nr. 47
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2009
Op 4 september 2008 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd
over het verbeterde energielabel voor woningen (Kamerstuk 30 196, nr. 37).
In deze brief is aangekondigd dat per 1 januari 2009 een vernieuwd
en verbeterd energielabel1 wordt geïntroduceerd
om het consumentenvertrouwen in het energielabel te bevorderen. De aanleiding
om te komen met een verbeterd energielabel was de verwarring die bij woningeigenaren
bestond over de informatie op het label. Het energielabel is bedoeld om de
energieprestatie en de mogelijkheden om deze te verbeteren te kunnen vergelijken
tussen woningen van hetzelfde type. In de praktijk blijkt echter dat woningeigenaren
de classificatie ook gebruiken om verschillende woningtypen met elkaar te
vergelijken. Daar is de classificatie niet voor geschikt.
Toegezegd is om de uitleg en informatie op het energielabel aan te passen
en het energielabel voor woningen duidelijker te maken. Het energielabel zou
op verschillende onderdelen worden aangepast. Een afbeelding van het woningtype
zou worden toegevoegd aan het verbeterd energielabel, voor de indicatie van
het gestandaardiseerd energieverbruik in Megajoules per m2 zou
worden onderzocht of een meer begrijpelijke en aansprekende eenheid van energiegebruik
kan worden toegepast en de toelichting op de verbetermaatregelen zou worden
uitgebreid. Bovendien heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat het verbeterde
energielabel zou worden getest onder consumentenpanels.
Bij het proces om te komen tot het verbeterde energielabel zijn vele belanghebbenden
betrokken geweest. Er is een werkgroep labelverbetering opgericht waar onder
meer de Woonbond, Aedes, NVM, Stichting EPK, IKOB-BKB, SKW certificatie, IVBN,
Vastgoed Belang, Energiened MKB, Stichting Meer met Minder, Uneto-VNI, ONRI,
AvePA, Nederlandse Isolatie Industrie en ISSO hebben geparticipeerd. De Vereniging
Eigen Huis is voor alle werkbijeenkomsten uitgenodigd. Daarnaast zijn er allerlei werksessies georganiseerd met marketeers, technische experts en softwareleveranciers
om het verbeterd energielabel tot stand te brengen. Doel van deze aanpak was
om de professionals in de gelegenheid te stellen om hun input te leveren en
op deze manier draagvlak te verwerven voor het verbeterde energielabel.
De verbetering is specifiek gericht op de eindgebruiker van het energielabel
voor woningen, de woningeigenaar of huurder. Om het resultaat te kunnen beoordelen
zijn er uiteindelijk drie verbeterde versies van het prototype getoetst. Er
heeft zowel een kwalitatieve toetsing als een kwantitatieve toetsing plaats
gevonden. De kwalitatieve toetsing bestond uit 20 diepte-interviews onder
huurders en woningeigenaren. De kwantitatieve toetsing is uitgevoerd onder
500 woningeigenaren en huurders en 175 professionals, onder meer medewerkers
van woningcorporaties en energielabeladviseurs. De Vereniging Eigen Huis is
aanwezig geweest bij een aantal diepte-interviews.
De resultaten van deze marktonderzoeken geven aan dat de nieuwe ontwerpen
de voorkeur verdienen boven het bestaande label. De onderzoeken toonden aan
dat er een lichte voorkeur bestond voor het beeldmerk «Pion» (zie
bijlage voor prototype). De «Pion» is in de visie van consumenten
en professionals het meest aansprekend om het handelingsperspectief te verbeelden.
De afbeelding van het woningtype maakt duidelijk met welk woningtype een vergelijking
kan worden gemaakt. Er is voor gekozen om voor een relatief grote variatie
aan woningtypen af te beelden, zodat de woningeigenaar of huurder het eigen
woningtype op het verbeterde energielabel herkent.
Het jaarlijks energieverbruik staat afgebeeld in megajoules en niet langer
in megajoules per m2. Deze eenheid kan op deze manier namelijk
wel gebruikt worden om een vergelijking te maken tussen woningtypen. Dit geeft
inzicht in het absoluut gebouwgebonden jaarlijks energieverbruik. Een overgang
naar een andere eenheid dan megajoules blijkt op korte termijn niet realiseerbaar
omdat dit een aanpassing van de methodiek en software vereist. Afgesproken
is dat er zo snel mogelijk een overgang gemaakt gaat worden naar M3 gasverbruik
en KWh om het gebouwgebonden energieverbruik aan te geven. Dit is mogelijk
bij de eerstvolgende software aanpassing in oktober 2009.
Dit aan u gepresenteerde prototype zal de komende weken uitgerold worden.
De uitkomsten van de consumentenonderzoeken zijn bepalend geweest voor de
vormgeving van het verbeterde energielabel. Op basis van het verbeterde energielabel
moet de komende tijd de software worden aangepast en de Regeling Energieprestatie
Gebouwen gewijzigd. Mijn streven is dat het verbeterde energielabel de eerste
week van maart beschikbaar is. Rond 1 maart zal ik – in samenwerking
met de al eerder genoemde betrokken partijen – publicitair ruim aandacht
besteden aan het verbeterde energielabel.
Op vrijwillige basis kunnen woningeigenaren, inclusief woningcorporaties
en particuliere verhuurders, die over een huidig label beschikken, gebruik
maken van de mogelijkheid om via internet een verbeterd label kosteloos aan
te schaffen. Dit label komt overeen met het meegestuurde prototype en is in
de 1e week van maart verkrijgbaar. De bestaande energielabels behouden wel
hun juridische geldigheid van tien jaar. De classificering op deze energielabels
is namelijk juist.
Het hierbij gepresenteerde verbeterde energielabel voor woningen is in
mijn visie een stap vooruit voor de woningeigenaar. De resultaten van het
consumentenonderzoek bevestigen dit.
Voor het energielabel in de utiliteitsbouw wordt momenteel gekeken of
een vergelijkbare verbetering gerealiseerd moet worden. Het uitgangspunt is
om zoveel mogelijk uniformiteit te creëren tussen het energielabel voor
woningen en gebouwen, met inachtneming van de sectorspecifieke kenmerken van
de utiliteitsbouw.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. E. van der Laan