30 111 Topinkomens

Nr. 106 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2017

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van het kabinetsbeleid inzake de normering van topinkomens in de (semi)publieke sector en de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT). Overeenkomstig artikel 7.1 van de wet is bij deze brief de WNT-jaarrapportage 2016 gevoegd, een overzicht van geconstateerde overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen1.

1. Algemeen

Het kabinet staat voor een sober beloningsbeleid in de publieke en semipublieke sector. De WNT maximeert de bezoldiging van topfunctionarissen tot het ministersalaris en zorgt voor transparantie over topinkomens in de (semi)publieke sector. De wet is een effectief instrument gebleken. Het kabinet zal onverminderd streng toezien op naleving van de wet en eventuele problemen bij de uitvoering aanpakken. De WNT-jaarrapportage 2016 laat net als vorig jaar een grote mate van naleving van de wet zien bij de circa 6.000 instellingen die onder de WNT vallen. Het aantal overtredingen is in het licht van dit aantal beperkt. Op dit moment is er nog een groep topfunctionarissen die als gevolg van het overgangsrecht meer verdient dan het bezoldigingsmaximum. Dit aantal topfunctionarissen neemt de komende drie jaar gestaag af, omdat de overgangsperiode afloopt. Mede hierdoor zullen de effecten van de wet steeds meer zichtbaar worden.

2. Toezicht op naleving en handhaving 2016

De WNT-jaarrapportage 2016 geeft een overzicht van de geconstateerde overtredingen en door de gezamenlijke WNT-toezichthouders getroffen handhavingsmaatregelen. De rapportage omvat zowel nieuw geconstateerde overtredingen als een actualisatie van overtredingen uit eerdere WNT-jaarrapportages die nog in behandeling waren. Een belangrijk deel van de vermelde overtredingen is gesignaleerd door de accountant: die controleert op grond van de wet de naleving door WNT-instellingen en is verplicht overtredingen aan mij te melden. Tevens oefenen WNT-toezichthouders proactief toezicht uit. In het overzicht zijn alle door accountants gemelde en door de WNT-toezichthouder definitief vastgestelde overtredingen opgenomen. Nog lopende onderzoeken in het kader van proactief toezicht door de WNT-toezichthouder zijn niet in het overzicht opgenomen. Dat geldt ook voor overschrijdingen van het toepasselijke bezoldigingsmaximum die vanwege het overgangsrecht zijn toegestaan. Deze maken als gevolg van de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT niet langer onderdeel uit van de op grond van artikel 7.1 WNT verplichte WNT-jaarrapportage.

In het overzicht zijn ten opzichte van de WNT-jaarrapportage 2015 (Kamerstuk 30 111, nr. 102) 49 nieuw geconstateerde overtredingen opgenomen, waarvan er 40 door de accountant en negen door de WNT-toezichthouder zelf zijn gesignaleerd. Voor de helft van deze overtredingen loopt het onderzoek nog en/of worden handhavingsmaatregelen voorbereid. Veertien overtredingen waren bij verzending van deze brief reeds door de WNT-instelling ongedaan gemaakt. Het overzicht bevestigt het beeld uit de wetsevaluatie en eerdere WNT-jaarrapportages dat de wet in ruime mate wordt nageleefd. WNT-instellingen maken overtredingen in vrijwel alle gevallen uit eigen beweging of snel na een herstelopdracht van de WNT-toezichthouder ongedaan, waardoor inzet van formele handhavingsinstrumenten niet nodig is.

3. Mijlpalen 2017

Inwerkingtreding Evaluatiewet WNT

In 2015 is de eerste integrale evaluatie van de WNT uitgevoerd. De belangrijkste conclusie was dat de wet doeltreffend is in het tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en ontslaguitkeringen in de (semi)publieke sector, maar dat de doelmatigheid en uitvoering van de wet op verschillende onderdelen kunnen worden verbeterd. Hiertoe is op 1 juli jl. de Evaluatiewet WNT in werking getreden. Enerzijds zijn met de Evaluatiewet WNT de administratieve lasten voor WNT-instellingen op een aantal onderdelen verminderd zonder dat dit onevenredige risico’s op bovenmatige topinkomens met zich mee brengt. Zo is een volledige vrijstelling van de WNT-verantwoording voor (zeer) kleine semipublieke instellingen mogelijk gemaakt en hoeven zeer lage bezoldigingen van bijvoorbeeld topfunctionarissen die als vrijwilliger een bestuursfunctie vervullen niet langer meer openbaar te worden gemaakt. Ook is het algeheel verbod op variabele beloningen vervallen. Anderzijds zijn met deze wetswijziging aanvullende maatregelen getroffen tegen ontwijking van de normering van de WNT. Zo normeert de WNT met ingang van 2018 niet langer alleen de bezoldiging die de topfunctionaris bij afzonderlijke WNT-instellingen ontvangt, maar wordt ook de totale bezoldiging uit bestuursfuncties bij WNT-instellingen gemaximeerd. En om te voorkomen dat voormalige topfunctionarissen in een functie als «adviseur» bij dezelfde organisatie toch boven het maximum kunnen verdienen, blijven zij met ingang van 2018 nog vier jaar volledig genormeerd als zij de topfunctie tenminste een jaar hebben vervuld.

Vermindering controlelast accountants

De accountant heeft een belangrijke rol bij de uitvoering van de WNT. Deze moet bij de jaarrekeningcontrole vaststellen of een instelling onder de WNT valt en zo ja, of de WNT is nageleefd. De wijze waarop de accountant de naleving van de WNT controleert, is vastgelegd in het Controleprotocol WNT. In het afgelopen jaar is het controleprotocol grondig herzien. Vanuit de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) kwamen signalen dat de administratieve lastendruk voor WNT-instellingen, met name door de controlelast voor accountants, te hoog uitvalt. Zoals toegezegd in reactie op Kamervragen is in goed overleg met de NBA gezocht naar mogelijkheden om de controlelast voor accountants binnen de grenzen van de wet te verminderen, zonder dat het doel van de wet in het geding komt.2. De NBA heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de herziening.

Het nieuwe protocol geeft duidelijkheid over de werkzaamheden die van de accountant worden verwacht. Bij de meeste instellingen kan worden volstaan met basiswerkzaamheden. Alleen bij geconstateerde risico’s of op basis van signalen die uit de controle naar voren komen, voert de accountant aanvullende werkzaamheden uit. Daarnaast bepaalt het protocol dat de bezoldiging van topfunctionarissen die verder onder het bezoldigingsmaximum ligt iets minder precies hoeft te worden gecontroleerd. Dit leidt tot een aanzienlijke vermindering van de controlelast bij een groot aantal WNT-instellingen. Met betrekking tot overtredingen verandert er niets: die moeten onverminderd worden gerapporteerd en aan mij gemeld. Ook is de procedure voor het herstel van fouten aangepast. Kleine, administratieve fouten die geen betekenis hebben voor overtredingen hoeven niet langer te worden hersteld. De verwachting is dat het nieuwe controleprotocol tot een substantiële vermindering van de controlelast zal leiden.

Bezoldigingsmaxima 2018

Het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2018 is vastgesteld op € 187.000. Ook de specifieke sectorale maxima voor het jaar 2018 zijn geïndexeerd en vastgesteld. Deze sectorale maxima zijn in de maand november door de desbetreffende vakminister vastgesteld en door plaatsing in de Staatscourant bekendgemaakt.

4. Vooruitblik 2018

Onverminderd streng toezicht op naleving van de wet

De WNT-toezichthouders blijven onverminderd streng toezien op naleving van de wet. Zoals recent aangekondigd onderzoek ik met de Minister voor Medische Zorg constructies met onderaannemers in de zorg, waarop de WNT niet van toepassing is.3 Begin 2018 informeer ik u over de bevindingen en eventuele maatregelen die het kabinet voornemens is te treffen. Meer in algemene zin zal ik wanneer zich ongewenste ontwikkelingen voordoen in relatie tot de WNT deze in overleg met de betrokken bewindspersonen onderzoeken en zo nodig gericht maatregelen treffen.

Monitoring effecten van de WNT in aanloop naar tweede wetsevaluatie

Bij de eerste wetsevaluatie is vastgesteld dat eventuele ongewenste, niet-beoogde effecten van de WNT drie jaar na de inwerkingtreding van de wet nog beperkt zichtbaar waren en tevens moeilijk onderzoekbaar.4 Bij de tweede wetsevaluatie, die voor 2020 moet plaatsvinden, wil ik die effecten in beeld hebben. Nu is het aangewezen moment om deze te gaan monitoren, omdat de overgangsperiode afloopt en topfunctionarissen met salarissen boven het voor hen toepasselijke bezoldigingsmaximum moeten gaan afbouwen. Ik start hier op korte termijn mee. Onderwerpen die onder meer worden meegenomen zijn arbeidsmobiliteit, ontwikkelingen in het loongebouw, het kunnen werven en selecteren van gekwalificeerde bestuurders en de kwaliteit van bestuur.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 2235 en 2316.

X Noot
3

Kamerstuk 30 111, nr. 105.

X Noot
4

Kamerstuk 34 366, nr. 1.

Naar boven