29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 327 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2021

De motie van het lid Michon-Derkzen,1 ingediend tijdens het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding en Georganiseerde Criminaliteit d.d. 8 juli jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 99, Tweeminutendebat criminaliteitsbestrijding en georganiseerde criminaliteit/ondermijning), verzoekt het concept instellingsbesluit van het Multidisciplinair Interventie Team (MIT) voor ondertekening met uw Kamer te delen en daarbij aan te geven hoe het MIT zich gaat verhouden tot bestaande diensten. Met deze brief kom ik aan deze motie tegemoet. In de bijlage vindt u het concept-instellingsbesluit van het MIT2.

Het instellingsbesluit stelt het samenwerkingsverband van Politie, Douane, Belastingdienst, FIOD, OM en het Ministerie van Defensie/KMar in. De tekst en de toelichting van dit besluit zijn in nauw overleg met de betrokken ministeries en organisaties tot stand gekomen.

Doel van het MIT is het blootleggen en duurzaam verstoren van criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen, die verweven zijn met of misbruik maken van legale structuren en de legale economie. Het MIT is daarbij onderdeel van een heel netwerk aan diensten en organisaties die zich richten op de integrale aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Het MIT richt zich vooral op die vormen van de (inter)nationale georganiseerde, ondermijnende criminaliteit die een bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde en de nationale veiligheid. Daartoe wordt operationeel samengewerkt en zullen gegevens worden gedeeld op basis van een convenant dat momenteel wordt opgesteld. Door deling van informatie, kennis en expertise zal er meer inzicht, coördinatie en overzicht zijn, waardoor betere keuzes voor interventies gemaakt kunnen worden die meer effect hebben. Naast het kunnen delen van informatie tussen de deelnemende organisaties is het kunnen vergaren en analyseren van informatie essentieel om meer inzicht te verkrijgen in de kwetsbaarheden van de criminele systemen om deze gericht te verstoren alsook om onze samenleving weerbaarder te maken tegen dreiging vanuit criminele netwerken. Om dit laatste met de juiste waarborgen te kunnen regelen is wetgeving nodig; zoals ik in mijn brief van 11 mei jl. (Kamerstuk 29 911, nr. 308) heb toegelicht wordt aan de voorbereiding daarvan reeds gewerkt en zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.

Het MIT wordt ingesteld door drie Ministers, te weten de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Financiën en de Minister van Defensie, het College van procureurs-generaal en de korpschef van politie.

De samenwerking in het kader van het MIT wordt vormgegeven door de samenwerkende gezagen en organisaties middels een «commanders intent», waarin de missie en visie op het MIT zijn vastgelegd. Op het MIT wordt gezamenlijk gestuurd door de stuurgroep. Onder voorzitterschap van de Directeur-generaal Ondermijning vindt – namens de Ministers, het College van procureurs-generaal en de korpschef – op hoog ambtelijk niveau door de deelnemende organisaties aan het MIT en het OM afstemming plaats over de uitwerking van de visie, financiële besteding, inrichting en organisatie in het MIT. In de stuurgroep is in gezamenlijkheid het model voor de operationele sturing en afstemming tussen deelnemende organisaties en de gezagen alsmede de beheersmatige governance overeengekomen. Het instellingsbesluit formaliseert de geaccordeerde beheersmatige en operationele governance. De dagelijkse leiding van het personeel dat door de deelnemende organisaties ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van de samenwerking wordt belegd bij één door de stuurgroep aangewezen hoofd van het MIT, die daarbij wordt ondersteund door andere leden van het Programmateam MIT. Het MIT wordt op dit moment beheersmatig ondersteund door de politie, dat is ook vastgelegd in het Instellingsbesluit. Het beheer van het MIT door de politie zal – ook in de toekomst – op een manier worden vormgegeven die past bij een multidisciplinair samenwerkingsverband naar analogie van het model van de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS).

Toelichting operationele governance

In het instellingsbesluit wordt de door de leden van de stuurgroep goedgekeurde operationele governance geformaliseerd. Deze sturing is gebaseerd op en past binnen de bestaande wettelijke kaders voor het gezag op de afzonderlijke organisaties. Aan het personeel dat ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van de samenwerking in het MIT wordt multidisciplinair operationele sturing gegeven door de gezagen. Het Strategisch Kader Overleg (SKO) is het overleg waarin de prioriteiten van de aan te pakken fenomenen door het MIT worden besproken en de beoogde effecten daarvan. Uiteindelijk is het aan de afzonderlijke gezagen om de prioriteiten vast te stellen. Deelnemers vanuit de moederorganisaties hebben het hoogst mogelijk operationele mandaat. Het Multi Interventie Overleg (MIO) is een centraal gremium waar zowel de moederorganisaties (deelnemers hebben een hoog organisatie dekkend operationeel mandaat) als het Programmateam MIT in vertegenwoordigd zijn. Het MIO waarborgt de integrale aanpak van fenomenen. De operationele activiteiten in MIT-verband worden in het MIO afgestemd op de operaties van de moederorganisaties. Hiermee wordt geborgd dat dubbelingen met bijvoorbeeld de operaties van de Dienst Landelijke Recherche (DLR) en de FIOD worden voorkomen (de leiding van de DLR en de FIOD nemen deel aan het MIO) en dat de interventies van het MIT een aanvulling zijn op de bestaande aanpak.

Toelichting verhouding MIT met de reeds bestaande diensten

Het MIT is geen nieuwe opsporingsdienst maar een multidisciplinair samenwerkingsverband op het gebied van gegevenswerking en operationele activiteiten op landelijk niveau. Met de hierboven beschreven governance wordt de samenwerking tussen de deelnemende partijen vormgegeven.

Door de bundeling van kennis en informatie van de zes samenwerkende partijen kan het MIT integrale analyses maken die criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen, die verweven zijn met of misbruik maken van legale structuren en de legale economie blootleggen en daaropvolgend verstoren. Op basis van deze analyses kan door de samenwerkende partijen een breed scala aan interventies worden ingezet. Het MIT kan hierbij interventies adviseren, coördineren of (doen) uitvoeren die het meeste effect sorteren om die processen en structuren te verstoren en doorbreken.

We hebben de bundeling van kennis en informatie in het MIT nodig om de ondermijnende georganiseerde misdaad op (inter)nationaal niveau beter inzichtelijk te krijgen om gerichter interventies te kunnen plegen. Zodat er als één overheid geacteerd kan worden en we een gezamenlijk front vormen tegen dit betonrot van de samenleving.

Bij brief d.d. 30 augustus jl. heeft uw Kamer gemeld een rondetafelgesprek te organiseren met het verzoek tot dit rondetafelgesprek geen onomkeerbare stappen te zetten met betrekking tot de voortgang van het MIT. Het rondetafelgesprek vindt plaats op 16 september. Ons voornemen is het instellingsbesluit op 15 oktober in werking te laten treden. Indien uw Kamer hierover in debat wenst te gaan, dan verneem ik dat graag.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 911, nr. 320.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven