30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 389 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2016

Hierbij bieden wij het rapport «Bevorderen effectiviteit duurzaamheidskeurmerken» aan1. Het rapport is opgesteld door Milieu Centraal. In deze brief geven wij onze reactie op dit rapport en betrekken daarbij tevens het recent door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) uitgevoerde onderzoek2.

Samenvatting van de onderzoeken

De aanleiding voor beide rapporten werd gevormd door signalen over het grote aantal keurmerken. Het onderzoek van Milieu Centraal is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de ACM heeft haar onderzoek op eigen initiatief uitgevoerd.

Uit beide onderzoeken blijkt dat keurmerken een positieve bijdrage kunnen leveren aan duurzaamheid maar ook dat de effectiviteit verbeterd kan worden. In beide onderzoeken wordt geconstateerd dat de grote hoeveelheid keurmerken en de onduidelijkheid waar een keurmerk voor staat het vertrouwen van consumenten in keurmerken kunnen ondermijnen. Dat heeft tot gevolg dat de effectiviteit van keurmerken vermindert.

Om de effectiviteit van keurmerken te verbeteren doet Milieu Centraal de volgende aanbevelingen:

  • Zorg voor grotere bekendheid van bestaande, erkende keurmerken.

  • Vergroot het vertrouwen in duurzame keurmerken door de mogelijkheid van een Vraagbaak/Meldpunt keurmerken (duurzaamheidsclaims) te verkennen.

De ACM roept marktpartijen en brancheorganisaties op om samen met consumentenorganisaties, stappen te zetten om te komen tot een kader voor het oprichten en beheren van keurmerken. De ACM geeft aan dat de overheid daarbij een coördinerende en aanjagende rol zou kunnen vervullen.

Beleidsreactie

Keurmerken worden gebruikt om transparantie en informatie te bieden. Het zijn private instrumenten die door bedrijven gebruikt worden om zich in de markt te onderscheiden. Uit de beide onderzoeken blijkt dat de huidige wildgroei een risico is voor de effectiviteit van keurmerken. De private sector is dan ook als eerste aan zet om dit probleem aan te pakken.

De overheid kan ook een belang hebben bij private keurmerken, omdat deze kunnen bijdragen aan beleidsdoelen. Zo zijn keurmerken voor consumenten en bedrijven een belangrijke informatiebasis om duurzame keuzes te kunnen maken. Effectieve keurmerken kunnen daarmee bijdragen aan verduurzaming.

De aanbevelingen van Milieu Centraal nemen wij over. Wij zullen in overleg treden met Milieu Centraal, Stichting Milieukeur, Voedingscentrum en consumentenorganisaties over de invulling van de aanbevelingen en op welke wijze een meldpunt kan worden ingericht.

Voorts roepen wij de betrokken organisaties op om de aanbevelingen van Milieu Centraal en de ACM op te pakken en te komen tot een kader voor het oprichten en beheren van keurmerken om daarmee de effectiviteit te vergroten. Tevens is er de mogelijkheid een keurmerk «onder accreditatie» te brengen. Dit betekent dat de instantie die het keurmerk afgeeft geaccrediteerd wordt door de Raad voor Accreditatie. Daarmee toont de betreffende instantie aan onafhankelijk en deskundig te zijn voor het afgeven van een bepaald keurmerk.

Op het domein voedsel is een groot aantal keurmerken aanwezig voor verschillende aspecten van duurzaamheid. De Alliantie Verduurzaming Voedsel heeft hier samen met Milieu Centraal het initiatief genomen om te komen tot een ordening van keurmerken en voert daartoe overleg met betrokken maatschappelijke organisaties en brancheorganisaties. De ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu zijn eveneens bij dit overleg betrokken en kunnen daarbij faciliteren en aanjagen. De ervaringen van deze aanpak kunnen vervolgens als voorbeeld dienen voor andere sectoren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven