29 934
Voorstel van wet van de leden Wolfsen en Luchtenveld tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen door bestuursorganen (Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen)

nr. 27
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2008

In uw brief van 17 september jl. (2008D049I3) verzoekt u te worden geïnformeerd over de planning omtrent het in mijn brief van 3 juli jl. (Kamerstukken II 2007/08, 29 934, nr. 24) aangekondigde wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

In mijn brief van 3 juli jl. merkte ik op dat het streven van het kabinet er op is gericht het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk na de zomer bij de Tweede Kamer in te dienen ten einde de mogelijkheid open te houden de parlementaire behandeling hiervan af te ronden voor 1 januari 2009 en de Wet dwangsom per die datum in werking te laten treden. Met het oog hierop is het wetsvoorstel op 10 juli jl. ter advisering bij de Raad van State aanhangig gemaakt. Het advies van de Raad van State is op 19 september jl. ontvangen. Het wetsvoorstel wordt zo spoedig mogelijk bij de Tweede Kamer ingediend. Het kabinet is graag bereid medewerking te verlenen aan een voortvarende behandeling van het wetsvoorstel in beide Kamers.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven