Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2019
Tijdens het notaoverleg Veteranen van 26 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 201) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met
zorgcoördinatoren inzake de mogelijkheden van het meer «brengen» door Defensie dan
het moeten «halen» door cliënten van voorzieningen. Het ging daarbij meer specifiek
over een voorstel dat tijdens het rondetafelgesprek veteranen op 25 juni en ook tijdens
het notaoverleg naar voren werd gebracht, om veteranen een overzicht of een kaart
te geven van de voorzieningen waarop zij mogelijk recht zouden kunnen hebben. Een
dergelijke voorzieningenkaart zou moeten voorkomen dat er, afhankelijk van de zorgcoördinator die de cliënt is toegewezen, verschillen
ontstaan in de aangeboden voorzieningen.
Ik vind het van groot belang dat veteranen weten waar ze recht op hebben en dat het
duidelijk is bij wie ze daarvoor terecht kunnen zodat ze niet van het kastje naar
de muur worden gestuurd. Goede informatievoorziening is daarvoor zeer belangrijk.
Op de website van het Veteranenloket is veel informatie te vinden over de verschillende
uitkeringen, vergoedingen, verstrekkingen en voorzieningen waarop de veteraan recht
kan hebben. Als iemand vragen heeft kan hij of zij altijd contact opnemen met het
Veteranenloket voor meer informatie.
Met de sectie zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en het
Landelijk Zorgsysteem Veteranen is over het hiervoor genoemde voorstel gesproken.
De conclusie van deze gesprekken is dat het juist van belang is dat zorgcoördinatoren
een professionele afweging maken over welke voorzieningen bijdragen aan het herstel
en/of welzijn van de veteraan. Er is sprake van een grote mate van professionaliteit
bij de zorgcoördinatoren; zij zijn goed in staat om vast te stellen welke voorzieningen
passend zijn in de, steeds weer, unieke situatie van de veteraan met wie zij te maken
hebben. De zorgcoördinatoren begeleiden de veteraan bij de aanvraag van voorzieningen;
dat geldt ook voor de aanvraag van externe voorzieningen, zoals bijvoorbeeld voorzieningen
op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) bij de gemeente.
Deze professionele inschatting acht ik, naast goede informatievoorziening via de website
van het Veteranenloket, van groot belang om passende zorg en begeleiding te bieden.
Daarnaast is de regeling met voorzieningen openbaar waardoor transparantie wordt geboden.
Gelet op vorenstaande zie ik geen aanleiding om de werkwijze ten aanzien van voorzieningen
aan te passen.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten