29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 58 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld20 september 2010

De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 29 april 2010 inzake het Jaarverslag van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (Kamerstuk 29 924, nr. 51).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 September 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Miltenburg

De griffier van de commissie,

De Lange

1

Welke andere teams zijn ten behoeve Team Afghanistan ingezet? Heeft deze overheveling nog consequenties voor de samenstelling van deze teams en mogelijke gevolgen voor uitvoeringstaken van deze teams?

Er zijn geen andere teams ingezet ten behoeve van Team Afghanistan.

2

Kunt u aangeven hoeveel burgerambtenaren er in 2009 zijn uitgezonden om de uitzenddruk van militaire collega's te beperken? Kunt u aangeven of deze burgers dezelfde taken hebben uitgevoerd als het militair personeel van de MIVD? Zo niet, waarin verschilden deze taken?

In 2009 zijn zeventien burgerambtenaren uitgezonden om de uitzenddruk van militaire collega’s te beperken. Deze burgerambtenaren hebben dezelfde werkzaamheden verricht als hun militaire collega’s bij de MIVD.

3

Kunt u aangeven op welke wijze de MIVD haar werkwijze heeft aangepast nu er sprake is van grensoverschrijvende bewegingsvrijheid van de Taliban van en naar Pakistan? Welke prioriteiten worden gelegd ten aanzien van Pakistan?

De grensoverschrijdende bewegingsvrijheid van de Taliban tussen Afghanistan en Pakistan is geen nieuw gegeven en is als zodanig reeds geruime tijd onderwerp van aandacht.

4

Wordt de Afghaanse Taliban vanuit de Pakistaanse staat ondersteund?

Zo ja, hoe?

Er zijn geen harde bewijzen dat de Pakistaanse staat de Afghaanse Taliban formeel en actief ondersteunt. Het is bekend dat belangrijke Talibanleiders in Pakistan verblijven en dat deze tot op zekere hoogte vrij kunnen opereren. De Pakistaanse veiligheidsdiensten arresteren incidenteel Taliban commandanten. De Pakistaanse autoriteiten geven echter prioriteit aan de bestrijding van militante groeperingen die zich verzetten tegen de Pakistaanse staat.

5

Bestaat er een MIVD analyse van het buitenlandse beleid van Israel, vooral met betrekking tot het Midden-Oosten? Wat zijn de gevolgen voor Europa van het Israëlische beleid? Waarom wordt bijvoorbeeld operatie Cast Lead (p. 44) niet uitgebreider behandeld? Op welke terreinen wordt door de MIVD samengewerkt met de Israëlische inlichtingendiensten? Waarom wordt Israel niet gedefinieerd als een «land van zorg» (p. 37)?

Van Israël gaat geen dreiging uit voor Nederland of de Nederlandse belangen zoals die mogelijk wel uitgaat van de zogenoemde landen van zorg. Voortgaande instabiliteit in de regio, zoals in de context van het Arabisch-Israëlisch conflict, is echter niet in het belang van Nederland. Over eventuele samenwerking met inlichtingendiensten van andere landen kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.

6

Wat kan worden gezegd over de actuele situatie met betrekking tot de financiële positie van de Afghaanse Taliban? In hoeverre hangt deze anno 2009/2010 af van opbrengsten van papaveroogsten? Valt er iets te zeggen over de mate waarin de teelt van saffraan en andere gewassen de teelt van papaver verdrijft in die gebieden waar de Nederlandse Task Force (Uruzgan) actief is geweest? In hoeverre hangt de financiële positie van de Afghaanse Taliban anno 2009/2010 af van geldelijke ondersteuning uit het buitenland? Uit welke landen kwam dergelijke steun?

De VN schatten dat de Taliban door de heffing van belasting op de verbouw van papaver jaarlijks tussen de 90 tot 160 miljoen dollar vergaren om de opstand te financieren. Het is niet duidelijk hoe deze inkomsten zich tot het totale budget van de Taliban verhouden. De Taliban ontvangen ook donaties uit derde landen. Het betreft vaak individuele donaties uit Arabische landen of Pakistan. De effecten van de teelt van saffraan en andere legale gewassen op de verbouw van papaver in Urzugan zullen pas op de langere termijn te beoordelen zijn.

7

Betekent de vaststelling dat de operaties van het Pakistaanse leger tegen de Pakistaanse Taliban in de grensgebieden geen effect hebben gehad op het functioneren van de Afghaanse Taliban, dat deze operaties sowieso weinig succesvol zijn geweest of dat het mindere of meerdere succes van dergelijke operaties nauwelijks effect heeft op het functioneren van de Afghaanse Taliban? Indien dat laatste het geval is, wat zegt dat dan over de zelfstandige kracht van de Afghaanse Taliban?

De Pakistaanse militaire operaties in eigen land hebben geen grote gevolgen voor de Afghaanse Taliban. De zelfstandige kracht van de Afghaanse Taliban is als zodanig aanzienlijk.

8

Bestaat er een rapport over de verwevenheid van de georganiseerde misdaad en de Kosovaarse regering? Zo ja, kan dat aan de Kamer ter beschikking worden gesteld?

Er bestaat een gerubriceerd rapport over georganiseerde misdaad in Kosovo. Ik zal de Commissie voor de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten hierover vertrouwelijk informeren.

9

Geldt de vaststelling dat de dominante mono-etnische groeperingen in Bosnië-Herzegovina zich in 2009 steeds zelfverzekerder opstelden jegens de internationale presentie ook voor de vertegenwoordigers van de moslimbevolking in dat land? Zou een dergelijke houding van de vertegenwoordigers van de moslimbevolking strijdig zijn met het belang dat de moslimbevolking van dat land heeft bij de internationale presentie (althans in de perceptie die daaromtrent in Nederland bestaat)?

Ook de leiders van de Bosnische moslims hebben de afgelopen jaren een zelfverzekerder houding aangenomen. Het belangrijkste politieke doel van de Bosnische moslims blijft een centraal geleide staat. Dit streven sluit voor een groot deel aan bij de doelstelling van de internationale gemeenschap, die de vestiging van een effectief bestuurde staat nastreeft. De Bosnische moslims blijven streven naar een goede relatie met de internationale gemeenschap.

10

Kan al iets worden gezegd over de patstelling die in Irak is ontstaan na de recente presidentsverkiezingen daar? Welk effect heeft deze patstelling op de stabiliteit van het land?

De coalitiebesprekingen voor een nieuwe regering verlopen moeizaam als gevolg van partijpolitieke en persoonlijke tegenstellingen. Vooralsnog heeft dit geen wezenlijke gevolgen voor de stabiliteit van het land. Indien er na de vastenmaand ramadan (die in augustus en september valt) nog geen zicht is op een doorbraak, kunnen de spanningen verder oplopen.

11

Wat valt af te leiden uit recente grote internationale investeringen in de oliewinning in Irak omtrent de stabiliteit in Irak?

De olie-export vormt de belangrijkste bron van inkomsten voor de Iraakse schatkist. Door de internationale investeringen wordt een verhoging van de olieproductie op (middel)lange termijn verwacht. Als de olie-inkomsten inderdaad (aanzienlijk) toenemen, kunnen de publieke voorzieningen verbeterd worden, wat de stabiliteit kan bevorderen.

12

Hoe beoordeelt de regering de berichtgeving dat de terreurbeweging Hezbollah inmiddels over een arsenaal van een geschat aantal van 40 000 raketten zou beschikken, inclusief Scud-raketten (http://www.timesonline.co.uk/tol/news/world/middle_east/article7101106.ece)? Acht de regering de illegale wapenleveranties door Iran en Syrië aan Hezbollah een bedreiging voor Israël in het bijzonder en voor de stabiliteit van de regio in het algemeen?

Over de omvang en de aard van het raketarsenaal van Hezbollah en (vermeende) wapenleveranties bestaan geen eenduidige aanwijzingen. Het is echter waarschijnlijk dat er wapensmokkel plaatsvindt. Dergelijke clandestiene wapenleveranties dragen niet bij aan de stabiliteit van de regio en vormen een bedreiging voor Israël.

13

Kan meer worden gezegd over «de welwillende opstelling van Syrië jegens Libanon»? Vertaalt zich die meer welwillende opstelling ook in minder bemoeizucht van Syrië met de interne verhoudingen in Libanon?

Syrië heeft het beleid ten aanzien van Libanon na de militaire terugtrekking in 2005 aangepast. In 2008 en 2009 heeft het land actief meegewerkt aan de regionale bemiddelingspogingen teneinde de politieke impasse in Libanon te doorbreken. Ook is Syrië formele diplomatieke betrekkingen aangegaan met Libanon. Niettemin blijft Syrië geïnteresseerd in en indirect invloed uitoefenen op de interne verhoudingen in Libanon, afwisselend in samenwerking of concurrentie met andere landen in de regio (Iran en Saoedi-Arabië zijn als voorbeelden genoemd).

14

Hoe beoordeelt de MIVD de positie van de Jemenitische regering binnen dat land? In hoeverre wordt haar invloed ondermijnd door bijvoorbeeld de invloed van radicale soennieten respectievelijk van shi'ieten?

De positie en invloed van de Jemenitische regering wordt door een groot aantal factoren beïnvloed, waaronder de voortdurende strijd tegen de sjiitische Huthi-rebellen in het noorden van Jemen en de radicaal-soennitische al-Qaida op het Arabische Schiereiland. Het conflict met separatistische elementen in het voormalige Zuid-Jemen is ook van invloed op de positie van de regering. Voorts hebben stammen en stamconfederaties traditioneel veel zeggenschap, in het bijzonder aangaande lokale kwesties. Tenslotte wordt de positie en invloed van de regering deels ook bepaald door de economische situatie en de mate waarin de regering in staat is om te voorzien in de behoeften van de bevolking.

15

Wat kan worden gezegd over internationale steun voor radicaal-islamitische groeperingen in Somalië? Hoe omvangrijk is die steun en uit welke landen is die afkomstig?

Radicaal-islamitische groeperingen in Somalië worden gesteund door internationaal opererende terroristische organisaties en door in het buitenland wonende Somaliërs. De steun bestaat uit het ter beschikking stellen van financiën, wapens en personeel.

16

Kan een inschatting worden gegeven van de mogelijke gevolgen van een beëindiging van MINURCAT voor de veiligheidssituatie in Tsjaad?

De veiligheidssituatie in N’Djamena en Oost-Tsjaad wordt negatief beïnvloed door twee factoren: de interne strijd met een gewapende oppositie en criminele activiteiten. Het is onwaarschijnlijk dat de beëindiging van MINURCAT de interne strijd wezenlijk zal beïnvloeden. Op termijn wordt de strijd met de rebellenbewegingen voornamelijk negatief beïnvloed door de afwezigheid van een nationale dialoog enerzijds, en het uitblijven van een proces van democratische transitie en ontwikkeling van de regio anderzijds.

Het is wel waarschijnlijk dat het vertrek van MINURCAT zal leiden tot een toename van de criminaliteit in Oost-Tsjaad. Hoewel MINURCAT in het afgelopen jaar niet in staat is gebleken de criminaliteit in Oost-Tsjaad tegen te gaan, zal de aanwezigheid van de VN-operatie er wel toe hebben bijgedragen dat bepaalde actoren werden gehinderd in hun criminele activiteiten. Een verdere toename van de criminaliteit heeft gevolgen voor het werk van humanitaire actoren en brengt een veiligheidsrisico met zich mee voor betrokken personen.

17

Wat zal, naar de inschatting van de MIVD, de reactie van het regime in Khartoem zijn op een meerderheidsstem ten gunste van de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan bij het komende referendum?

Hoewel de regering in Khartoum zegt iedere uitslag te zullen accepteren is het waarschijnlijk dat zij in het geval van secessie het proces naar volledige onafhankelijkheid van Zuid-Sudan zal traineren.

18

Op welke wijze oefent de Rwandese overheid thans nog invloed uit op de situatie in oostelijk Congo (DRC)?

Rwanda is er na de genocide van 1994 steeds op uit geweest om in Oost-Congo verblijvende Rwandese Hutu-extremisten aan te pakken. De afgelopen jaren is de relatie tussen Rwanda en de Democratische Republiek Congo (DRC) echter sterk verbeterd. De diplomatieke betrekkingen zijn hersteld en er vindt regelmatig overleg plaats. De Congolese regering heeft in 2009 in het kader van operatie Umoja Wetu toegestaan dat eenheden van het Rwandese leger op Congolees grondgebied optraden tegen de Rwandees-Congolese rebellengroepering Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda (FDLR). In ruil hiervoor arresteerde Rwanda de Tutsi-rebellenleider Laurent Nkunda, waarmee het een bijdrage leverde aan het beëindigen van een langlopend militair conflict tussen het Congolese regeringsleger en Nkunda’s rebellen van het Congres National pour la Defense du Peuple (CNDP).

Rwanda is gebaat bij een stabiele veiligheidssituatie in Oost-Congo aangezien negatieve ontwikkelingen in deze regio ook de veiligheidssituatie in Rwanda kunnen beïnvloeden. Bovendien is Rwanda economisch gezien gebaat bij stabiliteit in de Kivu provincies. Het lijdt geen twijfel dat Rwanda ook om die reden nauw betrokken is bij de ontwikkelingen in de regio. De veiligheidssituatie in Oost-Congo is op dit moment diffuus. Met het uiteenvallen van het CNDP is het rebellenfront nog onoverzichtelijker geworden. Vooralsnog is er echter geen bewijs dat Rwanda op dit gebied een destabiliserende rol speelt.

19

Wordt er in de regio samengewerkt met Amerikaanse diensten zoals de Drugs Enforcement Administraion (DEA), Central Intelligence Agency (CIA) of militaire inlichtingendiensten? Wat houdt die samenwerking in?

In het openbaar kunnen geen mededeling worden gedaan over de partners waarmee de MIVD samenwerkt.

20, 21 en 22

Waarom wordt niet ingegaan op de omvangrijke investeringen van Venezuela in zijn krijgsmacht? Is het waar dat de defensie-uitgaven van Venezuela in reële termen met 136% gestegen zijn in de periode 2003–2008 (SIPRI Yearbook 2010: Armaments, Disarmament and International Security, blz. 184). Hoe beoordeelt de regering deze stijging, in relatie tot de retoriek richting Nederland?

Is het waar dat Venezuela miljardenorders aan wapensystemen geplaatst heeft bij de Russische Federatie, voor onder meer tanks en luchtverdedigingssystemen? Hoe beoordeelt de regering deze orders in relatie tot de stabiliteit in de regio?

Kan een overzicht worden gegeven van het militaire potentieel van Venezuela en van de ontwikkelingen die zich daarbij voordoen? In hoeverre zou dat potentieel effectief kunnen worden ingezet tegen bijvoorbeeld Curaçao of/en Aruba?

De krijgsmacht van Venezuela wordt geleidelijk gemoderniseerd. De genoemde orders passen in een dergelijke modernisering. Er zijn geen aanwijzingen dat de Venezolaanse strijdkrachten voorbereidingen treffen voor een extern conflict. Ik zie geen directe relatie tussen de stijging van de defensie-uitgaven en de retoriek tegen Nederland.

De stabiliteit in de regio is een punt van aandacht voor de regering. Het Koninkrijk levert een militaire bijdrage aan de stabiliteit in de regio onder meer dankzij de aanwezigheid op de eilanden. Nederland streeft ernaar goede bilaterale relaties tussen het Koninkrijk en Venezuela te onderhouden. Onlangs heeft de minister van Buitenlandse Zaken met zijn ambtgenoot in Caracas overleg gevoerd. Daarbij heeft hij benadrukt dat het in het kader van goed nabuurschap van belang is open en rechtstreeks te communiceren om eventuele misverstanden op te lossen. De noodzaak tot een versterkte samenwerking is daarbij door beide kanten benadrukt.

23

Kan meer informatie worden gegeven over «de ambitieuze en ingrijpende hervorming van de Russische krijgsmacht»?

Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie is het militaire vermogen van de Russische krijgsmacht drastisch afgenomen. Met het beleidsdocument «Nieuw aanzicht van de krijgsmacht tot 2020» is een hervorming in gang gezet die erop is gericht de institutionele beperkingen en zwakheden van de Russische krijgsmacht op te heffen. Het doel is een vergroting van gevechtskracht en militair vermogen door een reorganisatie van de commandostructuur en de vorming van mobiele en flexibel inzetbare Permanent Readiness Forces (PRF) voorzien van modern materieel. De personele omvang van de krijgsmacht wordt verkleind met 140 000 militaire functies. Ook maken verbeteringen op het vlak van opleiding en training en de sociale positie van militair personeel onderdeel uit van de hervormingen. In de plannen wordt afgestapt van het principe van massamobilisatie, wat een fundamentele breuk is met het verleden. De «nieuwe» krijgsmacht moet beter zijn toegerust voor lokale en regionale conflicten. Het vermogen tot inzet in een grootschalig conflict blijft daarnaast (op een lager niveau) aanwezig. De hervormingen raken vooral Land-, Lucht- en Zeestrijdkrachten. Luchtlandingstroepen, Strategische Rakettroepen en Ruimtetroepen worden vooralsnog in mindere mate of niet hervormd. De prioriteit blijft liggen bij de instandhouding van de nucleaire afschrikkingsmacht (nucleaire triade).

24

Kan meer informatie worden gegeven over China's groeiende militaire macht?

China is bezig met een grootschalige modernisering van de krijgsmacht. Deze defensieopbouw is in de tweede helft van de jaren negentig ingezet. China onderkent een aantal prioriteitsgebieden waaronder de marine, luchtmacht en ruimtevaart. Het land stelt in het defensie white paper 2008 dat het belangen heeft ver buiten de eigen landsgrenzen die het met militaire middelen wil kunnen verdedigen. Op militair strategisch niveau vertaalt zich dit in de wens om de krijgsmacht ver buiten de landsgrenzen van China in te kunnen zetten. Voor de marine betekent dit een verdere ontwikkeling van «bruin naar blauw» water optreden. De Chinese deelname aan de antipiraterij missie voor de kust van Somalië is hier een voorbeeld van. De financiële middelen die voor de modernisering worden vrijgemaakt nemen jaarlijks toe. Sinds 1989 steeg het defensiebudget jaarlijks met meer dan tien procent. In 2010 steeg het defensiebudget voor het eerst minder, namelijk met 7,5 procent, naar 532,1 miljard Yuan, omgerekend ruim 57 miljard euro. Overigens wordt algemeen aangenomen dat de werkelijke defensie-uitgaven beduidend hoger zijn. Zo worden R&D kosten en aanschaf van buitenlandse defensiesystemen niet onder dit budget gebracht. De Chinese ambitie om in 2050 over een volledig gemoderniseerde krijgsmacht te beschikken vereist echter grote extra investeringen.

25

Hoe beoordeelt de MIVD de steun van Iran aan Hamas in het licht van het feit dat Iran een shi'itisch land is en Hamas een radicaal-soennitische beweging?

Voor Iran is de radicaal-islamitische signatuur van Hamas van groter belang dan de soennitische denominatie. De politiek-ideologische steun van Iran aan het Palestijnse verzet tegen Israël komt naar eigen zeggen voort uit de betrokkenheid als «islamitische natie».

26

Op welke bronnen baseert de MIVD haar proliferatie rapporten? Bevestigen die bronnen de rapporten van de International Atomic Energy Agency (IAEA)? Zo nee, hoe wijken ze daarvan af? Wordt informatie die van andere diensten is ontvangen op andere manieren gecontroleerd?

De bronnen, werkwijze en het kennisniveau van de MIVD zijn geheim. In het openbaar worden daarover geen mededelingen gedaan. Wel kan worden opgemerkt dat de MIVD geen reden heeft om aan de door het IAEA gerapporteerde feiten en de daaruit getrokken conclusies te twijfelen.

27, 28, 29 en 30

Bestaat er een rapport van de Unit Contraproliferatie over de veiligheid van de Pakistaanse kernwapens? Zo ja, kan dat aan de Kamer ter beschikking worden gesteld?

Is de MIVD betrokken bij het opstellen van de IAEA analyses over het Iraanse nucleaire programma? Zo ja, hoe?

Bij welke sanctiemaatregelen is de Unit Contraproliferatie betrokken? Gaat het alleen om door de VN gemandateerde sancties of ook om andere? Zo ja, welke?

Heeft de MIVD inlichtingen die wijzen op een mogelijke militaire dimensie van het nucleaire programma van Iran? Zo ja, welke?

Rapporten van de Unit Contraproliferatie van de AIVD en de MIVD zijn in vrijwel alle gevallen gerubriceerd als staatsgeheim met het oog op geheimhouding van bronnen, werkwijze en kennisniveau. Desgevraagd kan de Commissie Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer over rapporten van de Unit Contraproliferatie worden geïnformeerd.

Dat het IAEA informatie ontvangt van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, houdt die organisatie niet geheim. Wel wordt geheim gehouden van welke diensten concreet informatie is ontvangen en hoe ver eventuele samenwerking met concrete diensten gaat. Of, en zo ja op welke wijze, de MIVD betrokken is bij het opstellen van analyses van de IAEA kan in het openbaar niet worden gemeld.

De Unit Contraproliferatie stelt enkel inlichtingenrapportages op ten behoeve van behoeftestellers die bevoegd zijn tot het treffen van maatregelen. De Unit Contraproliferatie treft zelf geen maatregelen. In het openbaar worden geen mededelingen gedaan over het kennisniveau van de MIVD.

31

Gesteld wordt dat er indicaties zijn dat «verschillende Europeanen» zich aangesloten hebben bij terroristische netwerken. Hoe groot in omvang wordt deze groep ingeschat? Bevinden zich hieronder mogelijk ook Nederlanders? Zo ja, hoeveel?

Er zijn tientallen Europeanen actief binnen terroristische netwerken. Hieronder bevinden zich waarschijnlijk ook enkele Nederlanders.

32

Wat wordt precies onder terrorisme verstaan?

De MIVD hanteert in navolging van de AIVD en de NCTb de volgende werkdefinitie:

«Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.»

33

Waarom wordt bij het hoofdstuk internationaal terrorisme niet ingegaan op Hezbollah, een terroristische organisatie die Israël bedreigt en in het verleden aanslagen gepleegd heeft tegen de Verenigde Staten?

Op grond van de taakverdeling met andere relevante overheidsinstanties richt de MIVD zich ten aanzien van het internationaal terrorisme vooral op de defensiebelangen.

34

Heeft de instroom van buitenlandse strijders naar Irak, die sterk afgenomen is, zich verplaatst naar andere landen, zoals Afghanistan?

De instroom van buitenlandse strijders heeft zich inderdaad verplaatst van Irak naar andere landen, waaronder Afghanistan.

35

In hoeverre dreigt Somalië, met de versterking van de machtspositie van de terroristische groepering al-Shabaab, een broeinest en uitvalsbasis van islamitisch terrorisme te worden?

De situatie in Somalië wordt gekenmerkt door algemene chaos en instabiliteit. De zwakke Somalische overgangsregering is er tot op heden niet in geslaagd om effectieve controle over Somalië uit te oefenen en worstelt om de eigen legitimiteit en aanhang te vergroten. De oppositie tegen de overgangsregering bestaat uit een samenstelling van clanmilities en ideologisch islamitisch georiënteerde gewapende bewegingen.  In dit machtsvacuüm is geen van de partijen in staat haar wil op te leggen aan de ander. Dit geldt in het bijzonder voor de regio Zuid-centraal Somalië waar al-Shabaab actief is. Al-Shabaab dankt de huidige positie in die regio voornamelijk aan de zwakte van de overgangsregering en vanconcurrerende bewegingen. 

De versterking van de machtspositie van de terroristische groepering al-Shabaab heeft in Somalië een vruchtbare voedingsbodem gecreëerd voor islamitisch terrorisme.

36

Hoe beoordeelt de regering de groei van terroristische groeperingen verbonden aan en/of geïnspireerd door al-Qaida, ondanks de afname ervan in Irak? Welke strategie staat de regering in internationaal verband voor om deze groei tegen te gaan?

De groei hangt samen met het fluïde karakter van de netwerkstructuren. Er ontstaan voortdurend nieuwe organisaties uit afsplitsingen en samenvoegingen van bestaande groeperingen die zich niet meer exclusief op één vijand of een beperkt aantal doelwitten richten. De regering draagt zowel bilateraal als in multilateraal kader (bijvoorbeeld in EU- en VN-verband) bij aan het tegengaan van het internationale terrorisme. De regering voorziet de Tweede Kamer regelmatig van voortgangsrapportages.

37

Kan de regering nader ingaan op het onderzoek naar netwerken die een bedreiging kunnen vormen tegen de defensieorganisatie in Nederland? Is er sprake van dergelijke netwerken of enigerlei dreiging?

De regering beschikt niet over aanwijzingen dat (terroristische) netwerken een bedreiging vormen tegen de defensieorganisatie in Nederland.

38

Kunt u aangeven of in vergelijking met voorgaande jaren er in 2009 sprake is van een daling of stijging van het aantal vormen van rechts-extremisme binnen de defensieorganisatie? Om welke vormen/uitingen gaat het dan precies? Hoe komt recht-extremisme tot uitdrukking binnen de organisatie?

In 2009 was een daling van het aantal uitingen van rechts-extremisme waarneembaar ten opzichte 2007 en 2008. Het betreft over het algemeen het aanbrengen van graffiti op deuren en muren, zoals hakenkruizen of het SS-teken. In een enkel geval werd een rechts-extremistische uitspraak gedaan of de Hitlergroet gebracht. Hiertegen wordt opgetreden door commandanten en wordt in voorkomend geval een onderzoek ingesteld door de Koninklijke Marechaussee.

39

Welke maatregelen heeft de regering in 2009 genomen tegen antimilitaristische groeperingen? Zijn er acties verijdeld, op heterdaad ontdekt en/of zijn er arrestaties verricht?

De MIVD heeft onder meer tot taak het onderzoeken van activiteiten die tot doel hebben de paraatheid of veiligheid van de krijgsmacht te schaden. De MIVD verricht in dit kader onderzoek naar antimilitarisme, stelt bevindingen ter beschikking van de behoeftestellers, maar treft zelf geen maatregelen. Over onderzoeken door de MIVD kan in het openbaar geen mededeling worden gedaan.

40

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot het wel dan niet handhaven van het Koninklijk Besluit?

Na interdepartementaal overleg dat binnenkort plaatsvindt, zal een besluit worden genomen over opschorting of intrekking van het Koninklijk Besluit Luchtfotografie.

41

Is de MIVD voornemens haar werkwijze aan te passen gezien haar constatering dat de complexiteit van de veiligheidsonderzoeken stijgt? Zo ja, op welke wijze gaat zij dit doen?

In de afgelopen periode is de kwaliteit van het proces van veiligheidsonderzoeken, onder meer door uitbreiding van het aantal naslagen in gegevensbestanden, verhoogd en is het aantal functieplaatsen uitgebreid. Deze maatregelen moeten voldoende worden geacht om het beslag dat de toegenomen complexiteit van de veiligheidsonderzoeken op de MIVD legt te ondervangen.

42

Welke aanleidingen zijn er voor de MIVD om een hernieuwd onderzoek uit te voeren?

Op grond van de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO) mag een hernieuwd onderzoek worden uitgevoerd na het verstrijken van een periode van vijf jaar of een veelvoud daarvan, of wanneer er feiten of omstandigheden zijn die een hernieuwd veiligheidsonderzoek rechtvaardigen. Dat kunnen bijvoorbeeld nieuwe justitiële antecedenten zijn of andere gegevens die duiden op niet integere gedragingen. Niet integere gedragingen zijn nader uitgewerkt in de Leidraad persoonlijke gedragingen of omstandigheden (Kamerstuk 29 924, nr. 40 van 27 oktober 2009).

43

Wat zijn meer specifiek de redenen waarom een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) kan worden ingetrokken of worden geweigerd? Wat is de verklaring voor de stijging van het aantal gevallen ten opzichte van het jaar 2008?

Een VGB kan worden ingetrokken of geweigerd wanneer sprake is van onvoldoende waarborgen dat de betrokkene onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie, waarop betrokkene is of zou worden geplaatst, voortvloeiende plichten zal volbrengen. Een VGB kan ook worden geweigerd indien het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft kunnen opleveren om een oordeel te geven. De toename in weigeringen ten opzichte van 2008 werd onder meer veroorzaakt door het ontbreken van voldoende informatie wegens verblijf van betrokkenen in het buitenland. Voorts was sprake van een overloop van een aantal dossiers uit 2008.

44

Kunt u aangeven of de doelstelling om 90% van het aantal afgeronde veiligheidsonderzoeken binnen de wettelijk termijn van acht weken afgerond te hebben inmiddels is gehaald? Zo niet, waarom nog niet? Wat gaat de MIVD precies doen om deze doelstelling wel te halen?

Die doelstelling is op dit moment nog niet gehaald. De uitbreiding van het aantal functies heeft nog niet geleid tot daadwerkelijke uitbreiding van de capaciteit. Vanwege de hoge veiligheidseisen bij de MIVD is sprake van een relatief lang verwervingstraject waardoor het nieuwe personeel pas in de komende maanden zal instromen. Om eind 2010 de doelstelling te realiseren om tenminste 90 procent binnen acht weken af te ronden, is tijdelijk personeel toegevoegd aan de betreffende afdeling. Binnenkort wordt de eerste fase van het automatiseringsproject om veiligheidsonderzoeken te versnellen uitgevoerd. Daarnaast loopt het project herijking vertrouwensfuncties Defensie, waarbij wordt onderzocht of het aantal vertrouwensfuncties kan worden teruggebracht en het niveau van de vertrouwensfuncties kan worden teruggebracht.

45

Wat is de verklaring voor de stijging van het aantal aangevraagde veiligheidsonderzoeken in het jaar 2009?

De toename van het aantal veiligheidsonderzoeken wordt deels veroorzaakt door de goede resultaten van het Actieplan Werving en Behoud. Voorts zijn er ten behoeve van de missie in Afghanistan veel veiligheidsonderzoeken uitgevoerd voor de zwaarste categorie vertrouwensfuncties.

46, 48, 49, 50 en 51

Waarom is besloten om de termijn van hernieuwde veiligheidsonderzoeken te verruimen?

Hoe lang is een veiligheidsonderzoek geldig? Kunt u een toesplitsing per niveau geven?

Kunt u aangeven waarom er gekozen is om de onderzoeken op B en C niveau niet elke vijf jaar te laten uitvoeren, maar ten minste elke tien jaar? Betreft het hier een structurele of tijdelijke maatregel? Welke relatie ligt hier met de toestemming die de MIVD gekregen heeft om per 1 januari 2010 haar capaciteit ten behoeve van het uitvoeren van de veiligheidsonderzoeken uit te breiden?

Zijn er andere gronden voor het verdubbelen van de geldigheidsduur van de betreffende veiligheidsonderzoeken dan de uitvoeringscapaciteit bij de MIVD?

In hoeverre worden de veiligheidsrisico’s verbonden aan het verdubbelen van de geldigheidsduur van deze veiligheidsonderzoeken door u aanvaardbaar geacht?

Zoals gesteld in mijn brief van 2 december 2009 (Kamerstuk 29 924, nr. 41), heb ik de termijn voor het uitvoeren van een hernieuwd veiligheidsonderzoek tijdelijk verruimd om de opgelopen achterstanden structureel tot staan te brengen en de huidige achterstanden te kunnen wegwerken. Het betreft alleen een verruiming voor de zogenaamde B en C-onderzoeken, deze onderzoeken worden toegepast ten behoeve van de minder kwetsbare vertrouwensfuncties. Deze verruiming past binnen de eisen van de Wet Vertrouwensonderzoeken (WVO) (Stb. 1996, nr. 525). Voorts is een verlenging van de termijn niet in strijd met de NAVO-regelgeving. Zoals ik 25 november 2009 gemeld heb in het antwoord op de vragen van het lid Eijsink (Handelingen TK 2009–2010, Aanhangsel nr. 847) acht ik het veiligheidsrisico verbonden aan de verdubbeling van de geldigheidsduur van deze veiligheidsonderzoeken aanvaardbaar.

47

Wat zijn de precieze criteria voor iedere niveau van onderzoek? Is er sprake van een afwijking met voorgaande jaren? Indien ja, waarom?

Op grond van de WVO heeft Nederland aan een aantal functies, zowel binnen als buiten de overheid, de status «vertrouwensfuncties» toegekend. Deze status wordt toegekend door de minister die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein waarop een vertrouwensfunctie wordt uitgeoefend. Het gaat daarbij uitsluitend om functies waarbij het risico bestaat dat de nationale veiligheid kan worden geschaad.

De kennisname van staatsgeheimen vormt de meest voorkomende reden voor de aanwijzing van een functie als vertrouwensfunctie en het niveau van het veiligheidsonderzoek. Daarnaast worden een aantal functies met het oog op de vereiste ambtelijke integriteit aangewezen als vertrouwensfunctie.

52 en 53

Welke maatregelen zijn genomen naar aanleiding van de constatering dat de beveiliging van elektronische gegevens binnen Defensie niet volledig op orde is?

Welke concrete maatregen zullen er getroffen worden om de beveiliging van elektronische gegevens binnen Defensie te verbeteren?

De MIVD doet onderzoek naar incidenten op het gebied van elektronische gegevensverwerking waarbij (mogelijk) sprake is van gerubriceerde gegevens. In 2009 is geconstateerd dat niet altijd conform de vigerende regelgeving wordt gehandeld en daarvan is door de MIVD schriftelijk melding gemaakt aan belanghebbenden. Er zijn geen significante inbreuken op de beveiliging van deze gegevens geconstateerd die nopen tot het aanpassen van de veiligheidsmaatregelen. Bij voortduring wordt gewerkt aan een adequate beveiliging van elektronische gegevens.

54

Wat is de verklaring voor de vertraging van het traject van het Joint Intelligence Surveillance Target Aquisition en Reconnaissance (JISTARC)? Is de verwachting nog steeds dat de formele oprichting in het derde kwartaal van 2010 zal plaatsvinden?

Oorzaken voor de vertraging zijn gelegen in een beperkte capaciteit met betrekking tot de te verrichten functiewaarderingen, beperkt beschikbare infrastructuur en ontvlechting van het Reconnaissance Intelligence Centre uit het Commando Luchtstrijdkrachten. Momenteel ligt het concept Voorlopig Reorganisatie Plan ter goedkeuring voor. Na goedkeuring zal met de realisatiefase worden begonnen.

55

In hoeverre is er sprake van doublures in de samenwerking tussen de MIVD en de AIVD? Op welke manier en/of op welke terreinen zijn er kansen voor samenwerking?

De samenwerking tussen de MIVD en de AIVD is de afgelopen jaren op alle taakvelden geïntensiveerd. Er vindt tussen beide diensten intensief overleg plaats over de inzet van de inlichtingenteams. Ook de inlichtingenanalyses worden afgestemd. Op operationeel gebied en wat verbindingsinlichtingen betreft zijn samenwerkingsverbanden verder uitgewerkt. De gemeenschappelijke Unit Contraproliferatie is verantwoordelijk voor een doeltreffende uitvoering van de wettelijke taken van beide diensten op het gebied van proliferatie van massavernietigingswapens. Daarbij gaat het om zowel de inlichtingen- als veiligheidsaspecten. Sinds dit jaar is het gezamenlijke Team Caribische Gebied operationeel. Door de inzet van deze gezamenlijke teams worden doublures in de werkzaamheden vermeden. Op het gebied van Open Source Intelligence (OSINT) is de samenwerking geïntensiveerd en deze zal ook komend jaar verder worden verdiept. Ook inzake het veiligheidsonderzoeken, contra-inlichtingen (terrorismebestrijding, contraspionage) en industrieveiligheid is gekomen tot verdere samenwerking. Ook deze samenwerking zal verder worden vormgegeven.

56

Speelt de MIVD een rol bij het ondervragen van gevangenen in Afghanistan? Zo ja, met welke diensten wordt daarbij samengewerkt? Is personeel van de MIVD aanwezig in de Bagram gevangenis dan wel andere veldgevangenissen bij de ondervraging van gevangenen?

De MIVD speelt geen rol bij het ondervragen van gevangenen in Afghanistan.

57

Wordt er personeel van buiten ingehuurd? Zo ja, wat zijn dan de taken van het ingehuurde personeel? Is er sprake van een extra veiligheidsrisico hierdoor?

Inhuur geschiedt om te voorzien in een tijdelijke, specifieke behoefte aan gespecialiseerd personeel, vooral voor de ondersteuning van projecten. Al het personeel dat werkzaamheden verricht bij de MIVD, zowel eigen als ingehuurd personeel, wordt onderworpen aan een op de MIVD toegesneden veiligheidsonderzoek. Pas na afgifte van een verklaring van geen bezwaar wordt het personeel toegelaten. Er wordt daarom geen extra veiligheidsrisico gelopen.

58

Kunt u aangeven wanneer de nieuwe werkbelevingsonderzoek Picture beschikbaar is en wanneer deze naar de Kamer zal worden gestuurd?

Het nieuwe werkbelevingsonderzoek zal dit najaar aan de Kamer worden aangeboden.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Ferrier, K.G. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Miltenburg, A. van (VVD), Fng voorzitter, Dam, M.H.P. van (PvdA), Knops, R.W. (CDA), Jacobi, L. (PvdA), Brinkman, H. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Broeke, J.H. ten (VVD), Dijk, J.J. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Monasch, J.S. (PvdA), Bosman, A. (VVD), El Fassed, A. (GL), Hernandez, M.M. (PVV), Lucassen, E. (PVV), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Hachchi, W. (D66) en Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD).

Plv. leden: Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Wolbert, A.G. (PvdA), Beek, W.I.I. van (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Ormel, H.J. (CDA), Samsom, D.M. (PvdA), Helder, L.M.J.S. (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Teeven, F. (VVD), Irrgang, E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Veldhoven, S. van (D66), Arib, K. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Halsema, F. (GL), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Bontes, L. (PVV), Çörüz, C. (CDA), Pechtold, A. (D66) en Nicolaï, A (VVD).

Naar boven