30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 679 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2019

Met mijn brief van 7 maart 2019 (Kamerstuk 30 196, nr. 621) zond ik u mede namens de Staatssecretaris van IenW het rapport van ABDTOPConsult over de wijze waarop opdrachtgevers binnen de rijksoverheid door het inzetten van hun inkoopkracht de duurzame transitie van Nederland kunnen versnellen.

In die brief zegde ik uw Kamer een ambitieuze rijksbrede inkoopstrategie toe met daarin de visie van het kabinet op hoe de generieke en specifieke overheidsinkoop en daarmee de samenwerking met de leveranciers van het Rijk bij moet gaan dragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken en bijbehorende transities.

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van IenW, deze rijksbrede inkoopstrategie aan1.

Veel nationale en internationale ontwikkelingen raken aan de rijksbrede inkoop. Het kabinet pakt het probleem van de klimaatverandering aan en versnelt de ontwikkeling naar een circulaire economie. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt willen wij baankansen creëren en wij willen kwetsbare groepen in de arbeidsmarkt beschermen. Wij hebben daarbij oog voor de arbeidsomstandigheden in de productieketen van onze leveranciers. De innovatiekracht van onze economie is een belangrijke bron van slimme en blijvende oplossingen en van werkgelegenheid. Het kabinet vraagt van burgers en bedrijven dat zij bijdragen aan deze doelen; ook het Rijk zelf doet mee. Overheidsinkoop, en de samenwerking met de leveranciers van het Rijk, zien wij als een krachtig instrument om duurzame, innovatieve en sociale ontwikkeling te stimuleren. Als Rijk kopen wij jaarlijks voor ruim 10 miljard in bij vele bedrijven. Daarmee kunnen en willen wij een verschil maken. Bovendien heeft het Rijk een voorbeeldrol voor de rest van Nederland. Wij willen laten zien dat het kan en dragen bij aan het realiseren van maatschappelijk effect via de circa 73 miljard inkoopspend van de gezamenlijke overheden.

Sinds 2008 is er aandacht voor maatschappelijk verantwoord inkopen. In die zin is het via inkoop realiseren van maatschappelijke doelen niet nieuw. Nieuw is dat, in aansluiting op het recente Klimaatakkoord, de Kabinetsreactie circulaire economie en de banenafspraak, het kabinet met deze inkoopstrategie die ambities van het Rijk ondersteunt. Bovendien is – anders dan in het verleden – deze inkoopstrategie nadrukkelijk gericht op de gehele organisatie en duurzaam opdrachtgeverschap. Het is daarmee de inkoopstrategie voor beleid, opdrachtgevers en inkopers. Ook sluit deze strategie aan op een belangrijk deel van de aanbevelingen uit de evaluatie van het beleid op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze evaluatie is in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd en zal door mijn collega van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan uw Kamer worden gezonden.

Ik hecht eraan te benadrukken dat het kabinet met de rijksbrede inkoopstrategie een kantelpunt markeert in het denken over inkopen binnen het Rijk. Zoals bekend is de afgelopen jaren veel tijd en energie geïnvesteerd in rechtmatig en efficiënt inkopen. Dat is en blijft natuurlijk randvoorwaardelijk, maar is niet het hoofddoel van het inkopen door het Rijk. Het Rijk koopt immers ook in om maatschappelijke effecten te kunnen bereiken, zaken te realiseren en resultaten te boeken.

Het doel hiervan is om actief bij te dragen aan de uitvoering van het beleid van dit kabinet en om het maatschappelijk effect bewust en gericht te maximaliseren. Bijvoorbeeld door het hanteren van een CO2-prijs. Het is nodig dat naast de vereiste rechtmatigheid en efficiency het toevoegen van maatschappelijke waarde in elke inkoopopdracht een prominente plek krijgt. Het toevoegen van maatschappelijke waarde is geen secundair doel of bijzaak, het raakt de kern van de opgaven waar dit kabinet voor staat.

Deze inkoopstrategie gaat uit van de eerder geformuleerde doelen om bij te dragen aan duurzame, sociale en innovatieve groei. De voortgang wordt gemonitord en uw Kamer wordt hierover geïnformeerd via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk alsook de jaarlijkse Klimaatnota. Bij de monitoring zal er nadrukkelijk niet alleen gekeken worden of MVI is uitgevraagd maar ook naar de resultaten en effecten. Waar resultaat en effect uitblijven zullen wij bijsturen en zorgen voor verdere aanscherping van en vertalingen in opdrachten en inkoopuitvoering van het Rijk.

Tenslotte merk ik op dat de strategie moet worden gezien als een belangrijke hefboom om het proces van maatschappelijke waardecreatie verder op gang te brengen. Hiermee zetten wij een belangrijke stap om de inkoopkracht van het Rijk maximaal in te zetten voor de duurzame transitie van Nederland.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven