30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 248 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2016

Hierbij ontvangt u een reactie op de vraag van het lid Madlener tijdens het ordedebat van 9 november 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 20, item 4). In dit debat kwam de brief van de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu van dezelfde datum1 over luchtkwaliteit aan de orde. Deze brief ziet onder andere op het RIVM-rapport dat is opgesteld naar aanleiding van de motie Van Veldhoven over de kans op overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen door de in 2016 doorgevoerde snelheidsverhogingen (Kamerstuk 30 175, nr. 231). De heer Madlener merkte op dat uit het rapport zou blijken dat 130 rijden goed is voor de luchtkwaliteit, en vroeg wat voor invloed dit heeft op het rijden met 130 km/u.

In het RIVM-rapport wordt aangegeven dat de hogere bijdragen van verkeer aan de concentraties in de lucht ten gevolge van de in 2016 doorgevoerde snelheidsverhogingen in de praktijk bijna overal worden gecompenseerd door de trendmatige verbetering van de luchtkwaliteit.

Het RIVM-rapport laat zien dat, rekening houdend met zowel de snelheidsverhoging als trendmatige ontwikkeling van de luchtkwaliteit, op 84 procent van de onderzochte locaties waar de snelheid dit jaar is verhoogd, de luchtkwaliteit is verbeterd in vergelijking met vorig jaar.

Op een klein deel (5,5%) van de onderzochte locaties (toetspunten) zijn de berekende concentraties voor 2016 na de snelheidsverhoging naar 130 km/uur hoger dan in 2015. Echter in alle gevallen liggen de concentraties conform de wettelijke voorschriften onder de grenswaarde.

Uit deze resultaten blijkt dat de snelheidsverhogingen zorgvuldig zijn voorbereid. Het rapport bevat geen nieuwe inzichten om het snelhedenbeleid te herzien. Het kabinet zet de uitrol van 130 km/h ongewijzigd voort. Uiteraard gebeurt dat nog altijd onder de voorwaarde dat een verhoging van de maximumsnelheid moet passen binnen de wettelijke eisen van luchtkwaliteit, geluid, natuur en verkeersveiligheid.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Kamerstuk 30 175, nr. 247

Naar boven