nr. 20
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN SCHIJNDEL TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
In de Vreemdelingenwet 2000 wordt na artikel 2 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 2a
Paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing
op beschikkingen gegeven op grond van deze wet alsmede op grond van het Soeverein
Besluit van 12 december 1813.
Toelichting
Dit amendement strekt er toe de Vreemdelingenwet 2000 alsmede het Soeverein
Besluit d.d. 12 december 1813 (hierna tezamen: de Vreemdelingenwet) uit
te zonderen van de werking van de dwangsomregeling. Daarvoor bestaan redelijke
en objectieve gronden, gelegen in de aard van de beschikkingen op het gebied
van het vreemdelingenrecht, de omstandigheden waaronder deze worden genomen,
en de wettelijke systematiek.
Wat betreft beschikkingen op aanvragen van visa, waaronder begrepen machtigingen
tot voorlopig verblijf, geldt dat de aanvragers in het buitenland verblijven
en meestal in landen waar de levensstandaard lager ligt dan in Nederland.
In sommige van die landen is € 20 per dag al een zodanig hoog bedrag,
dat daarvan een prikkel tot oneigenlijk gebruik van de regeling zou uitgaan.
Bij asielaanvragen bestaat de vrees dat de dwangsomregeling een ongewenste
aanzuigende werking zal hebben, mede omdat een dergelijke regeling in de ons
omringende Europese landen niet bestaat. De regeling stelt immers een financieel
voordeel in het vooruitzicht. Aanvragen die nu in andere EU-landen worden
gedaan, zouden voor een deel naar Nederland kunnen verschuiven.
Het behoeft geen betoog dat dit ongewenst is.
Aanvragen voor visa, machtigingen voor voorlopig verblijf en asielaanvragen
vormen samen de overgrote meerderheid van de aanvragen die op grond van de
Vreemdelingenwet moeten worden behandeld. In dat kader is van belang dat het
uit oogpunt van zowel gelijke behandeling als wettelijke systematiek niet
wenselijk is nader onderscheid te maken tussen groepen aanvragers van (verblijfs-)aanvragen
op grond van de Vreemdelingenwet (bijv. in verband met gezinshereniging of
arbeidsmigratie). Gelet op het vorenstaande is het gerechtvaardigd de Vreemdelingenwet
van de dwangsomregeling uit te zonderen.
Van Schijndel