30 139 Veteranenzorg

Nr. 80 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2010

Tijdens het Notaoverleg Veteranen van 24 juni jl. (Kamerstuk 30 139 nr. 77) heb ik de Kamer toegezegd de stand van zaken van de procedure voor het geneeskundig onderzoek bij dienstverlating toe te lichten. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.

Tot 1 januari 2008 werd het geneeskundig onderzoek bij dienstverlating uitgevoerd op aanwijzing van de commandant van het desbetreffende operationele commando. In de praktijk bleken deze onderzoeken echter niet altijd door te gaan. Daarom is de verplichting tot het geneeskundig onderzoek vastgelegd in de Militaire Ambtenarenwet (MAW). Hoewel hiermee al een belangrijke stap is gezet, blijkt dat het nodig is beter te controleren of de keuring werkelijk wordt uitgevoerd. Dit is ook geconstateerd door de Algemene Rekenkamer in haar rapport bij het jaarverslag 2009 van het ministerie van Defensie (Kamerstuk 32 360 X nr. 2).

De huidige procedure met betrekking tot de keuringen is als volgt. Voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband van een militair stelt de personeelsdienst van zijn onderdeel een actielijst op met de onderwerpen die bij de dienstverlating aan de orde moeten komen, waaronder een exitgesprek en het geneeskundig onderzoek. De militair wordt geïnformeerd over deze actielijst. Geruime tijd voorafgaand aan het geplande diensteinde ontvangt de militair een ontslagbeschikking. Daarin wordt de militair onder andere gewezen op het belang van het verplichte geneeskundig onderzoek en wordt hem opgedragen hiervoor tijdig een afspraak te maken bij het gezondheidscentrum. De keuring wordt niet eerder dan zes weken en niet later dan een week voorafgaand aan de dienstverlating uitgevoerd.

In het geneeskundig onderzoek wordt nagegaan of het militair geneeskundig dossier compleet is en welke geneeskundige gegevens in een brief aan de huisarts van de militair worden opgenomen. Het is gebruikelijk dat deze brief een professionele samenvatting en relevante delen van het medisch dossier bevat.

Ook relevante informatie over bijvoorbeeld de uitzendingen waaraan de militair heeft deelgenomen maakt er deel van uit. Verder wordt bij de keuring nagegaan of er actuele klachten zijn, welke behandelingen nog lopen, en of er sprake is van verzuimbegeleiding of een specifieke zorgbehoefte. Indien er in het verleden ongevallen zijn geweest, wordt nagegaan of hiervan proces-verbaal is opgemaakt. Ook worden bij de keuring de gevolgen nagegaan van eerder verricht geneeskundig onderzoek en arbeidsgerelateerde aandoeningen.

Om ervoor te zorgen dat de procedures beter worden nageleefd zullen de commandanten van de operationele commando’s daartoe maatregelen nemen. Er zijn echter meer mogelijkheden voor verbetering. Op dit moment is de registratie van de uitvoering van het geneeskundig onderzoek niet structureel gewaarborgd. Op korte termijn zal Defensie daarom de personeelsinformatiesystemen aanpassen waardoor de directe commandant van de militair een melding ontvangt als de keuring is uitgevoerd. Hiermee kan deze commandant nog voor de feitelijke dienstverlating controleren of de militair de keuring heeft ondergaan, en kan hij zo nodig de militair opdragen dit alsnog te doen. Tevens werkt Defensie aan een centrale voorziening waarmee personeelsmutaties beter kunnen worden bijgehouden. Deze voorziening zal eind 2010 beschikbaar zijn. Daarmee zal ook de controle op de keuringen bij dienstverlating verder verbeteren.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven