30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 768 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2021

Onlangs informeerde ik u over de voortgang van het wetsvoorstel Wet Collectieve warmtevoorziening.1 In deze brief refereerde ik aan een advies van de Landsadvocaat dat bevestigt dat de behoefte van gemeenten om vooraf een expliciete voorkeur uit te kunnen spreken voor een bepaald type warmtebedrijf, te weten publiek, privaat of een samenwerkingsvorm, op gespannen voet staat met het in het wetsvoorstel gekozen uitgangspunt dat allerlei type warmtebedrijven op gelijke voet moeten kunnen deelnemen aan de beoogde ontwikkeling en groei van de warmtemarkt. Binnen dat uitgangspunt is die behoefte ook niet verenigbaar met Europees recht. Tijdens het Notaoverleg Klimaat & Energie op 7 juli 2021 (Kamerstuk 32 813, nr. 817) vroeg uw Kamer de onderbouwing te krijgen. Dit advies doe ik u hierbij toekomen2.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 30 196, nr. 764

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven