Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 29924 nr. F |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 29924 nr. F |
Vastgesteld 24 januari 2025
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1 heeft kennisgenomen van de brief van 5 november 2024, waarmee de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie antwoord hebben gegeven op de vragen over rapporten nrs. 77 en 78 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
Naar aanleiding hiervan is op 13 december 2024 een brief gestuurd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie hebben op 23 januari 2025 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken Bergman
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Den Haag, 13 december 2024
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft kennisgenomen van de brief2 van 5 november 2024, waarmee u en de Minister van Defensie antwoord hebben gegeven op de vragen over rapporten nrs. 77 en 78 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. De leden van de fractie van de PvdD hebben naar aanleiding van die brief een aantal vervolgvragen.
Is het juist dat als de CTIVD een rapport uitbrengt, het praktijk is dat u vooraf de gelegenheid wordt geboden om op het rapport te reageren? Is die gelegenheid ook geboden toen rapport 78 werd aangeboden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de daarop gegeven reactie met de Kamer delen?
Als door de CTIVD onrechtmatigheden worden geconstateerd, worden dan degenen die verantwoordelijk waren voor die onrechtmatigheden daarop aangesproken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, door wie? En draagt u dan verantwoordelijkheid voor het al dan niet aanspreken van die betrokkene?
Wordt de directeur die in functie was ten tijde van het plegen van de onrechtmatigheden verantwoordelijk gehouden voor de door zijn dienst gepleegde onrechtmatigheden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is deze in het onderhavige geval verantwoordelijk gehouden, en – zo ja – op welke wijze?
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken I.M. Lagas
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2025
Middels deze brief reageren wij op de vervolgvragen van de leden van de fractie van de PvdD naar aanleiding van de brief van 5 november aangaande vragen over de toezichtsrapporten 77 en 78 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
De leden van de fractie van de PvdD vragen of het praktijk is dat een CTIVD toezichtsrapport vooraf wordt aangeboden om hierop te reageren en of dit gebeurd is bij toezichtsrapport 78, betreffende de AIVD. De CTIVD heeft, conform haar onderzoeksprotocol en artikel 113 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), een eerste concept rapport van nr. 77 en nr. 78 aangeboden met het verzoek kenbaar te maken of er feitelijke onjuistheden zijn en welke gegevens staatsgeheimen betreffen en niet openbaar kunnen worden gemaakt. Zoals gebruikelijk hebben de toenmalige Ministers daar op gereageerd. Echter, dit is een reactie op een concept rapport als onderdeel van een ordentelijk proces wat de wetgever zo heeft ingericht. Bovendien is dit een gerubriceerde brief. Om die redenen kan deze reactie niet gedeeld worden met uw Kamer.
De leden van de fractie van de PvdD vragen vervolgens of degene die verantwoordelijk waren voor de door de CTIVD geconstateerde onrechtmatigheden hierop worden aangesproken, of wij de verantwoordelijkheid dragen voor het aanspreken van betrokkenen, en of de directeur die toentertijd in functie was verantwoordelijk wordt gehouden voor de onrechtmatigheden. Aan de hand van de geconstateerde onrechtmatigheden heeft de CTIVD aanbevelingen gedaan, die hebben wij allemaal overgenomen. Elke door de CTIVD of door onszelf onderkende onrechtmatigheid wordt uiteraard serieus genomen. De AIVD en de MIVD, alsmede de huidige directeur-generaal van de AIVD en de directeur van de MIVD, hechten net als wij grote waarde aan de aanbevelingen van de CTIVD. De rapporten en eventueel geconstateerde onrechtmatigheden worden betrokken bij de periodieke overleggen tussen Minister en diensthoofd.
De aanbevelingen dragen bij aan het lerend vermogen van de diensten door middel van het evalueren van beleid en werkwijzen. Inmiddels is nader gesproken met de CTIVD over de aanbevelingen en met hen gedeeld hoe deze organisatiebreed worden geïmplementeerd. Op die wijze nemen de AIVD en de MIVD als organisaties de verantwoordelijkheid voor de geconstateerde onrechtmatigheden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Minister van Defensie, R. Brekelmans
Samenstelling:
Kemperman (BBB), Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Van de Sanden (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29924-F.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.