30 139 Veteranenzorg

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2013

De Veteranennota 2012–2013 (Kamerstuk 30 139, nr. 113) bevat een passage over de instelling van een draaginsigne voor de militairen die hebben bijgedragen aan de beëindiging van de gijzelingsacties in 1977.

Zoals ik in mijn brief van 4 april jl. te kennen heb gegeven (Kamerstuk 30 139, nr. 111), wil ik zorgvuldig overleg plegen met alle betrokken partijen alvorens te besluiten over de vorm van erkenning. Een besluit daarover heb ik nog niet genomen. De bewoordingen in bovengenoemde passage in de Veteranennota zijn in dat opzicht ongelukkig gekozen. Ik betreur de verwarring die is ontstaan.

Ik ben mij zeer bewust van de gevoeligheden in deze kwestie. Zorgvuldig onderzoek en overleg zijn nu geboden. Ik wil dan ook meer tijd nemen om een oplossing te vinden. Zodra dit alles tot resultaat heeft geleid, zal ik de Kamer informeren.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven