30 079 VMBO

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2017

Met deze brief bied ik u mijn voorstel aan dat leerlingen met een diploma van de gemengde en de theoretische leerweg van het vmbo (vmbo gl en tl) het recht geeft om door te stromen naar het havo. Met dit doorstroomrecht voer ik twee moties van uw Kamer uit.1 2

Leerlingen die de potentie hebben om te slagen op een hoger onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs, hebben het recht die uitdaging aan te gaan. Dat geldt voor iedere overgang in het voortgezet onderwijs, zowel voor vmbo-havo als voor havo-vwo en het stapelen binnen het vmbo. Bij de overgang of doorstroom van het ene onderwijsniveau naar het andere onderwijsniveau (bijvoorbeeld van vmbo naar havo) is het bevoegd gezag vrij om eigen toelatingseisen te stellen. Scholen hebben sinds 2012 de toelatingscode overstap vmbo-havo ingericht om tot transparantie, eenduidigheid en regionale afspraken te komen over de toelating van vmbo-leerlingen tot het havo. Desondanks stellen scholen uiteenlopende eisen bij de toelating. Dit leidt tot onduidelijkheid en onnodige belemmeringen voor leerlingen die via het havo door willen stromen naar het vervolgonderwijs.

Een wettelijke verankering van een doorstroomrecht voor deze leerlingen geeft hen duidelijkheid. De komende periode start ik met drie trajecten. Ten eerste zet ik een wetstraject in gang dat is gericht op een doorstroomrecht waarbij het vmbo gl/tl-diploma zonder meer recht geeft op doorstroom naar het havo. Tegelijkertijd start ik met de verbetering van de aansluiting tussen het curriculum van het vmbo en het havo. Dit vergemakkelijkt de overgang voor de leerling die uitdaging vindt in theoretisch leren en de overstap van het vmbo gl/tl naar het havo wil maken. Ten derde werk ik samen met de Minister aan de verdere verbetering van de algemene aansluiting van het vmbo op het mbo. Ruim 85 procent van alle vmbo-leerlingen maakt na het behalen van een vmbo-diploma de overstap naar het mbo. Het mbo biedt waardevolle onderwijsroutes met een goed toekomstperspectief. In de brief over een sterk beroepsonderwijs die u op korte termijn van de Minister en mij ontvangt, gaan wij nader in op het belang van de verschillende onderwijsroutes die passen bij verschillende vmbo-leerlingen en hun leerstijlen. De keuze voor het havo moet een positieve keuze zijn en niet een keuze op basis van eventuele verkeerde negatieve beelden over het beroepsonderwijs. Een goede loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) door de school ondersteunt vmbo-leerlingen bij het zicht krijgen op de beroepsmogelijkheden, de eigen kwaliteiten en interesses op basis waarvan zij een vervolgopleiding kiezen. In de brief over LOB in het gehele onderwijs die vorig jaar door de Minister en mij aan uw Kamer is verstuurd, werden de maatregelen genoemd waarmee LOB is versterkt.3 Daarnaast ondersteunen de schakelprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo die momenteel worden uitgewerkt en die vanaf volgend schooljaar kunnen worden aangeboden, overstappende vmbo-leerlingen.

In deze brief ga ik achtereenvolgens in op de huidige regelgeving met betrekking tot de doorstroom van leerlingen, gevolgd door een uitwerking van het doorstroomrecht vmbo gl/tl – havo. Tot slot noem ik maatregelen om het doorstroomrecht goed en zorgvuldig in te voeren. Als bijlagen4 bij deze brief treft u de derde monitor van de naleving van de toelatingscode overstap vmbo-havo en de resultaten van onderzoek naar de ervaringen van ouders en leerlingen met de overstap van vmbo gl en tl naar havo.5 6

1. De bestaande regeling: de school beslist

Vmbo-leerlingen kunnen na hun eindexamen doorstromen naar het havo. De school die het havo aanbiedt, beslist of de vmbo-leerling wel of niet wordt toegelaten tot de vierde klas van het havo. Scholen hebben hiervoor een gedragscode opgesteld: de toelatingscode overstap vmbo-havo. Zij maken op basis van deze gedragscode regionale afspraken met elkaar over de toelating tot het havo en zijn transparant over de eisen die zij stellen en de begeleiding die zij bieden aan overstappende leerlingen.

Onderdeel van de toelatingscode is dat scholen met een havo-opleiding vroegtijdig een toelatingsgesprek met de leerling voeren, wat 89 procent van de scholen ook echt doet. Verder weegt 91 procent van die scholen het advies van de vmbo-school mee bij de beslissing over toelating. Bij een afwijkende mening overlegt 85 procent van de havoscholen met de vmbo-school. Ongeveer 46 procent van de vmbo-scholen helpt leerlingen bij hun loopbaanoriëntatie naar het havo en 61 procent van de havo-scholen adviseert leerlingen die naar havo 4 willen.

De gedragscode biedt ruimte in het toelatingsbeleid van scholen en wordt niet door alle scholen op alle punten nagevolgd. Hierdoor zijn er nog steeds verschillen tussen scholen en is het voor leerlingen en ouders niet duidelijk waar ze aan toe zijn. Dat vind ik zeer ongewenst.

2. Een wettelijk doorstroomrecht

In de Wet op het voortgezet onderwijs wordt een doorstroomrecht van vmbo gl en tl naar het havo verankerd. In het Inrichtingsbesluit WVO wordt geregeld dat leerlingen die het vmbo succesvol hebben afgerond zonder extra voorwaarden kunnen doorstromen naar het havo mits zij ten opzichte van het verplichte aantal vakken, in tenminste één extra algemeen vormend vak op het vmbo eindexamen hebben gedaan. Beoogd wordt dat het wettelijk doorstroomrecht van kracht zal zijn voor leerlingen die per schooljaar 2019–2020 de overstap maken van het vmbo naar het havo.

3. Doorstroomrecht goed en zorgvuldig invoeren

Hieronder geef ik aan welke acties ik neem voor een goede invoering van een doorstroomrecht vmbo gl/tl naar het havo.

Verbetering aansluiting curricula

Ik werk aan een betere aansluiting van de lesprogramma’s van de algemeen vormende vakken die worden gegeven op het vmbo gl en tl op het havo, waarbij ook de aansluiting op het mbo moet blijven gewaarborgd. Na afronding van het vmbo gl en tl stroomt immers de overgrote meerderheid van de leerlingen door naar het mbo.

Het verschil in de vakkenpakketten tussen het vmbo en het havo leidt er toe dat leerlingen die naar het havo willen overstappen een forse stap extra moeten zetten op het havo. Het gaat om het aantal vakken, de samenstelling van de vakkenpakketten en de vakinhoud. Op het havo volgen leerlingen meer algemeen vormende vakken dan op het vmbo. Om ervoor te zorgen dat leerlingen echt kansrijk zijn op het havo vraag ik van leerlingen om in een extra algemeen vormend vak op het vmbo eindexamen af te leggen. Er zit niet alleen verschil in het aantal vakken tussen het vmbo en het havo, maar ook is er een verschil in de samenstelling van de vakken die een profiel vormen. Leerlingen die bijvoorbeeld vanuit het vmbo-profiel Zorg en Welzijn willen doorstromen naar het havoprofiel Natuur en Gezondheid missen het vak scheikunde, terwijl leerlingen die vanuit het vmbo-profiel Economie willen doorstromen naar het havoprofiel Cultuur en Maatschappij als extra vak geschiedenis zouden moeten volgen. Dit soort verschillen in de lespakketten kunnen worden gecompenseerd door de keuzevakken in het vrije deel. Dit vraagt een zorgvuldige vakkenpakketkeuze van de potentiële stapelaars (die al begint aan het einde van leerjaar 2 van het vmbo) en om een goede voorlichting door de vmbo-school. Tot slot is de vakinhoud van een aantal vakken op het vmbo anders dan op het havo. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vak wiskunde.

De verbetering van de aansluiting tussen het curriculum van het vmbo en het havo zal enige jaren tijd in beslag nemen. De realisatie hiervan hangt ten eerste samen met de uitkomsten van de curriculumherijking, het (publieke) gesprek over wat leerlingen in het voortgezet onderwijs moeten leren. De dialoog met en onder scholen en leraren over het curriculum gaat de komende tijd door. Ook hangt de curriculumaansluiting samen met de adviezen die de Onderwijsraad heeft uitgebracht in een Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap. Een van de adviezen van de Onderwijsraad is de samenvoeging van de gemengde en theoretische leerwegen en dat een beroepsgericht vak wordt toegevoegd aan de mavo. Dit advies heeft gevolgen voor de positionering van de gl en de tl in het stelsel. Ik kom in januari met mijn reactie op het advies van de Onderwijsraad.

Voor beide trajecten geldt dat er in de komende twee tot drie jaar meer duidelijkheid zal komen over de uitwerking van de inhoud. Daarna worden de uitkomsten in wet- en regelgeving doorgevoerd. Ik doe dit in nauwe samenwerking met de sector.

Verbod op een doubleerverbod

Uw Kamer heeft gevraagd om het scholen niet langer toe te staan dat zij als voorwaarde stellen dat leerlingen die willen doorstromen van vmbo naar havo niet mogen blijven zitten.7 Aan deze motie zal ik gevolg geven door in de wet- en regelgeving vast te leggen dat scholen vmbo-leerlingen die naar het havo doorstromen of zijn doorgestroomd niet mogen verbieden te doubleren. De bestaande regelgeving sluit een dergelijk doubleerverbod niet uit. 74 procent van de havoscholen die hebben deelgenomen aan de derde monitor van de toelatingscode hanteert geen verbod op zittenblijven. Het is niet wenselijk dat leerlingen op het havo verschillend worden behandeld. Vmbo-leerlingen die zijn overgestapt naar het havo verdienen dezelfde kansen als leerlingen die via de eerdere leerjaren het havo zijn ingestroomd.

Schakelprogramma’s vmbo-havo vanaf 1-8-2017

Totdat een aantal fundamentele knelpunten is opgelost, zoals de aansluiting van de curricula en de profielen, worden schakelprogramma’s vmbo-havo ingericht gedurende het laatste jaar van het vmbo of tijdens de zomerperiode na afronding van het vmbo-examen. Deze schakelprogramma’s worden met ingang van 1 augustus 2017 beschikbaar gesteld.

Afspraken over de overgangsperiode

Het streven is dat er met ingang van het schooljaar 2019–2020 een wettelijk doorstroomrecht is geregeld. De wet zal dan per 1 mei 2019 in werking moeten treden zodat overstappende leerlingen er gebruik van kunnen maken. Vanaf nu tot aan die datum is er een overgangsperiode. Samen met de VO-raad bezie ik hoe deze periode moet worden ingevuld. Scholen kunnen in deze periode al starten met het aanbieden van een extra algemeen vormend vak. Vmbo-scholen hebben op grond van de regelgeving nu al de mogelijkheid om een extra algemeen vormend vak aanbieden. Uit de derde monitor van de toelatingscode blijkt dat een groot deel van de scholen met een vmbo-afdeling de mogelijkheid tot het doen van een zevende examenvak biedt. Maar ik wil scholen (zowel vmbo als havo) oproepen om vanaf nu de doorstroommogelijkheid voor leerlingen in vmbo gl/tl naar het havo verder te verbeteren door meer samen te werken om de curriculumkloof te overbruggen en aan de toelating tot het havo geen onnodige eisen te stellen.

4. Ervaringen van ouders en leerlingen

Ik vind het belangrijk om ook een beeld te krijgen van wat ouders en leerlingen vinden van de overstap van het vmbo naar het havo. Daarom is in dezelfde periode als de uitvoering van de derde monitor van de toelatingscode onder scholen, een enquête gehouden onder ouders en leerlingen die ervaring hebben met de overstap vmbo-havo. 338 ouders en 318 leerlingen hebben de enquête ingevuld. Het merendeel van de ouders vindt de informatie die de school gaf over de overstap duidelijk (75 procent) en op tijd (81 procent). Toch geven ze als verbetersuggestie dat er meer en eerder informatie gegeven kan worden over wat leerlingen kunnen verwachten na een overstap naar het havo. Ruim 90 procent van de leerlingen gaf aan dat zij een bepaalde hoogte van het gemiddeld eindexamencijfer moesten hebben om te kunnen overstappen. Ook moesten leerlingen een motivatiebrief schrijven of een aanbeveling hebben van de mentor. Zowel ouders als leerlingen geven verbetersuggesties voor de verbetering van de condities waaronder de overstap van het vmbo naar het havo gemaakt kan worden. Zo zeggen zij dat scholen vmbo-leerlingen beter moeten voorbereiden op een overstap naar het havo door extra lessen te bieden of de mogelijkheid aan te bieden van het kiezen van een extra algemeen vormend vak in het examenjaar, juist om het kennisverschil tussen vmbo en havo op te vangen. Zij geven ook aan dat scholen leerlingen moeten stimuleren om een overstap te maken en niet ontmoedigen.

Conclusie over de periode voor de overstap van het vmbo naar het havo is dat ouders en leerlingen tevreden zijn over de informatie die zij ontvingen, maar dat zij verbeteringen zien met betrekking tot de hulp die ze voorafgaand aan de overstap ontvingen. Ik zal met het LAKS en Ouders & Onderwijs bespreken hoe dit kan worden verbeterd. Na de overstap naar het havo zijn vooral leerlingen tevreden over de geboden hulp door de school.

5. Tot slot

Ik verwacht dat de maatregelen die ik in deze brief heb benoemd, leiden tot meer duidelijkheid voor leerlingen die na een succesvolle afronding van het vmbo in de gemengde of de theoretische leerweg willen overstappen naar het havo. Ik zie hierbij ook een belangrijke rol weggelegd voor de begeleiding van scholen aan leerlingen die na het vmbo moeten kiezen voor vervolgonderwijs. De inzet van loopbaanoriëntatie en -begeleiding op het vmbo en de mogelijkheid voor het volgen van een schakelprogramma voorafgaand aan de overstap van het vmbo naar het havo bieden een goede ondersteuning voor deze leerlingen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Motie Grashoff over doorstroomrecht (Kamerstuk 31 332, nr. 53) en de Motie Grashoff over uitvoeren van de aangenomen moties (Kamerstuk 31 289, nr. 307).

X Noot
2

Motie Vermue over doorstroomrecht (Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 26).

X Noot
3

Brief Loopbaanoriëntatie en -begeleiding, d.d. 28 september 2016, Kamerstuk 31 524, nr. 301.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
5

Monitor toelatingscode vmbo gl/tl-havo, derde meting in opdracht van de VO-raad, Oberon, 28-10-2016.

X Noot
6

Toelatingscode vmbo – havo, Peiling onder ouders en leerlingen, Oberon, 25-10-2016.

X Noot
7

Motie Siderius c.s. over doubleerverbod, Kamerstuk 34 184, nr. 11.

Naar boven