30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2015

Op 16 oktober 2014 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over het voorgenomen gehandicaptensportbeleid en toegezegd de Tweede Kamer te informeren wanneer de uitwerking meer concrete vormen heeft aangenomen en de uitvoering van start zal gaan1. Aan deze toezegging geef ik met deze brief gehoor.

Inleiding

Het kabinet heeft in het Regeerakkoord aangegeven dat iedereen makkelijk dichtbij huis moet kunnen sporten. Dat geldt ook voor mensen met een handicap2. Omdat dit voor deze doelgroep nog niet vanzelfsprekend is, heb ik nieuw beleid geformuleerd. Voor de hoofdlijnen van dit beleid en de achtergrond hiervan verwijs ik u naar mijn brief 16 oktober 2014.

In verband met de uitwerking van het nieuwe beleid zijn de afgelopen maanden diverse nieuwe gesprekken gevoerd met mensen met een handicap en met organisaties die iets voor hen kunnen betekenen op sportief vlak. Een aantal van deze partijen heeft samen een plan uitgewerkt om invulling te geven aan het nieuwe gehandicaptensportbeleid. Zo heeft het Fonds Gehandicaptensport3 toegezegd om samen met haar 1% FairShare partners de uitwerking van het beleid te versterken. Een waardevolle vorm van publieke-private samenwerking komt hiermee tot stand.

Tevens vind ik het mooi nieuws dat NOC*NSF met haar partners onlangs heeft besloten dat «gehandicaptensport» één van de belangrijkste focusgebieden wordt tijdens de (Europese) Sportweek in 2016. De Nationale Sportweek valt dat jaar samen met de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro.

Uitwerking van het programma

Het nieuwe sport- en beweegbeleid heeft de titel Grenzeloos actief, m aakt sporten en bewegen voor iedereen met een beperking mogelijk. Het programma bestaat uit vier sterk samenhangende pijlers. Per pijler zijn deels verschillende uitvoeringspartijen betrokken. De partijen zetten zich er voor in dat na 2018 mensen met een beperking die willen sporten of bewegen passend en toegankelijk aanbod in de buurt kunnen vinden.

Pijler 1 en 4 Regionale samenwerkingsverbanden en het versterken van sport- en beweegaanbieders (MEE Nederland, Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), Sportkracht12 en NOC*NSF)

Het gaat binnen deze pijlers om de match tussen de vraag naar sport- en beweegactiviteiten en het beschikbare aanbod. De beoogde resultaten zijn:

  • Mensen met een handicap en sport- en beweegaanbieders weten waar ze informatie kunnen vinden over de geschikte sport- en beweegmogelijkheden in de regio. Verschillende (oud) sporters en bekende Nederlanders zijn enthousiast om bekendheid te geven aan de makkelijk vindbare en actuele informatie over het aanbod.

  • Sociale wijkteams en andere toegangsvoorzieningen tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verwijzen mensen met een beperking actief door naar passend sport- en beweegaanbod in de regio.

  • Een landelijk dekkende structuur van ongeveer 434 regionale samenwerkingsverbanden waar vraag en aanbod gematched wordt en dat in 2019 zelfstandig gecontinueerd kan worden. De samenwerkingsverbanden komen tot stand door met maatwerk binnen de regio’s bestaande structuren op lokaal niveau te verbinden en te versterken.

  • Verbetering van het sport- en beweegaanbod op 4305locaties binnen de regio’s. Met maatwerk binnen de regio’s wordt het aanbod op basis van de vraag vanuit de doelgroep en de interesse van de sport- en beweegaanbieder aangepakt. Dit resulteert in duurzame meerjarenplannen en activiteiten van aanbieders, met aandacht voor de kwaliteit, het kader en de accommodatie. De aanbieders werken samen met partijen uit de buurt en fondsen.

Voorbeeld van een regionaal samenwerkingsverband: Uniek Sporten

Uniek Sporten is een samenwerkingsverband (of sportloket) op het gebied van aangepast sporten in de regio Arnhem en Nijmegen. Het doel is om meer mensen met een beperking structureel te laten sporten of bewegen. De coördinatoren aangepast sporten van Uniek Sporten werken intensief samen met partijen in de regio. Inmiddels heeft dit in de regio Arnhem geleid tot structurele samenwerking met achttien partijen vanuit overheden, zorg, (speciaal) onderwijs en ondersteunende organisaties. Resulterend in een stijging van 10% ten aanzien van de sportparticipatie van de doelgroep in Arnhem (1-meting in 2014).

(bron: www.sportindebuurt.nl)

Omdat ik het belangrijk vind de doelgroep te betrekken, stel ik het zeer op prijs dat onder andere MEE Nederland6 bij de uitvoering is betrokken. Met de betrokkenheid van MEE Nederland wordt gezorgd voor een structurele versterking richting de doelgroep. Dit gebeurt zowel via individuele ondersteuningstrajecten als bijvoorbeeld via wijkteams, revalidatie-instellingen en speciaal onderwijs. Daarnaast heb ik de afgelopen jaren met de programma’s Special Heroes, Revalidatie, Sport en Bewegen en Zo kan het ook! een specifiek deel van de groep mensen met een handicap bereikt. De subsidies vanuit VWS voor Special Heroes en Revalidatie, Sport en Bewegen lopen eind 2015 af. Ik hecht belang aan goede borging van deze programma’s.

Pijler 2 Feiten en cijfers (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Stichting Onbeperkt Sportief, NISB, Sociaal en Cultureel Planbureau, Mulier Instituut en NOC*NSF)

Er is meer kennis nodig over de doelgroep en al beschikbare regionale en landelijke informatie moet beter gedeeld worden. Deze pijler richt zich op:

  • sturingsinformatie: om over structurele sturingsinformatie te beschikken worden enkele van de kernindicatoren sport uitgesplitst voor mensen met een beperking. Bijvoorbeeld de indicator over het beweeggedrag. Ook zijn er veel verschillende soorten beperkingen (motorisch, visueel, auditief, verstandelijk), die om verschillend beleid vragen. Met een betere koppeling van bestaande databronnen moet meer inzicht komen in de behoeften van en belemmeringen voor mensen met specifieke beperkingen;

  • specifieke matching informatie: een overzicht van het aanbod binnen een regio (welke sporten en beweegactiviteiten, voor welke beperkingen) en waar mensen met een specifieke beperking bereikt kunnen worden. De informatie over het aanbod wordt deels geleverd door de regionale samenwerkings-verbanden, en deels door landelijke informatie over bijvoorbeeld accommodaties en sportverenigingen. De kennisinstituten helpen met het inzichtelijk maken specifieke doelgroepen bereikt kunnen worden. Ook inventariseren en valideren zij goede voorbeelden van producten, trainingsmethodes en interventies;

  • ontsluiting informatie via kennisportaal: de beschikbare kennis en informatie wordt gebundeld bij het Kenniscentrum Sport i.o. 7 en ontsloten via het nieuwe kennisportaal. Doordat de informatie makkelijk vindbaar en publiek toegankelijk is, wordt versnippering tegengegaan en bevorderd dat iedereen toegang heeft tot de informatie. De kennis van het portaal is ook gemakkelijk te ontsluiten via lokale of regionale websites en sites van partnerorganisaties.

De eerste stappen zijn gezet. Zo heeft het RIVM op basis van de «Gezondheidsmonitor GGD-en, CBS en RIVM 2012» het rapport «Beweeg- en sportgedrag van mensen met een chronische aandoening of lichamelijke beperking» opgesteld. Hierin is op landelijk, regionaal en op gemeente niveau informatie terug te vinden over sport en bewegen in relatie tot verschillende aandoeningen. De basis van het rapport is de GGD-monitor onder 400.000 Nederlanders. Voor het eerst zijn nu op grootschalig niveau cijfers over mensen met een beperking en een chronische aandoening geanalyseerd.

De rapportage laat ook zien dat we nog veel minder weten over mensen met een beperking dan over mensen met een chronische aandoening. Vandaar dat ik in het nieuwe beleidskader gehandicaptensport ook expliciet aandacht vraag om kennis over en voor deze doelgroep te vergaren. Het RIVM rapport ontvangt u als bijlage bij deze brief8.

Pijler 3 Meer aandacht binnen het programma Sport en Bewegen in de Buurt (ZonMw, NISB, VSG en NOC*NSf)

Met het programma Sport en Bewegen in de Buurt wil ik bijgedragen aan een gezonde en actieve samenleving door mensen meer kansen te bieden om te sporten en bewegen. Er komt meer aandacht voor mensen met een beperking binnen dit programma door specifieker in te zetten op het sporten en bewegen van mensen met een beperking via de Sportimpuls en de inzet van buurtsportcoaches.

Om dit te bereiken worden de volgende stappen gezet:

  • Iedere Sportimpuls aanvrager moet erkende interventies gebruiken. De ruim vijftien erkende interventies gericht op of geschikt voor mensen met een beperking worden beter onder de aandacht gebracht bij de aanvragers. Ook is de breed inzetbare interventie »iedereen kan sporten» (zie kader), na een succesvolle kwaliteitstoetsing, toegevoegd aan de erkende interventies.

  • Lokale adviseurs ondersteunen Sportimpuls aanvragers. De kennis van deze adviseurs over gehandicaptensport wordt versterkt, zodat kansrijke initiatieven beter ondersteund worden.

  • In de verschillende bijeenkomsten en communicatieproducten van het programma komt extra aandacht voor mensen met een beperking. Tijdens recent regionale «lerende netwerken sport en bewegen in de buurt» en de bijeenkomst voor Sportimpuls adviseurs zijn de geschikte interventies en goede voorbeelden van succesvolle aanvragen al toegelicht.

  • De partners informeren en stimuleren gemeenten om al dan niet gezamenlijk buurtsportcoaches in te zetten ten behoeve van de gehandicaptensport. Dit gebeurt onder meer met een handreiking met goede voorbeelden, zoals bewezen interventies en kosten-batenanalyses.

  • De zogenaamde kwaliteitimpuls zorgt voor de kennisontwikkeling van de buurtsportcoaches met onder meer kennisproducten en instrumenten voor de coaches. Binnen de kwaliteitimpuls komt er een overzicht voor de buurtsportcoaches van relevante bijscholingsmogelijkheden en van tips en trucs rond sporten en bewegen voor mensen met een handicap.

Iedereen kan sporten

«Iedereen kan sporten» is één van de erkende interventies gericht op mensen met een beperking. Het is een methode voor het creëren van aangepast en/of geïntegreerd sportaanbod bij sportverenigingen. Het doel is mensen met een beperking structureel te laten sporten.

Iedereen kan sporten bestaat uit een stappenplan die door de (vraaggerichte) vorm(en) van sport en doelgroep(en) lokaal op maat gemaakt wordt met specifiek sportaanbod. Sportbonden hebben ruim 35 soorten sportaanbod beschikbaar voor mensen met een motorische, visuele, auditieve, verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Denk bijvoorbeeld aan G-honkbal, Rolstoelbasketbal of Grenzeloos zwemmen.

Het stappenplan is gebaseerd op de ervaringen met het beschikbare (aangepaste) sportaanbod van sportbonden, waaruit blijkt dat er vergelijkbare randvoorwaarden nodig zijn om lokaal tot de match tussen vraag en aanbod te komen.

(bron: www.nocnsf.nl/samensporten & www.netwerkinbeweging.nl)

Versterking van het programma

De doelstelling van het programma Grenzeloos Actief wordt breder omarmd. Ook met de relevante partijen die niet direct bij de uitvoering betrokken zijn, blijven we in gesprek over de inhoud van het programma en hun rol daarin. Het gaat om partijen zoals de PO raad, het Fonds Gehandicaptensport, Revalidatie Nederland, Ieder(in) en de Cruyff Foundation. Hiermee streef ik naar een verbinding met zo veel mogelijk partijen die dit programma kunnen versterken, en die daarmee het voorbeeld van het Fonds Gehandicaptensport en haar 1% FairShare partners willen volgen.

Financiën

Voor de uitvoering van dit beleid heb ik 6,6 miljoen euro tot en met 2018 beschikbaar. 2 miljoen hiervan is bestemd voor voortzetting van de huidige vervoersregeling gehandicaptensport. Ik ga na hoe de vervoersregeling ingebed kan worden in de vernieuwde infrastructuur gehandicaptensport.

De verantwoordelijkheid voor passend sport- en beweegaanbod ligt bij lokale en regionale partijen. Voor een succesvolle borging van de regionale samenwerkings-verbanden na 2018 verwacht ik dat ook gemeenten en (in mindere mate) provincies mensen of middelen zullen inzetten. Tevens daag ik alle partijen uit om lokaal zoveel mogelijk samenwerking te zoeken met fondsen en bedrijven om de middelen voor de uitvoering te vergroten.

Monitoring

Een stuurgroep bestaande uit MEE Nederland, VSG, NOC*NSF, Sportkracht12 en het Kenniscentrum Sport i.o. zorgt voor de monitoring en bijsturing van het programma. Met een jaarlijkse voortgangsrapportage zal ik de Tweede Kamer informeren over de voortgang, het bereik en de uitkomsten van het programma. In ieder geval zal in de voortgangsrapportage terugkomen:

  • In hoeveel van de (43 Wmo-)regio’s regionale samenwerkingsverbanden zijn opgericht en daarmee actuele, accurate en eenduidige informatie laagdrempelig vindbaar is over het sport- en beweegaanbod in de regio voor mensen met een handicap.

  • Hoeveel sportverenigingen en andere aanbieders geregistreerd sport- en beweegaanbod bieden, toegankelijk voor mensen met een handicap.

  • Wat de uitkomsten zijn van de kernindicatoren gehandicaptensport.

  • Welke informatie ontsloten is via het kennisportaal rondom sporten en bewegen voor mensen met een beperking.

  • Hoeveel buurtsportcoaches ingezet worden, die zich richten op mensen met een beperking.

  • Hoeveel Sportimpuls aanvragen ingediend zijn gericht op het langdurig sporten en bewegen van mensen met een beperking.

Over de wijze van de evaluatie van dit programma zal ik u bij de voortgangsrapportage van 2016 informeren.

Tot slot

De uitvoeringspartijen zorgen met deze plannen voor een eenduidige en toch regionale aanpak. Zo hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te worden. Voor mensen met een handicap wordt actuele, accurate en eenduidige informatie over toegankelijke sport- en beweegmogelijkheden makkelijk vindbaar. Voor de gemeenten en aanbieders komt er meer informatie om gerichter het aanbod te versterken.

Zo geef ik met het programma Grenzeloos actief invulling aan het regeerakkoord door te bevorderen dat mensen met een beperking die willen sporten of bewegen passend en toegankelijk aanbod in de buurt kunnen vinden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 30 234, nr. 113

X Noot
2

In deze brief is geen onderscheid gemaakt tussen de termen mensen met een handicap, mensen met een beperking en gehandicapten.

X Noot
3

Fonds Gehandicaptensport zet zich in om sport voor iedereen met een handicap mogelijk te maken, het sportaanbod kwalitatief en kwantitatief te verbeteren en meer aandacht te vragen voor de gehandicaptensport.

X Noot
4

Dit betreft het aantal Wmo-regio’s. Gemeenten kiezen uiteindelijk zelf, op pragmatische wijze, voor de schaalgrootte van een regionaal samenwerkingsverband.

X Noot
5

Gebaseerd op 43 regionale samenwerkingsverbanden met gemiddeld 10 locaties met verbeterd sportaanbod.

X Noot
6

MEE ondersteunt mensen met een beperking en hun netwerk op alle leefgebieden en in alle levensfasen.

X Noot
7

Kamerstuk 30 234, nr. 116

X Noot
8

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven