30 234 Toekomstig sportbeleid

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 328 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2022

In de Beweegbrief van 24 juni 20221 stelden wij, de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, u op de hoogte van onze ambities om Nederland in beweging te krijgen.

Ondanks de toenemende bewustwording van een gezonde leefstijl en het belang van bewegen voldeed in 2021 slechts 47% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de Beweegrichtlijnen. Naast dat ruim de helft van de Nederlanders niet voldoende beweegt brengen Nederlanders van 4 jaar en ouder dagelijks gemiddeld 9 uur zittend door. In de Preventiebrief van maart jl.2, heeft de Staatssecretaris aangegeven om binnen het Preventieakkoord een extra impuls aan bewegen te geven. Onze gezamenlijke ambitie is dat 75% van de Nederlanders in 2040 aan de beweegrichtlijnen3 voldoet. Wij willen dat bewegen een vanzelfsprekend onderdeel wordt van het dagelijks leven. Daarom hebben we op 6 juli jl. de Beweegalliantie inmiddels gelanceerd.

In deze brief geven we richting aan de initiatieven die we ondernemen om bewegen in het dagelijks leven te stimuleren. We houden daarbij met alles wat we doen op het gebied van bewegen de samenhang met de ontwikkelingen op de andere thema’s uit het Preventieakkoord in het oog.

Het moet anders

Samen met het Kenniscentrum Sport en Bewegen en het RIVM is de afgelopen periode gekeken naar het overheidsbeleid op het terrein van bewegen. Sinds 2011 is bewegen al speerpunt van het overheidsbeleid. Daarbij heeft tot nu toe de nadruk gelegen op gedragsverandering van het individu. Gedragsverandering zit in bewust gedrag dat rationeel tot stand komt, echter een groot deel van het gedrag is juist onbewust en is bijvoorbeeld afhankelijk van de omgeving of van sociale normen. Alleen met de nadruk op individueel gedrag gaan we onze ambities dus niet verwezenlijken.

De samenleving moet daarom duurzaam veranderen om bewegen in het dagelijks leven te stimuleren. Daarbij is een toegankelijke, beweegrijke (leef)omgeving nodig om de bovengenoemde gedragsverandering te ondersteunen. Met het stimuleren van bewegen in het dagelijks leven, richten wij ons op het:

  • Integreren van bewegen in dagelijkse structuren (denk aan actieve mobiliteit);

  • Aanpassen van de fysieke inrichting om bewegen eenvoudig en aantrekkelijk te maken (denk aan veilige en toegankelijke wandel- en fietspaden);

  • Stimuleren van het aantal beweegmomenten (denk aan sportief bewegen bij een lokale wandelgroep).

Om aan deze doelen te werken kiezen we voor acties via de volgende lijnen:

  • 1. Beweegalliantie;

  • 2. Bewegen als integraal onderdeel volksgezondheidsbeleid;

  • 3. Rijksbeleid bewegen.

Ad 1: de Beweegalliantie

We hebben u in de Beweegbrief van 24 juni jl. toegezegd in te gaan op de plannen van de Beweegalliantie. Met de tekst hieronder voldoen we aan deze toezegging. Op 6 juli jl. is het startsein gegeven voor de Beweegalliantie en is oud-topschaatser Carl Verheijen tot voorzitter benoemd. Aan de Beweegalliantie neemt een breed scala van partijen deel: o.a. organisaties vanuit de zorg, het maatschappelijk en sociaal domein, onderwijs, sport, bedrijfsleven, kennisinstellingen, gemeenten en andere departementen.

Sinds juli heeft de Beweegalliantie met meer dan 45 partners gesproken, waaronder NOC*NSF, IVN Natuureducatie, Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), RIVM en zorgverzekeraar Menzis. Dat heeft geleid tot een algemeen strategische koers die op 6 oktober jl. in een bijeenkomst met alliantiepartners is getoetst en is onderschreven. De Beweegalliantie gaat in samenwerking met andere overheden, alliantiepartners en lokale initiatieven, meer maatschappelijke aandacht generen, partijen verbinden, acties bewerkstelligen en obstakels wegnemen om bewegen in het dagelijks leven te stimuleren en nieuwe doelgroepen in beweging te krijgen.

De Beweegalliantie gaat zodoende opereren als een netwerkorganisatie waar meer landelijke aandacht voor bewegen wordt gegenereerd. De alliantie faciliteert kennisdeling om obstakels weg te nemen in het systeem. Succesvolle initiatieven worden ondersteund en verder gebracht. Zo schalen de Fietsersbond, Wandelnet en JOGG dit jaar het project Beweegvriendelijke Schoolomgeving op waardoor meer basisscholen aan de slag kunnen met gezonde en veilige fiets- en wandelvoorzieningen van en naar school.

Daarnaast worden waar nodig (nieuwe) programma’s en initiatieven ontwikkeld om moeilijk te bereiken doelgroepen in beweging te krijgen. Hierbij wordt de nadruk gelegd op jeugd en het tegengaan van kansenongelijkheid. Daarbij heeft de alliantie ook aandacht voor initiatieven die op lokaal niveau worden ontwikkeld. Een voorbeeld is dat IVN Natuureducatie op lokaal niveau de inrichting van groene buitenruimtes beter wil benutten als locatie waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, meedoen aan de samenleving en waar meer bewegen in de buitenruimte wordt gestimuleerd. Samen met betrokken partijen binnen de Beweegalliantie wordt gekeken waarom dit nu niet lukt, wat er elders wel werkt en hoe partijen dit verder kunnen krijgen.

De meerjarige strategie van de Beweegalliantie wordt de komende periode verder geconcretiseerd. Daarin zullen ook de concrete plannen voor 2023 worden opgesteld. De alliantie zal in elk geval (op korte termijn) aan de slag gaan met plannen en voorstellen om bewegen in de leefdomeinen onderwijs, zorg, werk en leefomgeving te stimuleren. Diverse partijen die deelnemen aan de Beweegalliantie hebben ervaring met initiatieven en programma’s in deze domeinen en in de alliantie bezien we of en hoe we hierop in 2023 kunnen voortbouwen of vernieuwen.

Ad 2: Bewegen integraal onderdeel volksgezondheidsbeleid

De ambities van het kabinet op het gebied van bewegen vragen om een brede aanpak. Om de bovengenoemde verandering van de samenleving teweeg te brengen is een integrale aanpak nodig. Er is daarom samenhang gecreëerd met andere beleidsinitiatieven zoals het Nationaal Preventieakkoord (NPA), Sportakkoord, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord. Over de precieze inhoud van het Sportakkoord en GALA wordt u apart geïnformeerd.

  • Aan het Sportakkoord II worden financiële middelen toegevoegd om gemeenten concreet invulling te laten geven aan de gezamenlijke ambities om meer mensen aan het sporten en bewegen te krijgen. Hiermee moet op lokaal niveau (sportief) bewegen meer een plek krijgen in de lokale coalities die vanuit het Sportakkoord en het Preventieakkoord zijn ontstaan.

  • Met het coalitieakkoord onderschrijft het huidige kabinet de doelen van het NPA op alcohol, tabak en overgewicht/voeding en breidt het kabinet die inzet uit op mentale gezondheid en bewegen, met bijzondere aandacht voor de jeugd en gezondheidsachterstanden. Het kabinet heeft voor deze brede preventieaanpak over een periode van vier jaar (2022 t/m 2025) jaarlijks € 60 miljoen beschikbaar gesteld. Hierbinnen worden er fors middelen (€ 10 miljoen) vrij gemaakt voor het thema bewegen, waarmee ook de uitvoeringslijnen uit deze brief worden gefinancierd. Bewegen vormt tevens een belangrijk onderdeel van programma’s gericht op de preventie van overgewicht en obesitas, waaronder het stimuleren van bewegen op scholen. Zoals eerder toegezegd informeert de Staatssecretaris u binnenkort over deze onderwerpen.

  • Momenteel wordt met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) het Gezond en Actief Leven Akkoord opgesteld. In het GALA worden bestuurlijke afspraken vastgelegd over de ambities, de gezamenlijke gezondheidsdoelen en de concrete resultaten die beoogd zijn. Afspraken over een gezonde leefstijl waaronder meer bewegen zijn hier onderdeel van.

  • Over het Integraal Zorgakkoord (IZA) bent u op 16 september jl. geïnformeerd4. In het IZA is een rol weggelegd voor bewegen. In het thema «Gezond leven en preventie» is een afspraak opgenomen waarin partijen ernaar streven dat uiterlijk 1 januari 2025 de inzet op gezonde leefstijl, waaronder ook bewegen, een integraal onderdeel uitmaakt van de reguliere zorg voor patiënten. Dit betekent dat er standaard gekeken wordt naar welke meerwaarde bijv. gezonde voeding, bewegen of welzijnsaanbod kan hebben bij de behandeling. Vanaf 2023 gaat hiertoe ook een leefstijlcoalitie van start die hier invulling aan moet gaan geven. Uiteraard zorgen we daar waar relevant voor een verbinding tussen de initiatieven vanuit deze leefstijlcoalitie en de Beweegalliantie.

  • Met het oog op preventie heeft het kabinet in het coalitieakkoord opgenomen de komende drie jaar extra te willen investeren in onderzoek naar en de aanpak van alzheimer, obesitas en kanker, de zogenoemde volksziektes. Over de voorgenomen invulling van deze middelen hebben wij u op 14 oktober jl. geïnformeerd5. Met een deel van de extra middelen (€ 35 miljoen over de komende drie jaar) wordt specifiek ingezet op programma’s die bewegen bevorderen zoals Buitenspelen en de Buurtsportcoach Plus die Gecombineerde Leefstijl Interventies (GLI) kan uitvoeren. En ook op onderzoek en innovatie gericht op het gedrag ten aanzien van, en de gezondheidswinst door sport- en bewegen.

    Bewegen is tevens een belangrijk element binnen andere onderdelen van de aanpak van volksziektes met de plannen voor leefstijlgeneeskunde, de gezonde en beweegvriendelijke leefomgeving en de ketenaanpak overgewicht.

Ad 3: Rijksbreed beweegbeleid

Om mensen structureel meer in beweging te krijgen is een Rijksbrede aanpak vereist, ofwel Rijksbreed beweegbeleid. Om dit in gang te zetten zijn de meest relevante ministeries, namelijk de Ministeries van SZW, IenW, BZK en OCW, inmiddels aangehaakt bij de Beweegalliantie.

We verkennen waar kansen en mogelijkheden liggen om elkaar te versterken in het kader van bewegen. Zo werkt het Ministerie van BZK met ons samen op het programma «Wonen, Ondersteuning en Zorg voor ouderen (WOZO)», waar onder andere een beweegvriendelijke leefomgeving voor ouderen onderdeel van is. We trekken samen met het Ministerie van IenW op ten aanzien van beleid gericht op het stimuleren van fietsen en verkennen hoe we dat gaan doen bij het stimuleren van lopen. Ook werken we met het Ministerie van LNV samen op het programma Gezonde groene leefomgeving.

Daarnaast werken we met het Ministerie van OCW en andere departementen samen op het programma School & Omgeving. Zoals beschreven in de bijlage krijgt de samenwerking momenteel concreter vorm, bijvoorbeeld rond de totstandkoming van het onderzoeks- en monitorprogramma. Verder zet de sportsector zelf ook in op verbinding met School en Omgeving wat we vanuit VWS stimuleren.

Een overzicht van initiatieven op sport en bewegen van andere ministeries is bijgevoegd, hiermee voldoen we aan de motie van het lid van Inge van Dijk c.s.6

Concluderend

Met deze brief en de brief over het sportbeleid, hebben wij u geïnformeerd over welke inspanningen er de afgelopen maanden zijn gedaan, en welke er gepland staan om onze ambitie te realiseren dat sporten en bewegen in 2040 een vanzelfsprekend onderdeel is van het leven van iedere Nederlander. Alleen samen krijgen we Nederland in beweging.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Kamerstuk 30 234 en 32 793, nr. 302.

X Noot
2

Kamerstuk 32 793, nr. 584.

X Noot
3

Beweegrichtlijn voor volwassenen: minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen, aangevuld met 2 keer in de week spier- en botversterkende activiteiten.

X Noot
4

Kamerstuk 31 765, nr. 655.

X Noot
5

Kamerstuk 32 793 en 31 765, nr. 642.

X Noot
6

Kamerstuk 30 234, nr. 309.

Naar boven