30 131
Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning)

nr. 124
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 28 november 2006

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 26 oktober 2006 overleg gevoerd met staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de brief van de staatssecretaris van VWS d.d. 18 oktober 2006 inzake de stand van zaken met betrekking tot de invoering van de Wmo (30 131, nr. 110).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Mosterd (CDA) wil de garantie dat de hulp die een cliënt met ingang van 1 januari 2007 mag verwachten, daadwerkelijk wordt gegeven. Voor de groep mensen met een verblijfsfunctie-indicatie is een ingewikkelde overgangsregeling getroffen. Misschien kan die worden vereenvoudigd, want de cliënten mogen in ieder geval niet worden opgezadeld met de rekening voor huishoudelijke hulp. De gemeenten hebben dadelijk het geld. Daar moet de rekening dus naar toe.

Mensen die hun baan verliezen, doordat een andere aanbieder het werk gaat doen, moeten zoveel mogelijk voor de zorg worden behouden. Wellicht kunnen zij bij die andere aanbieder terecht. De staatssecretaris, de gemeenten en de brancheorganisaties moeten dat stimuleren. Het algemeen verbindend verklaren van cao’s kan helpen. Als een cliënt zijn of haar vaste kracht verliest en daar moeite mee heeft, kan een beroep worden gedaan op het persoonsgebonden budget.

Het is mogelijk dat een gemeente bij de aanbesteding uit een aanbod van tien aanbieders slechts drie aanbieders selecteert, maar hoe staat het dan met het risicomanagement? Dit kan enerzijds tot onzekerheid voor het personeel leiden, maar anderzijds ook tot een flinke wisseling in hulpkrachten. Een gedegen communicatie naar de cliënten is dan heel belangrijk. Er moet meer aandacht worden geschonken aan de overheveling van gegevens, want dat is ook een probleem.

Veel gemeenten zijn dit jaar geconfronteerd met een toegenomen hulpvraag en daardoor met hogere uitgaven voor huishoudelijke zorg. Voor 2007 doemt hetzelfde beeld op. Ook kan worden geconstateerd dat de hulpvraag in de ene gemeente meer is gestegen dan in de andere. Een onderzoek hiernaar is op zijn plaats. Als sprake is van een verklaarbare

stijging, die niet te voorkomen is, moet er naar het budget worden gekeken. Gemeenten moeten hun budget ook kunnen narekenen. Dat is nu niet goed mogelijk.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD) is ook benieuwd hoe het komt dat veel gemeenten dit jaar te maken hebben met meer hulpvragen. In overleg met de VNG is ervoor gekozen 2005 als ijkjaar te nemen. Die keus was gebaseerd op de cijfers van toen, maar als nu duidelijk wordt dat die cijfers niet betrouwbaar waren, moet dat consequenties hebben.

Een uitruil van functies is dadelijk niet meer mogelijk. Als mensen huishoudelijke hulp willen, terwijl zij voor iets anders zijn geïndiceerd, moeten zij naar de gemeente toe. Afgelopen jaar was er een flinke toename van het aantal indicaties voor ondersteunende begeleiding. Deze mensen hebben huishoudelijke hulp gekregen, maar dat leidt wel tot capaciteitsproblemen voor de gemeente. Wat wordt daaraan gedaan? De staatssecretaris heeft aangegeven dat de gemeenten geld voor huishoudelijke hulp zouden krijgen, onder aftrek van de eigen bijdrage. In 2005 was het totaal aan eigen bijdragen 174 mln. De korting was echter geen 174 mln., maar 232 mln.

De staatssecretaris heeft toegezegd dat mensen met een verblijfsindicatie, maar wonend buiten de instelling, een beroep mochten blijven doen op de AWBZ, ook voor huishoudelijke hulp. Uit de brief van hedenochtend blijkt echter dat dit niet meer het geval is. Nu kan full package worden geleverd vanaf 1 april 2007, maar wie betaalt de huishoudelijke hulp dan? De cliënt moet daar in ieder geval niets van merken.

Wil de Wmo een succes worden, dan moeten de cliënten daar actief bij worden betrokken. Hoe is het dan mogelijk, ook gelet op de motie-Van Miltenburg/Bakker over een structurele financiering van cliëntenraden, dat er momenteel cliëntenraden verdwijnen? In de monitor van het Sociaal en cultureel planbureau (SCP) moet structureel aandacht worden geschonken aan de participatie van cliënten. Dan blijkt ook of de investering in extra ondersteuning daadwerkelijk leidt tot een betere cliëntenparticipatie. Als gemeenten voor een veel lager bedrag aanbesteden, kunnen ze meer hulp bieden. Ook dat moet naar voren komen in de SCP-monitor. Het moet gemeenten ook duidelijk worden gemaakt hoe de verdelingsystematiek in elkaar zit. De inning van de eigen bijdrage loopt via het Centraal Administratiekantoor (CAK), maar het lijkt zinvol dat de staatssecretaris daar bovenop gaat zitten.

De staatssecretaris moet de inspectie opdragen komend jaar scherp toezicht te houden op de kwaliteit van de thuiszorg in de gemeenten. Vóór de behandeling van de begroting VWS moeten de gemeenten een brief krijgen over die kwestie. De tijdelijke huishoudelijke hulp na een ziekenhuisopname is in de modelverordening opgenomen, maar hebben gemeenten die verordening overgenomen? Ook daar moet in de SCP-monitor aandacht aan worden besteed. Is de staatssecretaris bereid ook volksvertegenwoordigers extra te ondersteunen bij dit proces?

Mevrouw Verbeet (PvdA) vindt het nodig afspraken te maken over de versterking van het implementatietraject en de condities waaronder de Wmo wordt ingevoerd, vooral wat betreft het budget voor de gemeenten, de periode van aanpassing en de instelling van een noodfonds als gemeenten in problemen komen. Het Wmo-budget en de subsidieregelingen moeten in ieder geval «schoon aan de haak» overgaan. Cliënten mogen niet te maken krijgen met een hogere eigen bijdrage. Het aantal indicaties voor huishoudelijke hulp is in 2006 sterk toegenomen. Al lijkt de keuze voor 2005 als ijkjaar niet passend te zijn geweest, ook gelet op de onduidelijkheid over full package en de rol van gemeenten en zorgverzekeraars, de cliënten mogen niet worden opgezadeld met wisselende contacten en regelgeving.

Moeten de organisaties volgend jaar het geld voorschieten vanuit hun AWBZ-reserves? Waarom is er gekozen voor een overgangstermijn van drie maanden? Moeten cliënten die mantelzorg krijgen de mantelzorger dadelijk zelf vertellen dat hij of zij voor dezelfde diensten belastingtechnisch minder geld krijgt? De continuïteit van de zorgrelatie staat voorop. De cliënt mag dus niets merken van de veranderingen die de Wmo met zich brengt.

Mevrouw Verbeet is tegen de verplichte aanbesteding, omdat het principe «werknemer volgt werk» daar niet in zit. AbvaKabo verwacht dat 20 000 vrouwen hun baan kwijtraken. Dat gaat ten koste van de huishoudelijke verzorging van ongeveer 60 000 cliënten. Goede zorg aan cliënten en de werkgelegenheid van de medewerkers zijn echter essentieel. Dat wil onder andere zeggen dat het principe «werknemer volgt werk» op korte termijn alsnog in de wet moet worden verankerd en deel moet gaan uitmaken van het aanbestedingsproces. Dordrecht heeft in de aanbesteding kwaliteitselementen opgenomen, evenals de voorwaarde van de overname van personeel. In de brochure van PvdA-Europarlementariërs worden ook handvatten voor de aanbesteding aangereikt. Een zorgvuldig invoeringsproces is in ieder geval van groot belang. Er moet dus ook nadrukkelijk worden gewezen op de mogelijkheid van een overgangsjaar. Wat gebeurt er als instellingen na de aanbesteding in een ander gebied zorg moeten leveren en dat niet goed genoeg kunnen, omdat ze in dat andere gebied nog te weinig mensen aan het werk hebben?

De wijze waarop over de «extreme make-over» van de wet is gecommuniceerd met de gemeenten verdient niet de schoonheidsprijs. Uit een onderzoek van de stichting de Ombudsman naar de inhoud en implicaties van de modelverordening van de VNG blijkt dat de letter van de wet niet wordt gevolgd en dat de verordening hier en daar in strijd is met de Wmo. Zo wordt het compensatiebeginsel vaak door de verordening beperkt en wordt de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) niet gehanteerd. Er wordt voorts onvoldoende recht gedaan aan de keuzevrijheid van gemeenten. Ook maakt de verordening het mogelijk dat gemeenten een algemene voorziening treffen, zodat geen persoonsgebonden budget hoeft te worden aangeboden. In de modelverordening wordt voorts geen aandacht besteed aan mantelzorgers en vrijwilligers. Volgens de VNG wordt in de aanbestedingsprocedures onvoldoende rekening gehouden met gehandicapten. Er wordt namelijk pas aanbesteed vanaf een minimum aantal cliënten. Wanneer het aantal gehandicapte inwoners van een gemeente beperkt is, klinkt hun stem niet door in het aanbestedingstraject. Daar komt bij dat gespecialiseerde aanbieders niet meedingen. Wanneer is de speciale handreiking, die is toegezegd aan de Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) gereed?

Volgens mevrouw Kant (SP) leidt de Wmo tot maatschappelijke onrust. Er dreigen ontslagen van vaak zeer ervaren thuiszorgwerkers. Veel ouderen en gehandicapten dreigen daardoor per 1 januari hun vertrouwde kracht kwijt te raken. De Wmo ontneemt mensen hun keuzevrijheid, want door de aanbesteding kiest de gemeente voortaan en moeten cliënten afwachten wie er bij hen komt. Het persoonsgebonden budget (pgb) is voor de meeste mensen geen oplossing. Zij willen hun vertrouwde kracht behouden.

De aanbesteding heeft ook tot gevolg dat er steeds meer schoonmaakbedrijven worden ingeschakeld. Die werken onder de prijs, omdat ze schoonmaak scheiden van zorgverlening, maar dat leidt tot versnippering en tot een kwaliteitsverlaging van in ieder geval de zorgverlening. Het maakt kapot wat de thuiszorg zo uniek en waardevol maakt, namelijk de combinatie van schoonmaken en het zorgen voor mensen. Het is helaas niet gelukt de aanbesteding uit de wet te halen, maar invoering van de Wmo kan altijd nog met een noodwet worden uitgesteld. De aanbesteding kan ook nog uit de wet worden gehaald. In ieder geval moet het mogelijk zijn dat cliënten hun vaste kracht behouden. Daartoe moet de staatssecretaris op korte termijn met de gemeenten om de tafel. Ook moet het personeel, na de aanbesteding, zoveel mogelijk worden overgenomen. Het principe «personeel volgt arbeid» moet uitgangspunt worden.

Omdat het budget van de gemeente te laag is, moeten de cliënten meer betalen, of moet de gemeente het tekort uit andere middelen bijpassen. De gemeente zit wat dit betreft klem, omdat er al sprake is van maximale eigen bijdragen. Het is veel te laat als het Rijk de tekorten pas in 2009 bij plust. De brief over de bekostiging van de hulp aan cliënten met een verblijfsindicatie is onduidelijk. De subsidieregeling Diensten bij wonen met zorg moet worden aangepast, want volgens de gemeente leidt die tot een halvering van het budget, vergeleken met de werkelijke kosten. De regeling op zichzelf is heel mooi, want daardoor kunnen ouderen thuis blijven wonen. Waarom wordt daar bij de vaststelling van de budgetten geen rekening mee gehouden?

De VGN wijst erop dat de aanbieders van gehandicaptenzorg in veel gemeenten niet kunnen meedoen aan de aanbesteding, omdat er te weinig gehandicapten wonen en gemeenten een minimale zorginschrijving hanteren. Het uitvoeringsbudget is ook te laag, want de kosten zijn ongeveer twee keer zo hoog. Ook de bureaucratie neemt immense vormen aan door de Wmo. Het CAK is ook nog niet helemaal niet klaar, terwijl de overdracht van gegevens van zorgkantoren naar gemeenten nog steeds niet op orde is.

De heer Van der Vlies (SGP) bemerkt ook enige onrust in de samenleving naarmate de datum van invoering dichterbij komt. Met de aanbestedingsprocedure loopt het nog niet goed. De cliënt zou er bijna niets van merken. De Wmo zou niet ten koste gaan van de zorgverlening en de kwaliteit, maar ook niet van de soms al jarenlang bestaande relatie tussen cliënt en hulpverlener. In de praktijk ligt dat toch anders. In Barneveld en omstreken is de hervormde diaconale stichting al jaren actief als belangrijkste verstrekker van identiteitsgebonden hulp- en zorgverlening. Door de aanbesteding is de stichting buiten de prijzen gevallen en is de keus gevallen op instellingen die geen specifieke affiniteit hebben met de bevolking. Je kunt je afvragen of er bij de aanbesteding door gemeenten niet meer aandacht moet worden besteed aan de verworteling in de lokale bevolking. Is daar in het geval van Barneveld nog iets aan te doen? Een en ander heeft namelijk een geweldige impact op de lokale bevolking. Als dit de consequentie van de marktwerking is, voorziet de heer Van der Vlies een probleem met zijn afwegingen op basis waarvan hij destijds voor de Wmo heeft gestemd.

De staatssecretaris vindt het raadzaam dat het personeel het werk volgt, maar de heer Van der Vlies vindt dat dit scherper moet worden aangezet. Ook de mantelzorg wordt naar de Wmo overgeheveld. De 65 mln. die hiervoor beschikbaar is, moet zodanig worden ingezet dat de mantelzorgers er daadwerkelijk iets van merken. Ook de respijtzorg moet vanaf januari beschikbaar zijn als daarop een gerechtvaardigd beroep wordt gedaan.

De gemeenten gaan wat betreft het pgb nogal gemakkelijk uit van het 75%-tarief, dat ook voor de AWBZ geldt, maar als een rolstoel moet worden gekocht, al kan dat met korting, blijft er niet veel over. Van echte keuzevrijheid is dan geen sprake. Mag een gemeente een maximum stellen aan het te verstrekken pgb, ervan uitgaand dat de indicatie en niet het budget leidend is? De gemeenten moeten de kerken ook betrekken bij de uitvoering van de Wmo, maar in de lokale platforms is daar nog weinig van te merken.

Mevrouw Azough (GroenLinks) stelt dat de Wmo dreigt te verdrinken in een juridisch en organisatorisch moeras. De extreme make-over dreigt te versloffen. Er moet snel iets gebeuren, wil er nog sprake kunnen zijn van een gedegen invoering. Anders wordt de Wmo toch een bezuinigingsoperatie. De hulp aan kwetsbare mensen met een laag inkomen, ouderen en gehandicapten moet worden gegarandeerd. Ook mantelzorgers moeten de nodige aandacht krijgen. Hoe staat het met de extra financiële middelen voor mantelzorgers? De 65 mln. is bedoeld voor de financiële waardering van mantelzorgers, maar de motie-Azough heeft ook betrekking op respijtzorg. Wordt die motie nog uitgevoerd en hoe staat het met de claim van Mezzo?

Gemeenten moeten voldoende middelen krijgen, maar inmiddels doet zich een flinke stijging van het aantal uren huishoudelijke hulp voor. Als dat financieel niet wordt opgelost, gaat dat ten koste van de zorg. De hoogte van de eigen bijdrage is nog niet bekend, maar als die onverhoopt stijgt, gaan veel mensen er fors op achteruit, vooral mensen met lage inkomens. De staatssecretaris hevelt het budget voor 2005 naar de gemeenten over, maar de eigen bijdrage haalt zij ervan af, in de veronderstelling dat de gemeenten hun ruimte maximaal gebruiken. Dat zal ongetwijfeld leiden tot een hogere eigen bijdrage.

Volgens de stichting De Ombudsman is de modelverordening op diverse punten strijdig met de Wmo. Volgens de Wmo vallen mantelzorgers ook onder de compensatieplicht, maar in de modelverordening staat daar niets over. De gemeenten zijn verplicht een pgb aan te bieden, maar in de modelverordening staat dat gemeenten een pgb kunnen aanbieden. Wordt dat soort zaken daadwerkelijk voor vernietiging bij de Kroon aangeboden?

De aanbesteding heeft negatieve consequenties voor de cliënten. Ook de bureaucratie neemt ontzettend toe. Maakt de staatssecretaris zich nog sterk voor het maken van afspraken met instellingen over het overnemen van personeel, onder het gelijktijdig overeind houden van de arbeidsvoorwaarden? Er is nog veel onduidelijk, ook als gevolg van de te korte invoeringstijd en de gebrekkige begeleiding. Wellicht is het handig een crisisteam in te stellen. Zo’n team, onder leiding van VWS, moet ervoor zorgen dat gemeenten, aanbieders en cliëntenorganisaties de diverse problemen in onderling overleg oplossen.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris concludeert dat het er nu om gaat de Wmo goed te implementeren. De Europese wet- en regelgeving verplicht gemeenten onder bepaalde omstandigheden de hulp bij het huishouden aan te besteden. Dat brengt flinke inspanningen van gemeenten en aanbieders met zich. Met de aanbesteding als zodanig is niets mis, want die leidt tot een afgewogen prijs- en kwaliteitsverhouding. Aanbesteding maakt het inkoopproces transparant, maar er zijn altijd winnaars en verliezers. Dat is echter inherent aan deze keus. Aanbesteding heeft niet alleen betrekking op economisch gewin. Er kan ook een kwaliteitsslag worden gemaakt.

Er is bewust gekozen voor een gedecentraliseerde besturingsfilosofie met een horizontale verantwoording op lokaal niveau. Daarmee wordt het belang van de burger het beste gediend. De staatssecretaris zegt toe dat zij met haar collega van BZK zal overleggen over hoe de gemeenten het beste kunnen worden begeleid bij de implementatie van de wet, ook met het oog op geconstateerde knelpunten. De systeemverantwoordelijkheid van de staatssecretaris voor de Wmo houdt in dat het Rijk verantwoordelijk is voor de beleidsdoelen, de politieke kaderstelling, het kiezen van de juiste beleidsinstrumenten, het inzetten van de juiste actoren die het beleid uitvoeren en de evaluatie van het beleid. Het Rijk moet richtinggevend, stimulerend en voorwaardenscheppend bezig zijn. Als een gemeente de Wmo straks naar behoren wil uitvoeren, dient ze voldoende middelen te hebben. Het financiële arrangement dat met de VNG is gesloten, voorziet daarin. Tot op heden is niet gebleken dat dit arrangement moet worden gewijzigd, of dat moet worden gekozen voor een ander ijkjaar. De staatssecretaris had een voorkeur voor 2006 als ijkjaar, maar de VNG heeft in volle overtuiging gekozen voor 2005, met het oog op bestuurlijke en budgettaire rust. Mocht echter blijken dat de Wmo financieel niet naar behoren kan worden uitgevoerd, of dat zich andere knelpunten voordoen, dan wordt dat bekeken, want de gemeenten moeten hun wettelijke verplichtingen wel kunnen waarmaken.

De staatssecretaris zal de berichten over een flinke stijging van het aantal uren huishoudelijke zorg laten onderzoeken. In sommige gemeenten schijnt overigens beduidend minder huishoudelijke zorg te zijn geïndiceerd. Zaken als de tarieven en het aantal cliënten spelen ook een rol. In 2006 is aan minder cliënten meer uren zorg geleverd. De staatssecretaris zegt toe de Kamer vóór aanstaande dinsdag een brief over deze kwestie te sturen. Met behulp van het implementatiebureau Wmo wordt de voortgang in de gemeenten overigens zo goed mogelijk in de gaten gehouden. Het bureau onderhoudt contacten met de Wmo-ambassadeurs, projectleiders die weer contact hebben met de gemeenten in de regio. Ook in 2007 wordt de gang van zaken zo goed mogelijk gevolgd om bij te kunnen sturen als dat nodig is.

De medezeggenschap en de beleidsbeïnvloeding door de burger en representatieve organisaties zijn in de wet goed geregeld. De representatieve organisaties zijn betrokken bij het opstellen van het beleid. Overal in het land zijn Wmo-raden opgericht. Er is voorzien in een jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek. Er is sprake van een stevige informatieparagraaf, opgesteld in overleg met cliëntenorganisaties. Daarnaast is er nog een mobiel team met medewerkers van het ministerie die de invoering van de Wmo in de gaten houden.

Er is inderdaad onrust ontstaan over de mogelijke gevolgen van aanbesteding, maar ook dat beeld is nog niet compleet. Uit de wet volgt dat gemeenten en zorgaanbieders verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van de aanbesteding. Het spel moet open en eerlijk worden gespeeld. Is een partij het niet eens met een beslissing, dan staat de gang naar de rechter open. Het gaat erom dat de aanbieders de juiste kwaliteit voor de juiste prijs leveren. In veel gevallen gebeurt dat ook, in sommige gevallen wellicht niet. Voor huishoudelijke hulp die in het kader van de Wmo wordt geleverd, geldt de Kwaliteitswet. De inspectie houdt daar toezicht op. De kwaliteit van de te leveren zorg moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als de zorg die in het kader van de AWBZ werd geleverd. Overigens zijn in alle bestekken kwaliteitscriteria opgenomen. De staatssecretaris zal met de inspectie overleggen over het steekproefsgewijs controleren van de kwaliteit als de wet eenmaal in werking is getreden. De Kamer wordt geïnformeerd over hoe de inspectie dat gaat doen. Als een bedrijf de gunning krijgt, maar vervolgens te weinig personeel heeft om voldoende zorg te leveren, heeft dat bedrijf een probleem. De inspectie en de desbetreffende gemeente moeten dan onmiddellijk optreden.

De VNG zal worden gevraagd in overleg te treden met alle relevante partijen over de minimale normen voor verantwoorde huishoudelijke zorg. Als de gemeenten die overnemen, wordt het werk van de inspectie aanmerkelijk verlicht en dus effectiever.

De scheiding tussen HV1 (schoonmaken) en HV2 (ondersteuning bij het huishouden) is al jaren van toepassing. De kwaliteit op dat punt, die ook was vastgelegd in het kader van de AWBZ, wordt in de Wmo gehandhaafd. Als een schoonmaakbedrijf de gunning wint, heeft het voldaan aan de kwaliteitseisen die in het bestek staan. Overigens kan niemand aanspraak maken op dezelfde hulpverlener, maar dat kon via de AWBZ ook niet. Er wordt uiteraard zoveel mogelijk rekening gehouden met de wens van de cliënt, maar de nieuwe situatie kan ertoe leiden dat men een andere hulpverlener krijgt. Ook het instrument van het persoonsgebonden budget kan hiervoor worden ingezet. Heeft men een klacht, dan wordt bekeken of die kan worden weggenomen. Vanwege de wettelijk verankerde compensatieplicht om een beperking van een cliënt zoveel mogelijk weg te nemen, zijn gemeenten sowieso verplicht om te doen wat het beste is voor de cliënt.

Als gehandicapten of bewoners van kleinschalige woonvoorzieningen buiten de boot vallen, moet de gemeente de zorgaanbieder aanspreken op het leveren van zorg aan die groep mensen. Als bij een zorgaanbieder specifieke deskundigheid op dat gebied ontbreekt, kan deze zaken doen met een op dat terrein wel gespecialiseerde kleinere aanbieder. Ook in dit geval moet de compensatieplicht voor een oplossing zorgen, want die eist dat hulp en zorg worden geboden die passen bij de beperking. Wordt de vereiste zorgkwaliteit desondanks niet geboden, dan kan de inspectie ingrijpen.

Door de nieuwe financiering kunnen cliënten pas per 1 april 2007 worden geïndiceerd voor huishoudelijke zorg. Dan kan de zorg ook thuis worden gegeven, iets wat nu niet kan, omdat momenteel een bedrag per bed wordt verstrekt. De zorgzwaartebekostiging is destijds is gestart op basis van intramurale financiering, per bed. Daarom kunnen de intramurale en extramurale financiering niet in één keer gelijk worden getrokken, maar dat is vooral een technische kwestie. Er is bij de zorgzwaarte begonnen met de intramurale financiering. In de overgangsperiode, is de financiering van de zorg voor cliënten die niet in een instelling verblijven en geen bedrag per bed krijgen, maar wel een verblijfsindicatie hebben, nog extramuraal opgebouwd. In die periode is sprake van twee financieringsstromen voor zorg, extra- en intramuraal. Per 1 april 2007 krijgen de cliënten die daar terecht aanspraak op maken een full package-indicatie, waar ook huishoudelijke zorg onder valt. Tot 1 april geldt voor die cliënten dus het oude systeem, al wordt de huishoudelijke hulp niet meer door de AWBZ, maar door de gemeente geleverd en bekostigd. Gemeenten moeten er wel voor zorgen dat cliënten zo min mogelijk last van deze situatie hebben. Het implementatieteam gaat de gemeenten hierbij zoveel mogelijk ondersteunen. In de overgangssituatie kan een cliënt ook te maken krijgen met een andere hulp, maar als dat een probleem is, wordt dat zoveel mogelijk verholpen.

De staatssecretaris onderschrijft dat de werkenden in de zorg moeten worden gekoesterd, want ze zijn heel hard nodig, nu en in de toekomst. Zij deelt mee dat de Kamer daarover nog een arbeidsmarktbrief krijgt. De primaire verantwoordelijkheid voor het arbeidsmarktbeleid in de zorgsector ligt bij de sociale partners, de instellingen en de gemeenten. De rol van het Rijk richt zich vooral op het wegnemen van mogelijke knelpunten, opdat kwalitatief verantwoorde zorg kan worden geleverd. Omdat de aanbesteding nog in volle gang is, is er nog geen volledig beeld beschikbaar, ook niet over het aantal ontslagen. Vanwege het belang van de werkenden in de zorg moet ook deze discussie op basis van de feiten worden gevoerd. Als er inderdaad twintigduizend werknemers worden ontslagen, dan is er de afgelopen jaren wel heel erg ondoelmatig gewerkt. De staatssecretaris gelooft daar niets van, maar zij sluit niet uit dat een aantal mensen al dan niet tijdelijk zonder werk komt te zitten. Als een instelling er namelijk niet in slaagt een concurrerende aanbieding aan de gemeente te doen, kan dit voor het personeel gevolgen hebben. Op den duur treedt bij huishoudelijke hulp waarschijnlijk een verschuiving op, waardoor de hoger opgeleiden vrijkomen voor de zwaardere functies in de zorg en voor functies die soms beter passen bij hun opleidingsniveau. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is dat geen slechte ontwikkeling, want dan komen er op het lagere niveau weer plekken vrij. Het is aan de partijen om afspraken te maken over de overname van personeel. Werkgevers kunnen ook afspraken maken met gemeenten over het al dan niet overnemen van personeel als de huidige aanbieder de gunning zou verliezen. Vakbonden hebben daar al op geanticipeerd door zich meer dan vroeger te organiseren op het lokale niveau. Dat sluit ook goed aan bij de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

Het is in theorie mogelijk dat een schoonmaakbedrijf de gunning wint, omdat het goedkoper is, en vervolgens de arbeidsvoorwaarden voor het personeel slechter maakt. Om dat te voorkomen, is het zaak de partners in het overleg te stimuleren hun verantwoordelijkheid in dezen te nemen. Het komt al voor dat thuiszorgorganisaties samenwerkingsovereenkomsten sluiten of zelfs samengaan met bedrijven die eerst op het schoonmaakvlak bezig waren. Dat is op zichzelf prima. Er moet alleen wel kwalitatieve zorg kunnen worden geleverd, omdat dit in de wet is vastgelegd. De staatssecretaris heeft afgelopen week bestuurlijk overleg gevoerd met Actiz over de beoogde uitbreiding met drieduizend plaatsen in de verpleging en verzorging. Er is geprobeerd deze kwestie op een creatieve manier te verbinden aan de invoering van de Wmo. Actiz heeft toegezegd om in gezamenlijkheid naar goede oplossingen te zoeken. De staatssecretaris treedt verder niet in de bevoegdheden van de partners, maar zal hierover nog met de VNG communiceren, evenals over het overnemen van personeel. Gemeenten kunnen daarover ook iets in het bestek opnemen. Het modelbestek biedt daar ook goede mogelijkheden toe. Als de gemeenten zich daaraan zouden houden, kan die kwestie prima worden geregeld. Men heeft echter een eigen verantwoordelijkheid op dat punt. Als de partners een algemeenverbindendverklaring in een cao opnemen, dan is de staatssecretaris bereid die cao algemeen verbindend te verklaren.

De gegevensuitwisseling tussen zorgkantoren en gemeenten verloopt nog niet goed. Het komt ook voor dat burgers wel bij de zorgaanbieder bekend zijn, maar niet bij het zorgkantoor. Daarom is deze week een taskforce aan de slag gegaan die ervoor gaat zorgen dat alle gemeenten op tijd weten welke mensen zij huishoudelijke hulp moeten bieden. Het streven is erop gericht dit over twee weken rond te hebben, want de huishoudelijke zorg is essentieel. Omdat deze operatie extra werk met zich brengt, ook voor gemeenten, is daar 5 mln. extra voor ter beschikking gesteld.

De voorlichting ligt goed op schema. Burgers worden tijdig en op een zorgvuldige manier geïnformeerd over de komende wijzigingen. Er is een speciale Wmo-website. Elke burger krijgt een brief van het zorgkantoor, waarin precies wordt aangegeven wat de Wmo concreet betekent. In de huis-aan-huisbladen wordt ook periodiek over de Wmo bericht. Tevens worden alle gemeentelijke voorlichters bij de landelijke campagne betrokken. De cliënten krijgen ook een maatwerkbrief over hun situatie.

De staatssecretaris garandeert niet dat vanaf 1 januari alles goed zal gaan. De overheveling van huishoudelijke zorg is immers een immense operatie, waarbij vierhonderdduizend cliënten betrokken zijn. Gaat er echter iets mis, dan kan snel en adequaat worden gereageerd. Er wordt samen met de VNG nogmaals een risicoanalyse opgesteld. Blijkt daaruit dat er iets over het hoofd is gezien, dan wordt dat direct geregeld. Het implementatiebureau blijft ook in 2007 actief.

Vanwege de eigen bijdrage wordt 197 mln. op het budget van de gemeenten in mindering gebracht, maar dat budget is wel netto, uitgaande van 2005 als ijkjaar. In de monitor van het SCP zal structureel aandacht worden besteed aan de cliëntenparticipatie, evenals aan de prijseffecten. Het budget voor 2007 is gebaseerd op de productie huishoudelijke verzorging uit het ijkjaar 2005 en wordt geïndexeerd met een reële index. Er wordt bekostigd naar zorgzwaarte. Als blijkt dat een cliënt een te ruim budget krijgt, wordt dat met behulp van een overgangsperiode van drie maanden financieel rechtgetrokken. De overgangsperiode van drie maanden geldt voor alle geïndiceerden. Dat is het meest rechtvaardig. Het kan overigens ook gebeuren dat iemand meer geld krijgt, omdat sprake is van een zwaardere zorgbehoefte. De OGGZ-handreiking is klaar en wordt rondgestuurd.

De staatssecretaris heeft inmiddels schriftelijk gereageerd op het gestelde door de heer Putters over een mogelijk financieel nadeel van negen gemeenten als gevolg van het overgangsregime. Deze gemeenten zijn inmiddels benaderd. Vijf gemeenten hebben gereageerd, waarvan drie inhoudelijk. Het blijkt dat het niet zozeer om een financieel nadeel gaat als gevolg van het overgangsregime, als wel om het gebrek aan tijd voor het regelen van de verordening, het aanbestedingstraject en de landelijke wijziging door middel van de AMvB. Men maakt zich zorgen over de zorgvuldigheid, maar er wordt geprobeerd die weg te nemen door middel van de gereedschapskist en de diverse handreikingen. Er is weliswaar gestuurd op afronding van het traject per 1 januari, maar gemeenten kunnen ervoor kiezen gebruik te maken van de mogelijkheden van het overgangsrecht. Veel gemeenten doen dat ook.

Het extra geld dat ter beschikking is gesteld voor de mantelzorgers moet daar uiteraard ook terechtkomen. Er komt nog een brief over de ondersteuning naar de Kamer, maar het amendement-Van der Vlies wordt uitgevoerd. De staatssecretaris zal de kwestie-Barneveld laten bekijken. Het persoonsgebonden budget moet vergelijkbaar zijn met de kosten van de voorziening in natura, zoals de gemeente die aanbiedt. Het gaat erom dat een burger redelijkerwijs in staat moet kunnen zijn een voorziening zelf aan te schaffen. Dat is de consequentie van de compensatieplicht.

Er zijn met de kerken op landelijk niveau inmiddels goede gesprekken gevoerd. Er wordt een plan van aanpak opgesteld over de versterking van de rol van de kerken. Daarvoor zijn financiële middelen beschikbaar. De staatssecretaris zegt toe dat in de brief van aanstaande maandag ook wordt ingegaan op de claim van Mezzo. Als een verordening in flagrante strijd is met de wet, dan wordt die voor vernietiging voorgedragen, maar dat is nog niet het geval.

De eigen bijdrageregeling wordt uitgevoerd door het CAK. De benodigde technische aanpassingen zijn al doorgevoerd. Het CAK heeft momenteel intensief contact met de gemeenten. De staatssecretaris gaat ervan uit dat die kwestie goed komt. De tijdelijke huishoudelijke verzorging na een ziekenhuisopname wordt betaald uit de Wmo, maar ook kortdurende zorg na een ziekenhuisopname moet vanuit de Wmo worden geleverd.

Ten slotte zegt de staatssecretaris toe de nog resterende vragen te zullen beantwoorden in de toegezegde brief. Uitgangspunt blijft dat iedereen per 1 januari de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Blok

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kalsbeek (PvdA), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), voorzitter, Smits (PvdA), Örgü (VVD), Verbeet (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), ondervoorzitter, Vergeer (SP), Vietsch (CDA), Joldersma (CDA), Varela (LPF), Van Heteren (PvdA), Smilde (CDA), Nawijn (LPF), Van Dijken (PvdA), Timmer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Hermans (LPF), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Azough (GroenLinks), Koşer Kaya (D66), Van der Sande (VVD) en Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen).

Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Verdaas (PvdA), Ferrier (CDA), Çörüz (CDA), Blom (PvdA), Halsema (GroenLinks), Gerkens (SP), Veenendaal (VVD), Hamer (PvdA), Weekers (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Ormel (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Waalkens (PvdA), Mosterd (CDA), Bussemaker (PvdA), Heemskerk (PvdA), Oplaat (VVD), Van Egerschot (VVD), Eski (CDA), Van Gent (GroenLinks), Bakker (D66) en Nijs (VVD).

Naar boven