid van leges voor het product regulier van 69%; Waarom zijn de leges niet met de kosten meegestegen om dit percentage op peil te houden? Had deze mogelijkheid niet op zijn minst aan de Kamer moeten worden voorgelegd toen van het geaccordeerde percentage van 69% werd afgeweken?

De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de 69% kostendekkendheid zoals die zijn opgenomen in het rapport «nieuwe legessystematiek IND 2004» (bijlage bij Kamerstuk 29 200 VI, nr. 165) zijn sinds 2004 niet gewijzigd. Uit deze uitgangspunten blijkt dat het dekkingspercentage op zichzelf niet een parameter in het model is. In 2004 was de resultante dat de kostendekkendheid voor reguliere procedures op 69% uitkwam. Als gevolg van beleidsintensiveringen en kwaliteitsbevorderende maatregelen heeft de IND nu meer tijd nodig om aanvragen te behandelen dan in 2004.

Over het feit dat leges niet kostendekkend zijn wordt de Kamer jaarlijks in de memorie van toelichting op de begroting geïnformeerd. Hierbij zijn de reguliere begrotingsvoorschriften gevolgd.

33

Sinds wanneer bent u op de hoogte van het feit dat leges in de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 respectievelijk maar 47%, 39,3%, 37,6% en 37,4% kostendekkend zijn? Waarom heeft u de Kamer hier niet over geïnformeerd?

Over het feit dat leges niet kostendekkend zijn wordt de Kamer jaarlijks in de memorie van toelichting op de begroting geïnformeerd. Hierbij worden – zoals aangegeven in vraag 32 – de reguliere begrotingsvoorschriften gehanteerd.

34

Waarom heeft u de Kamer in december 2009 geïnformeerd (32 052, nr. 7, p. 61) dat de gemiddelde kostendekkendheid van de IND-producten «thans minder dan 50%» bedraagt? Kunt u dit toelichten en kunt hierbij ingaan op het door de Algemene Rekenkamer genoemde percentage van 37%?

In de «wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en enkele andere wetten in verband met de versterking van de positie van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke procedure (Wet modern migratiebeleid)» (32 052 nr. 7) is richtinggevend aangegeven dat de kostendekkendheid van de IND-producten thans minder dan 50% bedraagt. Genoemd percentage is als algemene indicatie opgenomen en ter onderbouwing dat er van legesverlaging geen sprake kan zijn.

35

Kunt u toelichten waarom de prijs per product zo significant is toegenomen terwijl het aantal aanvragen is afgenomen?

Gebleken is dat de IND meer tijd nodig heeft voor de behandeling van de aanvragen dan was voorzien bij het vaststellen van de kostprijzen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de IND in de voorgaande jaren een groot aantal beleidsintensiveringen in de uitvoering heeft opgenomen. De bijdrage van de IND is hierop niet bijgesteld. Deze beleidsintensiveringen en kwaliteitsverbeteringen hebben ertoe geleid dat de tijdsbestedingen die gepaard gaat met de afhandeling van de aanvragen is gestegen. Voor het afhandelen van de aanvragen is dus meer capaciteit benodigd geweest. Hierdoor zijn de kosten en daarmee de kostprijs van de IND gestegen.

36

Wat zijn de kosten van de «tussenoplossing» data warehouse Management Informatie Rapportage Omgeving (MIRO) in totaal?

De totale ontwikkelkosten voor de «tussenoplossing» data warehouse Management Informatie Rapportage Omgeving bedragen € 1,3 miljoen.

37

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de invoering van het nieuwe proces- en informatiesysteem INDIGO?

Zoals in het terugblikrapport vermeld is, wordt INDIGO in deelopleveringen in productie genomen. De kwaliteit van de op te leveren delen, evenals de bruikbaarheid voor de IND-organisatie is hierbij van doorslaggevend belang. Indicatief worden opleverdata genoemd, om te zorgen dat de IND-organisatie zich gedegen kan voorbereiden op de implementatie. De oplevering verloopt nog steeds volgens de planning zoals deze in het terugblikrapport staat vermeld.

38

Klopt het dat na ingebruikname van INDIGO u middels dit systeem in staat bent te identificeren in hoeveel gevallen er sprake is van misbruik en/of fraude?

Met INDIGO zal de IND beter in staat zijn om te identificeren in hoeveel gevallen er sprake is van misbruik en/of fraude. Dit komt doordat de registratie wordt uitgebreid en doordat de geregistreerde gegevens van hogere kwaliteit zullen zijn. Dit biedt meer mogelijkheden voor onderzoek naar onder andere fraude en/of misbruik. De opbouw van deze gegevens zal echter geruime tijd gaan duren. Ten eerste omdat INDIGO via een conversietraject gevuld zal worden en de eerste maanden nog niet alle vreemdelingen(gegevens) zal bevatten. Ten tweede omdat het niet mogelijk is om de signalen uit het verleden, die de IND nooit in het systeem heeft kunnen verwerken, mee te converteren of ergens vandaan te halen.

39

Kunt u de gestegen klanttevredenheid over de IND toelichten? Kunt u uitsluiten dat dit verband houdt met het aantal uitgekeerde verblijfsvergunningen?

De hogere waardering door klanten (vreemdelingen) voor het laatste contact dat zij hadden met de IND is vooral te verklaren door de bejegening van de medewerker richting de klant. Medewerkers zijn fatsoenlijk, vriendelijk, behulpzaam en luisteren goed. Ook is de tevredenheid over de begrijpelijkheid van de informatie een belangrijke factor. Reactietermijn en meedenken over alternatieven worden relatief minder goed gewaardeerd en zijn nog verbeterpunten. Deze aspecten zijn echter wel al (sterk) verbeterd ten opzichte van 2007.

Bij bedrijven/onderwijsinstellingen is het oordeel over de IND ook positiever geworden ten opzicht van 2007. De deskundigheid, volledigheid en begrijpelijkheid zijn belangrijke factoren in de (hoge) waardering door bedrijven/onderwijsinstellingen voor het laatste contact dat zij hadden met de IND. Ook de bejegening van de medewerker (fatsoenlijkheid, behulpzaamheid, goed kunnen luisteren) richting de klant werd goed beoordeeld. De reactietermijn, doorverwijzing, het inleven en het meedenken over alternatieven zijn de voornaamste verbeterpunten.

Voor de klanttevredenheidsonderzoeken zijn zowel in 2007 als in 2009 uit het klantenbestand van de IND aselecte steekproeven getrokken op basis van productie- en voorraadbestanden. Er zijn geen selecties gemaakt op grond van aanvraagdatum of dossiernummer. Aan het klanttevredenheidsonderzoek van 2009 hebben daarom zowel klanten die kort geleden een beschikking hebben ontvangen, als klanten die nog in procedure zitten kunnen deelnemen. Als gevolg van deze aanpak kan de vraag of er verband is tussen het verkrijgen van een verblijfsvergunning en de stijging van de klanttevredenheid niet onderbouwd worden beantwoord.

40

Kunt u toelichten hoe u na invoering van het Modern Migratiebeleid denkt op te kunnen treden tegen instellingen en organisaties die onvolledige of incorrecte informatie aan de IND hebben verstrekt, bijvoorbeeld het niet doorgeven studenten aangetrokken te hebben die niet aan de eisen voldoen?

Met inwerkingtreden van de wet Modern Migratiebeleid kunnen organisaties, waaronder bedrijven en onderwijsinstellingen, de status van erkende referent verkrijgen. De erkende referent kan gebruik maken van snelle en eenvoudige toelatingsprocedures. Daarnaast krijgen erkende referenten dezelfde verplichtingen als andere referenten, zoals een administratie- en informatieplicht, en in veel gevallen een op het verblijfsdoel toegespitste zorgplicht. Deze verplichtingen maken het voor de IND mogelijk toezicht te houden op naleving van de regelgeving. De administratieplicht houdt in dat de referent informatie die van belang is voor toelating van de vreemdeling administreert en bewaart. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om bewijsstukken over het inkomen van de vreemdeling, een tewerkstellingsvergunning of de inschrijving bij de instelling voor hoger onderwijs. Op grond van de informatieplicht moet de referent wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor het verblijfsrecht van de vreemdeling, zoals een verandering van opleiding, aan de IND doorgeven. Zorgplichten hebben betrekking op verantwoordelijkheden die de referent jegens de vreemdeling heeft.

De IND kan naar aanleiding van signalen van derden of steekproefsgewijs controleren of de referent deze verplichtingen naleeft. Als dat niet het geval is kan de IND een waarschuwing afgeven en vervolgens, als dat niet tot verbetering leidt, per overtreding een bestuurlijke boete opleggen. Bij erkende referenten kan in ernstige gevallen de erkenning worden geschorst of ingetrokken.

Om fraude of misbruik door een organisatie of door een vreemdeling tijdig te kunnen signaleren onderkent de IND binnen het kader van «systematisch handhaven» verschillende handhavingsgebieden. Bijvoorbeeld:

  • Handhaving als trajectcontrole: nadat aan een vreemdeling verblijfsrecht is verleend wordt actief gecontroleerd of nog aan de voorwaarden wordt voldaan;

  • Handhaving risico gestuurd: waarmee op grond van frauderisico van de aanvraag ingeval van hoog risico gericht / intensief wordt gecontroleerd;

  • Handhaving, signalen en onderzoek: waardoor in het verlengde van het bovenstaande, procedures afspraken worden gemaakt voor het verrichten van onderzoeken, én waardoor signalen (ook van ketenpartners en derden) gestructureerd kunnen worden vastgelegd, hetgeen ook kan leiden tot onderzoek.

Als een organisatie bewust onjuiste informatie verstrekt over een vreemdeling die bij hen is toegelaten is sprake van een overtreding waardoor het vertrouwen in de (erkende) referent is geschaad. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan dit voor de IND reden zijn een van de hiervoor genoemde maatregelen te nemen. Indien blijkt dat de vreemdeling niet (meer) aan de toelatingsvoorwaarden voldoet is dat reden om het verblijfsrecht te beëindigen.

41

Kunt u toelichten in hoeverre criminaliteit en een beroep op publieke middelen vallen onder de een «grote hoeveelheid gegevens» die de IND ontvangt «die vooralsnog niet op een systematische en efficiënte manier kunnen worden verwerkt?» Om hoeveel gevallen gaat het hier?

Criminaliteit en een beroep op publieke middelen vallen niet onder de «grote hoeveelheid gegevens» die de IND ontvangt die vooralsnog niet op een systematische en efficiënte manier kunnen worden verwerkt.

42

Kunt u de daling van het aantal intrekkingen van beroepen door de IND toelichten? Houdt dit verband met beter opgeleide ambtenaren, een verminderd aantal door de IND ingediende beroepen of een hoger percentage toegekende vergunningsaanvragen?

Allereerst moet worden opgemerkt dat de IND zelf geen beroepen instelt en dus ook niet kan intrekken. De IND kan wel in beroep het besluit intrekken, waarna door de advocaat veelal het beroep wordt ingetrokken. Dat is waar de Algemene Rekenkamer op doelt.

De daling van het aantal intrekkingen van besluiten houdt verband met het kwaliteitssysteem van de IND. Dit systeem maakt inzichtelijk op welke punten de besluitvorming voor verbetering vatbaar is. Door vervolgens op deze punten opleidingen te verzorgen, gaat de kwaliteit omhoog. Door verbetering van de besluitvorming kunnen meer zaken in beroep worden doorgezet.

43

Kunt u een overzicht geven van het aantal en percentage instandhoudingen van beslissingen voor de rechter in de periode 2000–2009?

Zie het antwoord op vraag 7.

44

Hoe bent u voornemens om te gaan met de bevinding van de Algemene Rekenkamer dat de externe verantwoording (m.n. aan het parlement) dient te worden verbeterd?

Met het nieuwe processysteem INDIGO zal de kwaliteit van de informatie verbeteren. Op haar internetsite rapporteert de IND reeds over telefonische bereikbaarheid, klanttevredenheid, het aantal klachten en het percentage daarvan dat is afgehandeld binnen de wettelijke termijn. Over de klachtafhandeling wordt tevens gerapporteerd aan de Nationale ombudsman. Ik zal nagaan in hoeverre en op welke wijze deze informatie over de kwaliteit van het werk van de IND aan de Tweede Kamer kan worden gerapporteerd.

45

Kunt u uiteenzetten of de structuur van de informatievoorziening en het toezicht daarop in orde is? Kunt u daarbij ingaan op de positie van de erkende referent en het belang van adequaat toezicht?

Met INDIGO zal de informatievoorziening worden verbeterd. De verbeterde informatiepositie van de IND zal de mogelijkheden om toezicht te houden op zowel vreemdelingen als referenten, doen toenemen.

Waar de IND op dit moment integraal toetst of vreemdelingen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, zal de IND straks onder Modern Migratiebeleid uitgaan van de juistheid van de eigen verklaringen van erkende referenten. Deze omslag van controle door de IND voorafgaande aan de verlening van een MVV of een verblijfsvergunning naar controle achteraf van de eigen verklaringen van erkende referenten, maakt dat adequaat toezicht onder Modern Migratiebeleid van groot belang is. Modern Migratiebeleid kent daarbij een stelstel van sancties in geval de erkende referent niet langer aan de gestelde voorwaarden voldoet.

46

Erkent u het door de Algemene Rekenkamer geschetste beeld dat binnenkomende informatie zoals adres-, gezins- en inkomensgegevens niet systematisch en niet efficiënt door de IND worden verwerkt? Kunt u dit toelichten? Van hoeveel gevallen is hier sprake? Hoe bent u voornemens dit probleem aan te pakken? Wat zijn de mogelijke gevolgen van het ontbreken van inkomensgegevens in een vreemdelingendossier?

In de aangehaalde zin wordt door de Algemene Rekenkamer gewezen op de omstandigheid dat de IND via het systeem Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV) op dagelijkse basis grote hoeveelheden «statusinformatie» ontvangt. Dit is informatie die met name ziet op de gegevens van de burgerlijke stand zoals adresgegevens en gegevens over gezinssamenstelling. De IND ontvangt deze gegevens wel, maar kan ze vooralsnog niet steeds systematisch en efficiënt vastleggen en verwerken. De oorzaak hiervan ligt in de technische beperkingen van het huidige automatiseringssysteem van de IND. Het nieuwe systeem INDIGO maakt deze verwerking wel mogelijk. Hierdoor zal het bijvoorbeeld mogelijk worden om de vaststelling van de verbreking van samenwoning geautomatiseerd te ondersteunen. Hierdoor zal het werkproces efficiënter worden.

De verwerking van adresgegevens is voorzien in de eerste fase van oplevering van het systeem en het vastleggen van de gegevens over de gezinssamenstelling is voor een volgende opleveringsfase voorzien.

Voor de goede orde zij opgemerkt dat informatie waar op gedoeld wordt geen inkomensgegevens bevat. De gegevens om te toetsen of sprake is van voldoende middelen van bestaan ontvangt de IND niet via de BVV maar rechtstreeks van de vreemdeling of diens referent. Deze bewijsstukken worden in het vreemdelingendossier opgenomen.

47

Kunt u de nieuwe aanpak van kwaliteitsmeting toelichten?

De methodiek en applicatie die worden gebruikt voor «Kwaliteit meten en sturen» is overgenomen van de Sociale Verzekeringsbank. Bij deze methodiek wordt middels een steekproef een aantal afgehandelde zaken in zijn geheel opnieuw tegen het licht gehouden. Daarbij ontstaat een statistisch betrouwbaar beeld van de kwaliteit van de totale productie op de hoofdonderwerpen van de afhandeling. Voorbeelden van hoofdonderwerpen zijn persoonsgegevens, middelen, antecedenten en verblijfsdoel. Op deze manier kan worden bezien of de kwaliteit hiervan zich op het gewenste niveau bevindt. De methodiek zorgt er tevens voor dat indien blijkt dat het gewenste niveau niet wordt bereikt, helder is welke onderdelen binnen een hoofdonderwerp moeten worden verbeterd. De onderdelen zien op specifieke handelingen die binnen een hoofdonderwerp moeten worden behandeld, zoals verzamelen van specifieke documenten, het beoordelen van documenten en het trekken van conclusies naar aanleiding van de documenten.

Op deze manier wordt het voor het management mogelijk om te sturen op de kwaliteit en daar waar nodig verbeteringen in het proces aan te brengen. Doordat de metingen elk kwartaal opnieuw een statistisch betrouwbaar beeld geven, is het mogelijk om de verbeteracties te beoordelen op hun effectiviteit en te constateren of de benodigde verbetering is opgetreden of dat verdere (bij)sturing nodig is.

48

Kan de Kamer omstreeks medio 2010 kennis nemen van het nieuwe model voor de samenwerking in de keten en van nieuwe legessystematiek? Wordt bij dit laatste ook aandacht besteed aan de risico’s dat te hoge legestarieven op gespannen voet zouden kunnen staan met bijvoorbeeld EU-regelgeving en kunnen leiden tot veroordeling door internationale rechters?

Ja, de Kamer kan in de loop van 2010 kennis nemen van een nieuwe legessystematiek. Uitgangspunt is dat noch de legessystematiek nog de legestarieven in strijd mogen zijn met EU-regelgeving.

49

Kunt u toelichten wat u bedoeld met de reeds gerealiseerde efficiencywinst?

Het gaat hier om een nog te realiseren efficiencywinst. Deze efficiencywinst zal het gevolg zijn van de invoering van het digitale dossier in 2010. De winst zit in de vereenvoudiging van het administratieve proces, hetgeen leidt tot personeelsreductie en snellere procedures.

50

De Algemene Rekenkamer stelt dat de kans bestaat dat visa en verblijfsvergunningen ten onrechte zijn afgegeven of verlengd en dat de IND dit later soms ook constateert. Kan inzicht worden verschaft in de aard en de omvang hiervan? Worden in zulke gevallen visa en verblijfsvergunningen alsnog ingetrokken, dan wel niet verlengt? Wat zijn de gevolgen voor eventueel betrokken onderwijsinstellingen en/of werkgevers?

Voor het antwoord op de vraag of inzicht kan worden verschaft in de aard en omvang van de kans dat visa en verblijfsvergunningen ten onrechte zijn afgegeven of verlengd, en het antwoord op de vraag of in zulke gevallen visa en verblijfsvergunningen alsnog worden ingetrokken, wordt verwezen naar het antwoord op vraag 5.

Indien onderwijsinstellingen of werkgevers betrokken zijn bij een geval van onterechte afgegeven of verlengde visa/verblijfsvergunningen zal – indien dit noodzakelijk blijkt – het stelstel van sancties gelden dat in het Modern Migratiebeleid is opgenomen. Zie ook het antwoord op vraag 40 ten aanzien van de plichten van de referent.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Vlies, B.J. van der (SGP), Blok, S.A. (VVD), Hoopen, J. ten (CDA), Weekers, F.H.H. (VVD), Haersma Buma, S. van (CDA), Nerée tot Babberich, F.J.F.M. de (CDA), Aptroot, Ch.B. (VVD), Voorzitter, Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Luijben, A.P.M. (SP), Veen, E. Van der (PvdA), Kalma, P. (PvdA), Gerven, H.P.J. Van (SP), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Cramer, E.A. (CU), Dijck, A.P.C. van (PVV), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Tang, P.J.G. (PvdA), Vos, M.L. (PvdA), Ondervoorzitter, Bashir, F (SP), Sap, J.C.M. (GL) en Vacature, (CDA).

Plv. leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Burg, B.I. van der (VVD), Jonker, C.W.A. (CDA), Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Vries, J.M. de (CDA), Hijum, Y.J. Van (CDA), Beek, W.I.I. van (VVD), Krom, P. de (VVD), Pater-van der Meer, M.L. de (CDA), Ham, B. van der (D66), Gerkens, A.M.V. (SP), Vermeij, R. (PvdA), Vacature, (PvdA), Kant, A.C. (SP), Vacature, (CDA), Anker, E.W. (CU), Roon, R. de (PVV), Irrgang, E. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Linhard, P. (PvdA), Besselink, M. (PvdA), Vacature, (PvdA), Roemer, E.G.M. (SP), Vendrik, C.C.M. (GL) en Mastwijk, J.J. (CDA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Wit, J.M.A.M. de (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Arib, K. (PvdA), Ondervoorzitter, Pater-van der Meer, M.L. de (CDA), Voorzitter, Çörüz, C. (CDA), Joldersma, F. (CDA), Gerkens, A.M.V. (SP), Haersma Buma, S. van (CDA), Velzen, K. van (SP), Vroonhoven-Kok, J.N. van (CDA), Krom, P. de (VVD), Azough, N. (GL), Timmer, A.J. (PvdA), Griffith, L.J. (VVD), Teeven, F. (VVD), Verdonk, M.C.F. (Verdonk), Roon, R. de (PVV), Roemer, E.G.M. (SP), Pechtold, A. (D66), Heerts, A.J.M. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Toorenburg, M.M. van (CDA), Anker, E.W. (CU) en Vacature, (PvdA ).

Plv. leden: Langkamp, M.C. (SP), Vlies, B.J. van der (SGP), Besselink, M. (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout, J.D.M.P. (CDA), Jager, H. (CDA), Jonker, C.W.A. (CDA), Leijten, R.M. (SP), Sterk, W.R.C. (CDA), Ulenbelt, P. (SP), Vries, J.M. de (CDA), Weekers, F.H.H. (VVD), Gent, W. van (GL), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Miltenburg, A. van (VVD), Zijlstra, H. (VVD), Fritsma, S.R. (PVV), Karabulut, S. (SP), Koşer Kaya, F. (D66), Yücel, K (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Bouchibti, S. (PvdA), Smilde, M.C.A. (CDA), Slob, A. (CU) en Spekman, J.L. (PvdA).

XNoot
3

Tweede Kamer, 2006–2007, 30 240, nr. 16.

XNoot
4

Tweede Kamer 2009–2010, Kamerstuk 32 359 nr. 1.

XNoot
5

(Kamerstukken II, 29 200 VI, nr. 165).

Naar boven