30 012 Leven Lang Leren

Nr. 36 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2011

Zoals toegezegd in de Rijksbegroting 2011, hoofdstuk 8, artikel 4 (OCW) wordt in de bijgevoegde rapportage informatie verstrekt over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde kabinetsbeleid rond een leven lang leren in de periode 2005 tot 2011.1 Er wordt onder meer ingegaan op de doelstelling van het kabinet, de instrumenten die zijn ingezet en de bereikte resultaten en effecten.

De specifieke doelstelling met betrekking tot een leven lang leren, zoals geformuleerd in respectievelijk het plan van aanpak 2005–2007 en het plan van aanpak 2008–2011, luidde als volgt:

Het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van mensen op de arbeidsmarkt door het ontwikkelen van een regionale infrastructuur voor een leven lang leren, het vergroten van de deelname aan EVC-trajecten, het verbeteren van de kwaliteit van EVC en het bevorderen van een leercultuur in bedrijven. De slagkracht van de regionale infrastructuur wordt aangetoond door het realiseren van 35.000 leerwerktrajecten in de periode 2005-2007 en 90.000 leerwerktrajecten in de periode 2008-2011.

Duidelijk is geworden dat de laatste jaren flinke stappen zijn gezet op het terrein van een leven lang leren.

  • Er is een stevige impuls aan duurzame regionale samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en lokale overheid gegeven, waarbij een leven lang leren vaak onderdeel van bestaand arbeidsmarktbeleid is geworden. Met 47 samenwerkingsverbanden zijn afspraken gemaakt voor de realisatie van 125 000 leerwerktrajecten in de periode 2005–2011. In totaal zijn 146 246 leerwerktrajecten gerealiseerd. Hiermee is de doelstelling ruimschoots gehaald. De betrokken partijen zetten de samenwerking rond leren en werken nu op eigen kracht voort.

Aantal gerealiseerde leerwerktrajecten in de periode 2005–2011

Regeling

Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken 2005–2007

Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken 2007

Tijdelijke stimuleringsregeling werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden

Leren en Werken 2005–2011 Totaal

       

Streefwaarde

35 000

90 000

125 000

       

Realisatie

44 162

57 497

44 587

146 246 (117%)

  • Er zijn 43 regionale leerwerkloketten opgezet, opgehangen aan 36 regionale samenwerkingsverbanden. De leerwerkloketten zijn vervolgens ingepast in de integrale dienstverlening van de Werkpleinvestigingen van het UWV Werkbedrijf. De leerwerkloketten hebben een brede taak in het adviseren van burgers, werkgevers en werknemers over scholingsmogelijkheden en opleidingenaanbod. Zij zorgen ervoor dat vragers en aanbieders van EVC en scholing elkaar beter weten te vinden.

  • Er is gewerkt aan een betere mobiliteit van mensen door de inzet van scholing en EVC. Het besef van de noodzaak van op- en bijscholing voor duurzame inzetbaarheid en kwaliteit van de economie is gegroeid en er is meer scholingsbereidheid ontstaan bij werkgevers en werknemers.2

  • De landelijke publiekscampagne «Weet waar je staat, vraag je Ervaringscertificaat» heeft geholpen om werkgevers te bereiken en individuen op weg te helpen. In 2010 is op het hoogste punt 64% van de werkgevers door de campagne bereikt. Uit de resultaten van voorgaande campagnejaren blijkt dat 67% van het algemeen publiek bekend is met het Ervaringscertificaat. Bij de doelgroep «werknemers en werkzoekenden» ligt dit percentage op 73%.

  • Het aantal uitgevoerde EVC-procedures stijgt mede door de publiekscampagne van 9 900 in 2007 tot 15 700 in 2009. 3 Meer dan de helft van de EVC-trajecten leidt tot aanvullende scholing en van die groep behaalt naar schatting tweederde uiteindelijk een diploma.

  • Tot en met 2012 heeft de overheid voor drie jaar de regie genomen om de basiskwaliteit van het Ervaringscertificaat op orde te brengen. Hiertoe zijn in 2010 al belangrijke stappen gezet. De Beleidsregel afgifte EVC-verklaringen die op 1 april 2010 in de Staatscourant is gepubliceerd, heeft betrekking op de wijze waarop en de voorwaarden waaronder EVC-verklaringen worden afgegeven. Als flankerend beleid wordt het actieplan «Kwaliteit van EVC» door het Kenniscentrum EVC uitgevoerd. Het actieplan biedt EVC-aanbieders de mogelijkheid om de kwaliteit van hun EVC-systeem te analyseren en via trainingen in te zetten op professionalisering van actoren.

  • Het kabinet is voornemens een wet te maken waarin de kwaliteitsborging van EVC wordt geregeld.

  • In de projecten EVC en maatwerk werkend leren in het hbo zijn van 2007 tot en met 2009 ongeveer 15 000 trajecten gerealiseerd. Deze projecten hebben geleid tot een betere inbedding van deze voorzieningen in de organisatie van de hogescholen. Een beperkt aantal hogescholen ontwikkelt zich nu tot instituut waar organisatiebreed diensten worden verleend op het gebied van een leven lang leren. De resultaten van de hbo-projecten die vanaf begin 2010 tot eind 2011 worden uitgevoerd worden medio 2012 bekend.

  • In de periode 2006–2010 is een groot aantal pilots met Associate degree (Ad)-programma’s gestart. Deze opleiding is bedoeld voor werkenden en voor doorstromers vanuit het mbo. De pilots hebben gezorgd voor extra deelname aan het hoger onderwijs. Ongeveer de helft van de Ad’ers volgt het Ad-programma in duale vorm of (vooral) in deeltijd. Ongeveer de helft van de deelnemers is werkend en circa een kwart komt rechtstreeks van het mbo. Het afronden van een Ad-programma heeft een positief effect op de overstap naar c.q. het functioneren op de arbeidsmarkt. De Associate degree heeft een belangrijke toegevoegde waarde voor het Nederlandse hoger onderwijs, vult een lacune in tussen mbo en hbo-bachelor en sluit aan op een behoefte bij studenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

  • De hbo-stimuleringsregelingen en de pilots Associate degree zijn mede aanleiding geweest voor de in de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap aangekondigde activiteiten gericht op het opleiden van werkenden: definitieve invoering Associate degree, versterking van het aanbod professionele masters en deeltijdonderwijs, een experiment flexibel hoger onderwijs voor werkenden en een onderzoek naar verruiming van de leenfaciliteit collegegeldkrediet.

  • Tot op dit moment ontwikkelen bijna 600 middelgrote en kleine bedrijven een leercultuur in hun bedrijf en zij vormen zich om tot lerende organisaties die gericht zijn op een brede en duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. De werkplek wordt een leerwerkplek waarbij werkgevers de ontwikkeling van hun medewerkers aanmoedigen en ondersteunen. Leren wordt een vanzelfsprekend onderdeel van het arbeidsproces.

Er is veel bereikt met betrekking tot het oprichten van een infrastructuur voor een leven lang leren, de realisatie van concrete leerwerktrajecten en de doorontwikkeling van het Ervaringscertificaat. Er zijn zeker nog aandachtspunten. Het opleidingsniveau van de Nederlandse beroepsbevolking en de deelname aan postinitiële scholing zijn de afgelopen jaren vrijwel gestabiliseerd. Nederland behoort nog steeds tot de best presterende landen, maar het gat met de echte koplopers zoals Zweden, Finland en Engeland, wordt niet kleiner. Om inzicht te krijgen in de groeifactoren voor deelname aan een leven lang leren en de factoren die deelname beïnvloeden, heeft IVA/SEOR een onderzoek uitgevoerd onder verschillende referentielanden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn aan uw Kamer gezonden op 26 oktober 2011 (Kamerstuk 29 544, nr. 342). Succesfactoren zijn de culturele verankering van een leven lang leren, gebruik van gemixte financieringsmodellen en het versterken van de regionale infrastructuur voor een leven lang leren. Deze elementen sluiten aan bij de Nederlandse aanpak, waarin een belangrijke verantwoordelijkheid voor een leven lang leren ligt bij de sociale partners.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kwalitatieve monitor Succesfactoren voor verduurzaming van leren en werken, Ecbo, februari 2011.

X Noot
3

EVC gemeten, Een onderzoek naar het aantal gerealiseerde EVC in de periode 2005–2009, Ecorys, mei 2010.

Naar boven