29 930
Wijziging van de Meststoffenwet (invoering gebruiksnormen)

E
nr. 40
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 augustus 2006

Bijgaand doe ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ter kennisneming toekomen het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen (overheveling Meststoffenwet 1947 en Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen), met bijbehorende nota van toelichting.1

Daar het ontwerpbesluit mede strekt tot wijziging van het Besluit gebruik meststoffen dient dit ingevolge artikel 92, eerste lid, van de Wet bodembescherming aan de beide Kamers der Staten-Generaal te worden overgelegd.

Voor de inhoud en de achtergronden van het ontwerpbesluit verwijs ik u kortheidshalve naar de bij het ontwerpbesluit behorende nota van toelichting.

In het kader van de inspraakprocedure ingevolge artikel 92, eerste lid, van de Wet bodembescherming en artikel 43 van de Meststoffenwet wordt het ontwerp in de Staatscourant bekend gemaakt teneinde een ieder in de gelegenheid te stellen binnen een termijn van vier weken opmerkingen over het ontwerp schriftelijk ter kennis van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te brengen.

Na afloop van deze inspraakronde zal het ontwerp voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Overeenkomstig artikel 92, tweede lid, van de Wet bodembescherming zal het besluit na de vaststelling, maar vóór de inwerkingtreding, opnieuw aan u worden overgelegd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven