30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 226 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2013

Hierbij stuur ik u twee rapporten, opgesteld in opdracht van het ministerie van BZK, over de monitoring van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad en de utiliteitsbouw1. De eerste is de rapportage over de module Energie van het Woon Onderzoek Nederland 2012 (WoON 2012), gericht op de energetische kwaliteit van de woningvoorraad en het energiegedrag van bewoners in woningen. De titel van het rapport is: «Energiebesparing: Een samenspel van woning en bewoner – Analyse van de module Energie WoON 2012».

Het tweede rapport is de «Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving 2012». Dit is een jaarlijkse monitor, opgesteld door AgentschapNL. De monitor bestrijkt de hele gebouwenvoorraad, dus ook de utiliteitsbouw. Gemonitord worden de vorderingen van Nederland met het realiseren van de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU en de convenantdoelstellingen. Tevens wordt gerefereerd aan de doelstellingen van het Energieakkoord.

Uit de rapporten komt een gemengd beeld naar voren. Er is vooruitgang, maar in 2012 was de voortgang nog onvoldoende om de afspraken uit de convenanten te realiseren. Gemiddeld genomen «vergroenen» de energielabels van woningen, maar blijft de particuliere huursector achter. In de utiliteitsbouw is ook enige verbetering, maar ligt het tempo lager. De nieuwbouw (woning- en utiliteitsbouw) gaat goed, daar wordt de gestelde EPC-norm wel gehaald en soms zelfs overtroffen.

Ik zal deze rapporten tevens aanbieden aan de borgingscommissie van het Energieakkoord. De rapporten geven de stand van zaken weer bij de start van de uitwerking het Energieakkoord, een nulmeting, en kunnen de borgingscommissie als zodanig helpen om het Energieakkoord te monitoren.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven