30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 365 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2015

In het ordedebat van 8 oktober jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 12, Regeling van werkzaamheden) heeft het lid Van Tongeren (GroenLinks) verzocht om een reactie op het rapport van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) inzake energielabels. Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.

In opdracht van mijn ministerie voert de NVWA toezicht uit op de naleving van de Wet implementatie EU richtlijnen energie-efficiëntie (WEE). Deze wet regelt onder andere de informatieplicht van fabrikanten aan gebruikers over de energieverbruiksklasse van energie verbruikende apparaten. In het kader van dit toezicht stelt de NVWA jaarlijks een rapportage op. In mei 2015 heeft NVWA een dergelijke rapportage opgesteld over de periode 2013–2014. Het onderliggend onderzoek bestond uit twee elementen: het via inspecties bij verkopers nagaan of de wettelijk verplichte energielabels op de juiste wijze aanwezig waren en het via een steekproef controleren of de aanwezige energielabels bij een select aantal productgroepen ook de juiste informatie weergaven. De productsoorten die in het laatstgenoemde onderzoek gecontroleerd zijn, betreffen wasmachines, was-droogcombinaties, vaatwassers, droogtrommels, koel- en vriesapparaten, ovens, televisies, LED-lampen en mobiele airco’s.

Het verzoek uit het ordedebat heeft betrekking op dit tweede element. In 2013 en 2014 heeft de NVWA een steekproef gedaan om te controleren of de informatie op het energielabel overeenkwam met de daadwerkelijke energie-efficiëntieklasse. Van de geteste apparaten bleken er bij de wasmachines geen afwijkingen te zijn. Bij televisies en LED-lampen waren de afwijkingen beperkt (circa 10%). De labels voor de geteste apparaten uit de productgroepen vaatwassers, droogtrommels, koel- en vriesapparaten en ovens bleek in circa 75% af te wijken. Bij de geteste airco apparaten bleek het afwijkingspercentage 90% te zijn. In alle gevallen betreft het hier een selectieve steekproef van producten waarbij mogelijke afwijkingen werden vermoed. Dat is van invloed op het aantal geconstateerde afwijkingen. De NWVA concludeert dat door het selectieve karakter van de steekproeven en het kleine aantal monsters er geen sprake is van een betrouwbare analyse en representatieve conclusies over het naleefniveau in de markt in het algemeen.

De NVWA voert momenteel nader onderzoek uit naar specifieke groepen elektrische apparaten, namelijk ovens, televisies, spaar- en LED-lampen, wasdrogers, stofzuigers, koelkasten, diepvriezers, airconditioners en vaatwassers. Voor deze productgroepen is gekozen vanwege de eerder geconstateerde afwijkingen bij de steekproeven en vanwege het hoge energiegebruik dat deze apparaten hebben. De resultaten zullen begin 2016 bekend worden gemaakt. Daarnaast zet de NVWA zich in om de naleving te verbeteren door de betrokken producenten te waarschuwen en indien nodig handhavend op te treden.

De WEE vloeit mede voort uit de Europese richtlijn 2010/30/EU over energielabeling voor energiegerelateerde producten. Op 15 juli jl. heeft de Commissie een voorstel (COM (2015) 341) uitgebracht om deze richtlijn te herzien. Dit voorstel voorziet onder meer in de verplichting aan leveranciers om technische productinformatie te registreren in een EU-database. Hierdoor wordt het makkelijker om potentiële overtreders op te sporen. Op 18 september jl. is een BNC-fiche met een reactie van het kabinet op dit voorstel naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 1999).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven