30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2006

Tijdens het algemeen overleg over de Ministeriële Top Duurzame Ontwikkeling (UN CSD-14) (30 196, nr. 7) met de staatsecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking op 26 april jl. heb ik uw Kamer toegezegd na te gaan wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de criteria voor duurzame palmolie en de ontwikkelingen in Kalimantan. Voorts heb ik toegezegd na te gaan of er al een impactstudie is gedaan naar de koppeling tussen duurzame energie en de Millennium Development Goals en of een dergelijke studie wellicht zinvol is.

Criteria voor duurzame palmolie

In november 2005 heeft de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO) duurzaamheidcriteria voor de productie van palmolie aangenomen. De RSPO bestaat uit bedrijven (plantage eigenaren, handelaren en gebruikers die bij elkaar 1/3 van de wereldhandel in palmolie in handen hebben) en uit NGOs. Ook heeft de RSPO aangegeven een periode van twee jaar in te ruimen voor implementatie. Tijdens een bijeenkomst van 25 april jl. is besloten dat de deelnemers aan de RSPO deze criteria eerst op hun eigen plantages zullen toepassen. Pas daarna wordt het verdere traject voor implementatie bepaald. Een aantal bedrijven dat lid is van de RSPO heeft plantages op Kalimantan.

Daarnaast heeft de Nederlandse overheid in 2005 een partnerschap palmolie met de Indonesische en Maleisische overheden afgesloten. Dit partnerschap richt zich op expertise- en informatieuitwisseling, training, onderzoek, dialoog en sectorbrede samenwerking. Het belang van een duurzame marktketen is de gemeenschappelijke verbindende factor in dit partnerschap. Concrete projecten zijn:

– Onderzoek naar contaminaties in de palmolieketen (Indonesië)

– Faciliteren van secretariaat van de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO) in Jakarta (Indonesië)

– Studie en training voor duurzaam bosbeheer en palmolieproductie (Indonesië)

– Training van laboratoriummedewerkers (Indonesië en Maleisië)

– Uitwisseling van kennis en informatie over publieke en private normen en eisen ten aanzien van oliepalm (Indonesië en Maleisië)

In de loop van 2006 gaan initiatieven van start die gericht zijn op ondersteuning van kleine landbouwbedrijven voor het behoud van biodiversiteit door duurzame palmolieproductie. Hierbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met de RSPO gezocht.

Impactstudie

In een aantal recente impactstudies wordt de koppeling aangegeven tussen de toegang tot moderne energiediensten en het behalen van de millennium ontwikkelingsdoelen. Deze studies tonen een sterke relatie aan tussen de toegang tot moderne energie, het Bruto Nationaal Product en fase van ontwikkeling. Met moderne energiediensten wordt bedoeld die vormen van energie die in mindere of meerdere mate duurzaam zijn. Het gaat daarbij om energie voor koken en het opwekken van elektriciteit. Voor MDG7 (onder andere reductie van CO2 uitstoot) zijn specifiek verhoging van energie-efficiënte, intensivering van energiebesparing en toepassing van hernieuwbare energie relevant.

Verschillende VN-organisaties zetten in op het versterken van de cruciale rol van energie voor de realisatie van de millennium ontwikkelingsdoelen. Zo toont de UNDP in het document «Energizing the Millennium Development Goals» aan dat het ontbreken van moderne energievoorzieningen een remmend effect heeft op het behalen van de nationale ontwikkelingsdoelen. Tevens verwijst de UN Energy, een coördinatieorgaan van de Verenigde Naties voor energie, naar de sterke relatie tussen de energieconsumptie per hoofd van de bevolking en de Human Development Index.

De East African Commission heeft binnen het kader van de armoedestrategie van de afzonderlijke lidstaten een analyse gemaakt van de relatie tussen energiegebruik en de millennium ontwikkelingsdoelen Ook deze analyse maakt duidelijk dat er een vicieuze cirkel bestaat van lage inkomens leidend tot een laag energieverbruik. De commissie beveelt aan om meer inspanningen te richten op onderwijs en training als een goede mogelijkheid om met behulp van energie meer toegevoegde waarde ten behoeve van de export te creëren.

De Energy Outlook 2004 van het Internationale Energie Agentschap gaat uitgebreid in op de relatie energie en ontwikkeling en de effecten op het behalen van de millennium ontwikkelingsdoelen. Uit de scenario’s komt duidelijk naar voeren dat vooral Afrika achterblijft. De toegang tot energie is zowel oorzaak als gevolg van een achterblijvende ontwikkeling. Het Agentschap beveelt aan het subsidiëren van elektrificatie van arme ontwikkelingslanden te overwegen omdat de economische baten groter zijn dan de kosten van subsidiering. De subsidie zou gebruikt kunnen worden voor het aansluiten van gebruikers op het net en voor het verlagen van de tarieven voor kleinverbruikers.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Naar boven