nr. 101
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER VLIES EN KRANEVELDT
TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NRS. 77 EN 91
Voorgesteld 2 februari 2006
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in
het kader van de WMO hoge prioriteit heeft;
voorts constaterende, dat het voornemen bestaat om de AWBZ-subsidieregeling
Coördinatie Mantelzorgondersteuning en Vrijwillige Thuishulp (CVTM) per
1 januari 2007 te beëindigen;
van mening, dat de bestaande kennis en ervaring en de continuïteit
in het ondersteuningsaanbod gewaarborgd moet blijven en dat snelle overheveling
van het hiervoor beschikbare budget het risico in zich draagt van versnippering
van het aanbod en kan leiden tot het verdwijnen van de bestaande infrastructuur;
voorts overwegende, dat tevens specifieke aandacht is vereist voor een
goede overgang van deze regeling voorzover het gaat om vrijwillige terminale
thuiszorg;
verzoekt de regering in overleg met de relevante betrokkenen te komen
tot een zorgvuldige overgangsregeling die als uitgangspunt heeft dat de CVTM-middelen
in een periode van drie jaar geleidelijk aan de gemeenten worden overgedragen,
waarbij de verdeling plaatsvindt via een centrumgemeente of gemeente van vestigingsplaats,
met als uitdrukkelijk doel dat wordt voorkomen dat er op korte termijn op
bestaande infrastructuur wordt bezuinigd;
verzoekt de regering tevens specifieke aandacht te geven aan een goede
overgangsregeling gericht op de vrijwillige terminale thuiszorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Vlies
Kraneveldt