Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2010
Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op 25 november jl. informeer
ik uw Kamer hierbij nader over het gevolg dat is gegeven aan de pilot uit 2006 waarbij de Koninklijke Marechaussee (Kmar)
de bewakingstaak van politieregio Amsterdam-Amstelland heeft uitgevoerd voor verschillende objecten in de gemeente Amsterdam
en Amstelveen.
Huidige taakverdeling
Het bewaken en beveiligen van objecten, maar ook personen en diensten is onderdeel van de reguliere politietaak. Onder normale
omstandigheden is de politie prima toegerust om haar bewakings- en beveiligingstaken naar behoren uit te voeren. De inzet
van de Kmar, buiten de daartoe speciaal aangewezen objecten en gebieden, komt in beginsel pas aan de orde indien er een kwantitatief
of kwalitatief tekort is aan personeel of middelen. Bijvoorbeeld bij een verscherpte terreurdreiging of optreden in het hogere
deel van het geweldsspectrum.
Bevindingen proef inzet Kmar
In de periode van 15 februari 2006 tot en met 30 juni 2006 is een proef gedaan met de uitvoering van de uitvoering van de
bewakingstaken door de KMar in de vorm van bijstand op grond van artikel 58 van de Politiewet 1993. Het betrof 11 objecten
waarvoor bewaking noodzakelijk was als gevolg van een verscherpte terreurdreiging. De pilot is in 2006 geëvalueerd. Uit de
evaluatie is gebleken dat de Kmar in vergelijking met de uitvoering door regiokorps Amsterdam-Amstelland, de bewakingstaken
op effectieve wijze heeft uitgevoerd en de wijze van uitvoering de kwaliteit en de doelmatigheid ten goede is gekomen.
Naar aanleiding van de positieve resultaten is in 2006 bezien of structurele samenwerking met de Kmar op het gebied van bewaken
en beveiligen, wenselijk is. Verschillende alternatieven variërend van enkele kleine wijzigingen in de taakverdeling tot een
volledige overheveling van de bewakingstaak naar de Kmar zijn daarbij geïdentificeerd. Aan de hand van verschillende criteria
waaronder efficiency, kwaliteit, flexibiliteit en financiën zijn de alternatieven nader beschouwd. Hoewel uit de evaluatie
is gebleken dat de Kmar zeer wel in staat is reguliere beveiligings- en bewakingstaken op effectieve en kwalitatief hoogwaardige
wijze uit te voeren, heeft mijn ambtsvoorganger geconstateerd dat een overheveling van de objectbewakingstaak naar de Kmar
de nodige organisatorische, formatieve en financiële consequenties heeft. Daarbij is eveneens in ogenschouw genomen dat verreweg
de meeste bewakingsopdrachten worden uitgevoerd in en rond Den Haag. Het regiokorps Haaglanden heeft daarvoor een gespecialiseerde
bewakings- en beveiligingseenheid gerealiseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van speciaal voor dit doel opgeleide Buitengewone
Opsporingsambtenaren (BOA’s). Een eventuele herschikking of overheveling van taken bracht geen overwegende voordelen met zich
mee1.
Bij de komende reorganisatie van het politiebestel zullen de mogelijkheden voor structurele samenwerking tussen de nationale
politie en de Kmar op het gebied van bewaken en beveiligen nader worden onderzocht.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten