Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2019
Op 23 mei 2017 hebben zes organisaties het «Convenant 10 PJ energiebesparing gebouwde
omgeving» ondertekend, met daarin afspraken om 10 Petajoule (PJ) extra energiebesparing
te realiseren bij voornamelijk woningen. Daarmee geven deze partijen concreet invulling
aan hun deel van de besparingsdoelstelling uit het Energieakkoord.
Bijgevoegd bij deze brief stuur ik u de monitoringsrapportage toe waarin de tot eind
2018 behaalde effecten en resultaten binnen dit convenant worden beschreven1. Het algemene beeld dat volgt uit de rapportage is dat we goed op koers liggen voor
het behalen van de gestelde doelen. De uitrol van het «verbeterd verbruikskostenoverzicht»
(VKO) en energieverbruiksmanagers zoals apps en slimme thermostaten, verloopt boven
verwachting. De geschatte gezamenlijke besparing hiervan ligt inmiddels op 9,6 PJ.
Momenteel wordt een effectmeting uitgevoerd die moet leiden tot een verbeterd inzicht
in het daadwerkelijke bespaareffect van het verbeterd VKO. De uitkomsten van dit onderzoek
zullen volgens afspraak in het laatste kwartaal van 2019 worden opgeleverd. Aan de
hand daarvan kan bovengenoemde inschatting van 9,6 PJ energiebesparing worden aangescherpt.
Tevens zullen de aannames die het PBL hanteert voor de Klimaat- en Energieverkenning
(KEV) als monitor van het nationale energieverbruik op basis van deze uitkomsten waar
nodig worden verbeterd.
De monitoringsrapportage laat de potentie zien van verbruiksinzicht voor het bewerkstelligen
van gedragsverandering om het energieverbruik van huishoudens te laten dalen. De volgende
stap, namelijk het nemen van fysieke besparingsmaatregelen zoals isolatie, blijft
daarbij nog achter. Het installatiemoment van slimme meters bijvoorbeeld wordt momenteel
nog niet ten volle benut voor het geven van bruikbare voorlichting over energiebesparingsmogelijkheden.
Er lijkt ook nog extra winst te behalen door het verder stimuleren van consumenten
om gerichte maatregelen te treffen. Een verklaring waarom dat nog achterblijft ligt
onder meer in de volle orderportefeuilles bij installatiebedrijven en de beperkte
directe rol die de installateurs hebben bij het geven van besparingsadviezen.
Uit de rapportage blijkt dat het aantal huishoudens dat inmiddels beschikt over een
VKO en/of energieverbruiksmanager flink hoger ligt dan verwacht. Dat is een positieve
ontwikkeling die leidt tot een flink potentieel voor energiebesparing. Die potentie
kan nog wel beter worden waargemaakt dan nu het geval is, zoals ook de Marktbarometer
Aanbieding Slimme Meters Voortgangsrapportage 2018 (Kamerstuk 30 196, nr. 668) laat zien. Het inzicht dat consumenten uit inzichtdiensten opdoen kan nog verder
worden omgezet in handelingsperspectief voor het nemen van concrete besparingsmaatregelen.
Het is de inzet van de convenantspartijen om deze verbetermogelijkheden, ook in het
licht van de gemaakte afspraken, verder te benutten.
In de loop van 2020 zal ik u opnieuw op de hoogte brengen van de vorderingen die in
het kader van dit convenant in 2019 worden geboekt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes