Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2020
De subsidie voor Hernieuwbare Energie [HER] richt zich op innovatie bij de productie
van hernieuwbare energie. Voorbeelden die via de HER gesubsidieerd zijn bijvoorbeeld
nieuwe technieken om windmolens op zee sneller en met minder geluid te heien of het
op efficiënter omzetten van afvalstromen zoals rioolwaterslib naar groen gas. De HER
kan gezien worden als voorportaal van de SDE+, innovaties leiden ertoe dat er voor
de productie van duurzame energie (in de exploitatiefase) minder subsidie nodig is.
De subsidie van de HER is kleiner of gelijk aan de potentiele besparing.
Uit de beleidsevaluatie (Kamerstuk 30 196, nr. 572) blijkt dat projecten die HER subsidie krijgen binnen enkele jaren een bijdrage leveren
aan duurzame energieopwekking en dat de HER (ook voor het midden- en kleinbedrijf)
een toegankelijk subsidie-instrument is en dat de HER conform de doelstellingen wordt
ingezet voor innovatieprojecten.
De HER heeft een vervaldatum van 31 december 2020.
In de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn
van maximaal vijf jaren bevatten.
Gezien het belang van innovatie voor kostenefficiënte opwekking van duurzame energie,
ben ik voornemens om de HER in lijn met de afspraken in het Klimaatakkoord tot 31 december
2023 te verlengen (zoals eerder aangekondigd in mijn brief van 17 december 2019 (Kamerstuk
32 813, nr. 440).
Om die reden leg ik de regeling die strekt tot wijziging van het moment dat de HER
vervalt aan u voor1 en zal ik deze regeling niet eerder vaststellen dan 30 dagen na verzending van deze
brief conform artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Met de verlenging van de HER wordt een substantiële bijdrage geleverd aan kennis-
en technologieontwikkeling en draag ik bij aan het kosteneffectief realiseren van de klimaatdoelen in 2030.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes