nr. 119
MOTIE VAN HET LID VERBEET C.S.
Voorgesteld 31 oktober 2006
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat bij de Wmo gekozen is voor een gedecentraliseerde uitvoering;
overwegende, dat gemeenten op grond daarvan moeten kiezen voor verschillende
vormen van aanbesteding van de huishoudelijke zorg, of voor prijs-kwaliteitsafspraken
op grond waarvan iedere aanbieder geïndiceerde zorg kan leveren;
constaterende, dat gemeenten die aanbesteed hebben juridisch gezien een
onomkeerbare stap hebben gezet;
overwegende, dat door de uitkomsten van deze aanbesteding sommige aanbieders
omzet verliezen en dat niet uitgesloten is dat deze aanbieders personeel moeten
ontslaan;
overwegende, dat die aanbieders die de opdracht vanuit de aanbesteding
is vergund, hierdoor extra werk verkrijgen waarvoor zij extra personeel moeten
aantrekken;
overwegende, dat gemeenten door aanbesteden financieel voordeel kunnen
behalen waardoor zij een keuze kunnen maken om de hoogte van het pgb op het
niveau van de vergoeding voor zorg in natura te brengen;
verzoekt de regering, met respect voor de verschillende verantwoordelijkheden,
– te stimuleren dat de brancheorganisaties in V&V-sector, vakbonden
en gemeenten, aanbieders die personeel nodig hebben oproepen dit personeel
primair te werven bij die aanbieders die hun personeel moeten ontslaan vanwege
een gemiste gunning;
– gemeenten er nadrukkelijk op te wijzen dat het binnen hun beleidsvrijheid
ligt om het pgb voor HHZ qua hoogte en toepassing zodanig in te zetten dat
cliënten die door de uitkomsten van de aanbesteding hun vaste
hulp en hun vaste aanbieder verliezen deze weer kunnen inhuren via het pgb;
– te bevorderen dat de mensen die zo hard nodig zijn in het kader
van de extra handen aan het bed in de V&V -sector waar mogelijk gematcht
worden met die werknemers die door een voor hen ongunstig verlopen uitkomst
van de aanbesteding in de HHZ hun baan in de thuiszorg hebben verloren behouden
worden voor de zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verbeet
Mosterd
Van Miltenburg
Van der Vlies
Azough
Kant