30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2013

Op 26 september jl. heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) haar zienswijze gepubliceerd op de afspraak in het Energieakkoord voor Duurzame Groei over de sluiting van vijf oude kolencentrales. Hierbij informeer ik uw Kamer over het oordeel van de ACM, conform het verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken (d.d. 26 september 2013). Met deze brief beantwoord ik tevens de vragen die door de leden Vos en De Vries (beiden PvdA) zijn gesteld over het bericht dat Delta de afspraken uit het Energieakkoord dreigt te negeren (ingezonden op 9 september 2013)(Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 128).

Oordeel ACM over de afspraak om vijf oude kolencentrales te sluiten

In het Energieakkoord voor Duurzame Groei is afgesproken dat als onderdeel van de transitie naar een duurzame energievoorziening en in samenhang met de afspraken over hernieuwbare energie vijf oude kolencentrales, allen gebouwd in de jaren »80, uit bedrijf worden genomen.1 Deze afspraak is onder voorwaarde van toetsing door de ACM.

Energie Nederland heeft de ACM gevraagd om een zienswijze op dit onderdeel van het Energieakkoord. Op 26 september jl. heeft de ACM haar zienswijze gepubliceerd.2 Het betreft een voorlopig oordeel van de ACM over de vraag of de voorgenomen afspraak tot het sluiten van de vijf kolencentrales verenigbaar is met art. 6 van de Mededingingswet en art. 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Het bindt de ACM niet voor het al dan niet starten van een formeel onderzoek en het toepassen van haar onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden als een centrale conform het akkoord zou worden gesloten. Het is slechts een richtinggevend voorlopig oordeel over een situatie die in de (nabije) toekomst waarschijnlijk zou ontstaan.

De ACM ziet vooralsnog geen grond dat het mededingingsrecht in dit specifieke geval buiten toepassing moet blijven. Daarnaast is de ACM er onvoldoende van overtuigd dat de uitzonderingsgrond voor het kartelverbod van toepassing is. Volgens onderzoek van ECN in opdracht van de ACM leidt sluiting van de kolencentrales tot een gemiddelde verhoging van de groothandelsprijs van elektriciteit van circa 0,9% over de periode 2016–2021. De milieuvoordelen van sluiting van de centrales wegen hier volgens de ACM niet tegen op. Dit komt mede doordat de CO2-reductie door sluiting van de centrales onder het ETS kan worden opgevuld door andere spelers in het emissiehandelssysteem. Uit deze analyse volgt dat de nadelen van de afspraak voor de Nederlandse elektriciteitsafnemers vooralsnog niet afdoende worden gecompenseerd door de voordelen die ermee worden bereikt, aldus de ACM. De ACM komt dan tot de conclusie dat de afspraak in zijn huidige vorm waarschijnlijk niet verenigbaar is met het mededingingsrecht.

Invulling van de afspraak om de vijf centrales te sluiten

De zienswijze van de ACM wordt momenteel bestudeerd. De bij het Energieakkoord betrokken partijen gaan in overleg om te onderzoeken hoe sluiting van de vijf centrales op de afgesproken tijdstippen bewerkstelligd kan worden. Er zal onder andere bezien moeten worden hoe de maatschappelijke baten van de sluiting van de kolencentrales vergroot kan worden, bijvoorbeeld door het nemen van extra milieumaatregelen. Het ligt in de rede dat Energie Nederland met voorstellen komt. De ACM is, met oog op het welslagen van het energieakkoord, bereid eventuele wijzigingen van de afspraak te bezien waarmee sluiting van de kolencentrales alsnog gerealiseerd kan worden. Daarnaast zullen voorstellen besproken worden met de Europese Commissie. In het licht van dit alles zijn wettelijke maatregelen niet aan de orde.

De leden Vos en De Vries (beiden PvdA) hebben gevraagd naar de positie van Delta in de afspraak over het sluiten van de kolencentrales.3 Net als de andere betrokken energiebedrijven heeft Delta zich als lid van Energie Nederland verbonden aan het Energieakkoord. Ik ga ervan uit dat deze bedrijven staan voor hun handtekening en dus – binnen de mededingingsrechtelijke mogelijkheden – op constructieve wijze zullen werken aan sluiting van hun oude kolencentrales. Hieraan is ook onlosmakelijk verbonden de afspraak over «afschaffing» van de kolenbelasting voor elektriciteitsproductie. Indien de vijf centrales gesloten worden op de in het Energieakkoord genoemde tijdstippen, dan wordt vanaf 1 januari 2016 de vrijstelling voor elektriciteitsproductie in de kolenbelasting weer ingevoerd. In de gesprekken over sluiting van de vijf centrales wordt Delta gelijk behandeld aan de andere betrokken energiebedrijven.

Gevolgen voor het Energieakkoord

De ondertekenaars van het Energieakkoord zijn vast van plan om het volledige Energieakkoord uit te voeren. Ook blijft het uitgangspunt dat de vijf oude kolencentrales op de afgesproken tijdstippen worden gesloten. Dit levert milieuwinst op en is als zodanig een belangrijk onderdeel van het Energieakkoord.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Energieakkoord voor Duurzame Groei, 6 september 2013, p. 46.

X Noot
3

Zie ook de seperate beantwoording van de Kamervragen die gelijktijdig met deze brief aan de Tweede Kamer is verzonden, Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 128

Naar boven