30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 336 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2023

Met deze brief voldoe ik aan de motie van de leden Inge van Dijk (CDA) en Van der Laan (D66) over monitoring van de inzet van aanvullende financiële middelen voor de sportsector1. Dit is de tweede maandelijkse rapportage aan uw Kamer waarin ik verslag doe over de huidige stand van zaken.

Gesprekken met de sector

Ik organiseer maandelijks overleg met betrokken partijen in de sector om mij te laten informeren over de signalen die zij ontvangen en om hen te betrekken bij de uitwerking van de regelingen voor de amateursportverenigingen en de openbare zwembaden.

Sportbonden

De sportbonden (KNVB, KNHB en KNLTB) geven aan dat de impact van stijgende energieprijzen op sportverenigingen niet is veranderd ten opzichte van de situatie zoals ik die in mijn voorgaande monitoringsbrief2 heb beschreven. Bonden geven aan dat er wel signalen binnenkomen van clubs die in de problemen komen, maar dat het vooralsnog gaat om een relatief klein percentage van de bij de bond aangesloten clubs. Clubs in de problemen treffen over het algemeen eerst zelf (besparende) maatregelen en zoeken contact met de gemeente. Sportbonden geven aan dat zij, net zoals de clubs, merken dat er verschillen bestaan tussen de steun die iedere gemeente afzonderlijk levert aan sportverenigingen.

NOC*NSF

NOC*NSF geeft aan dat de impact van stijgende energieprijzen op sportverenigingen niet is veranderd ten opzichte van de situatie zoals ik die in mijn voorgaande monitoringsbrief heb beschreven. De binnenkomende signalen zijn vooral signalen van verenigingen die zich zorgen maken om de toekomst en in veel gevallen zich nu genoodzaakt zien contributies te verhogen, maar geen extra signalen van verenigingen in acute nood.

RVVB

Het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) meldt dat het aantal meldingen bij het meldpunt licht is toegenomen van 450 tot 500, en nauwelijks is veranderd ten opzichte van de situatie zoals ik die in mijn voorgaande monitoringsbrief heb beschreven. RVVB probeert meer beeld te krijgen bij de impact die stijgende energieprijzen hebben op de toekomstbestendigheid van sportverenigingen. De komende tijd voert de RVVB een nationaal onderzoek uit, waarbij in iedere provincie het gesprek wordt gevoerd met verenigingsbestuurders en de politiek om wensen, behoeften en zorgen onder verenigingsbestuurders onder de aandacht te brengen. Dit heeft betrekking op thema’s van energiekosten en verduurzaming tot toekomstbestendigheid van verenigingen in de sportsector in algemene zin. De eerste signalen zijn dat er zorgen zijn over hoe verenigingen ook op lange termijn hoge energiekosten moeten opvangen.

Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS)

Het Platform Ondernemende Sportaanbieders merkt ook op dat de situatie ten opzichte van vorige maand niet lijkt te zijn veranderd, zowel bij exploitanten van accommodaties als bij ondernemende sportaanbieders. Het POS werkt samen met het Mulier Instituut aan een monitoringsinstrument voor sportondernemers om op deze wijze structureel signalen te kunnen ontvangen over de impact van de energieprijzen op ondernemende sportaanbieders.

VSG

De VSG geeft aan dat gemeenten zich op verschillende manieren inzetten om de impact van energieprijzen op de sport te beperken. Veel gemeenten werken aan, of met een steunregeling voor de sport. De wijze waarop die regelingen worden uitgewerkt, kan per gemeente verschillen. De VSG geeft aan dat met name grotere gemeenten werken aan gerichte ondersteuning voor clubs die daadwerkelijk in nood zijn. Er zijn ook gemeenten die een generieke regeling opstellen. Ook wordt er ondersteuning ingeregeld met het oog op de langere termijn, zo gaat de gemeente Den Haag gebruik maken van energiecoaches die de clubs kunnen ondersteunen om inzicht te krijgen in de eigen energiesituatie om vervolgens besparende maatregelen te treffen.

De VNG heeft recent voor haar leden een webinar georganiseerd over de wijze waarop de aanvullende middelen in het gemeentefonds ingezet kunnen worden om sportverenigingen en culturele instellingen te ondersteunen met de energiekosten. Tijdens dit webinar zijn voorbeelden gegeven over de inzet voor organisaties in de cultuur- en sportsector.

Uitkomsten uitvraag Mulier Instituut

Het Mulier Instituut heeft een uitvraag gedaan naar de impact van de energieprijzen op de sportverenigingen om zo een beeld te vormen van de impact van de stijgende energiekosten op de sportsector. Hiervoor is van 3 februari t/m 14 februari een vragenlijst uitgezet door het Mulier Instituut met een respons van 396 sportverenigingen en 137 gemeenten. De responsgroep voor de sportverenigingen bestaat voor de helft uit voetbalverenigingen. Daarnaast zijn jeu de boules-, handboog-, schietsport- en omnisportverenigingen vertegenwoordigd in de responsgroep. De respons is daarmee niet representatief voor de hele sportsector, maar geeft wel een indicatie van de impact. Het Mulier Instituut zal de uitkomsten van de uitvragen bij sportverenigingen en gemeenten deze week publiceren op de website3. Hieronder volgt een korte samenvatting van de resultaten. Het Mulier Instituut werkt nog aan een verdere analyse op deze gegevens waarover ik uw Kamer in mijn volgende Kamerbrief zal informeren.

Sportverenigingen

Voor 83 procent van de responderende sportverenigingen die de eigen energierekening betalen, zijn de kosten hiervan gestegen in de afgelopen zes maanden. Ongeveer twee op de tien van de respondenten geeft aan de toekomst somber in te zien, en eenzelfde deel geeft aan dat de eigen veerkracht onvoldoende lijkt om de stijgende energielasten op te vangen. Op dit moment ervaart 4 procent van de responderende verenigingen dusdanige problemen dat ze op het punt van omvallen staan. Deze situatie kan het gevolg zijn van gestegen energielasten, maar ook van andere problemen. Indien de gestegen energielasten een probleem vormen, speelt dit vaker bij sportverenigingen met een variabel of een vast contract dat in het afgelopen half jaar is afgesloten. De stijging van de energiekosten wordt door sportverenigingen opgevangen via de reserves, kostenbesparingen, verhoging van kantineprijzen, contributieverhoging en verduurzaming. De helft van de responderende verenigingen heeft contact gehad met de gemeente naar aanleiding van stijgende energielasten. 44% is van plan gebruik te maken van landelijke steunmaatregelen, zoals de TEK-regeling. 19% van de respondenten, met name kleinere verenigingen, is niet op de hoogte van steunmaatregelen.

Gemeenten

Bijna 90 procent van de responderende gemeenten kreeg meldingen binnen van sportverenigingen, ondernemende sportaanbieders en andere sportorganisaties die problemen ondervonden door de stijgende energiekosten. Meldingen kwamen hierbij vaker van grote sportverenigingen die ook vaak een sportaccommodatie in eigendom of eigen beheer hebben. De meeste gemeenten zoeken en onderhouden proactief contact met sportverenigingen door middel van enquêtes en contact met verenigingsondersteuners. Ongeveer de helft van de gemeenten geeft aan al financiële steun te bieden aan sportaanbieders in aanvulling op de landelijke regelingen. Bij een aantal gemeenten is dit nog in voorbereiding. Een derde van de responderende gemeenten geeft aan geen aanvullende steun te leveren. Gemeenten geven onder meer aan reactief te handelen, bijvoorbeeld vanwege een laag aantal meldingen, en pas in actie te komen als een sportaanbieder zich meldt.

Acties naar aanleiding van deze eerste uitkomsten

Naar aanleiding van de resultaten van de uitvragen van het Mulier Instituut ga ik met de sportsector en de gemeenten in gesprek over onder meer passende informatievoorziening richting sportaanbieders die nu niet weten welke ondersteuning er voor hen beschikbaar is. Daarnaast wil ik samen met de VSG kijken naar de redenen waarom gemeenten aangeven geen aanvullende steun te leveren, en of dit te maken heeft met bijvoorbeeld een gebrek aan meldingen of andere redenen.

Voortgang uitwerking energiesteun sportverenigingen en accommodaties

In de monitoringsbrief van 31 januari 20234 heb ik u geïnformeerd over de uitwerking van de noodvoorziening voor amateursportverenigingen. In samenwerking met de sportsector en gemeenten wordt doorgewerkt aan de vormgeving van deze regeling. In de tussentijd wordt de pagina van de Rijksoverheid5 regelmatig bijgewerkt met de meest actuele informatie over de ondersteuning voor de sport bij hoge energieprijzen. De website van de Rijksoverheid is één van de websites waar verenigingen informatie kunnen vinden over de ondersteuning voor de sport.

De opgehaalde signalen uit de monitoring van deze maand neem ik mee in de verdere vormgeving van de steunregelingen en het beleid omtrent verduurzaming van de sportsector.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven