Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2023
Georganiseerde criminaliteit heeft de afgelopen jaren nieuwe proporties aangenomen
en is steeds gevaarlijker en alarmerender geworden. Onze rechtstaat wordt ondermijnd
door meedogenloze criminelen die niet terugdeinzen voor het gebruik van intimidatie
en extreem geweld. De aanpak van dit type criminaliteit moet flexibel zijn en zich
aanpassen aan de verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit waarmee we tegenwoordig
te maken hebben in ons land. De nietsontziende criminelen die hierbij betrokken zijn
kunnen we alleen tegenhouden als we er alles aan doen om ze voor te zijn waar we kunnen,
maar vooral ook om stevig in te grijpen waar dat noodzakelijk is. Vooral voor de zwaarste
vormen van georganiseerde misdaad is het van essentieel belang dat de aanpak meebeweegt
met de actualiteiten en dat er een overheid staat die effectief kan ingrijpen en slagvaardig
handhaven.
Dit kabinet heeft als ambitie gesteld om bij de verdere versterking van de aanpak
van georganiseerde ondermijnende criminaliteit te leren van de succesvolle elementen
van omliggende landen. Een land dat meer dan 50 jaar ervaring heeft met het terugdringen
van de macht van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, is Italië. Daarom is
besloten om specifiek naar de Italiaanse anti-maffia aanpak te kijken, om daar eventuele
lessen uit te trekken voor de Nederlandse aanpak.
Afgelopen jaar heb ik hier vol op ingezet. Naast gesprekken die met Italiaanse en
Nederlandse experts zijn gevoerd, zijn literatuur- en praktijkonderzoeken uitgevoerd
en vanuit mijn ministerie verschillende werkbezoeken gebracht en ervaringen uitgewisseld.
Daarnaast zijn de Minister voor Rechtsbescherming en ik samen afgereisd naar Italië
om meer kennis op te doen over de meest effectieve onderdelen van de Italiaanse aanpak
en zijn op verschillende onderwerpen met inachtneming van de Nederlandse context al
stappen gezet ter versterking van de Nederlandse aanpak. Om er zeker van te zijn dat
we tot juiste afwegingen en beleidskeuzes zijn komen, heb ik afgelopen jaar het Wetenschappelijk
Onderzoek en Documentatiecentrum verzocht om onderzoek te laten doen naar de effectieve
onderdelen van de Italiaanse aanpak en de mogelijke meerwaarde hiervan voor Nederland
in kaart te brengen. Dat heeft geleid tot de oplevering van het zeer waardevolle onderzoeksrapport,
dat is uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen, onder leiding van mr. dr. L.J.J.
Peters.
Hierbij bied ik uw Kamer dat rapport aan. Ik ben de onderzoekster zeer erkentelijk
voor het rapport. Het betreft een juridisch verkennend onderzoek naar de Italiaanse
strafrechtelijke en strafvorderlijke wet- en regelgeving en bevat daarmee een overzicht
van de succesvolle elementen van de Italiaanse antimaffia-aanpak, inclusief de wetgeving
daaromtrent. De vraag staat centraal in hoeverre deze elementen van meerwaarde kunnen
zijn voor de Nederlandse aanpak. De beantwoording van deze en andere vragen uit het
onderzoek hebben geleid tot conclusies en bevindingen die waardevol zijn voor verdere
beleidsvorming in Nederland. De resultaten uit het onderzoek dragen niet alleen bij
aan de verdere kennisopbouw over de Italiaanse aanpak, maar bieden ook een stevig
fundament voor wetenschappelijk onderbouwde afwegingen bij het gevoerde en toekomstige
beleid.
Vóór het zomerreces van 2023 doe ik uw Kamer mijn beleidsreactie op de conclusies
en bevindingen in dit rapport toekomen. In die brief licht ik toe hoe uitwerking wordt
gegeven aan de Italië ambitie uit het Coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) en informeer ik u in hoeverre de ingezette koers op de desbetreffende onderwerpen
wordt onderschreven door dit rapport, dan wel aanscherping behoeft.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius