29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 303 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2021

Tijdens het debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus van 18 november jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 26, item 9) hebben de leden Heerma, Veldman, Segers en Diertens een motie ingediend over de mogelijke impact van de coronacrisis op risico’s van criminele inmenging.1 Deze motie is aangenomen op 24 november jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 28, item 14) en bevat twee verzoeken. Ten eerste om een handreiking op te stellen met informatie hoe criminele inmenging te herkennen en te zorgen voor een plek waar ondernemers en maatschappelijke organisaties terecht kunnen. Ten tweede om samen met het OM en de FIOD te onderzoeken of criminele inmenging toeneemt onder de druk van de coronacrisis. Met deze brief zet ik uiteen hoe ik uitvoering geef aan deze motie.

Bewustwording en bieden handelingsperspectief

Vanuit het breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit wordt stevig ingezet op criminele inmenging bij bedrijven en maatschappelijke organisaties. Hierbij past een gecombineerde aanpak van repressieve en preventieve maatregelen. Als gevolg van de coronacrisis kampen meer ondernemers en ook maatschappelijke organisaties zoals amateursportverenigingen met financiële problemen. Zodoende zijn zij kwetsbaardervoor criminele inmenging. Het is dan ook van groot belang dat ondernemers en maatschappelijke organisaties bewust zijn van deze risico’s en zij alert zijn op signalen die wijzen op (pogingen tot) criminele inmenging. In samenwerking met het bedrijfsleven en de verschillende publieke partners wordt daarom door mijn ministerie beoogd ondernemers bewust te maken van deze risico’s en hun handelingsperspectief alsook hun weerbaarheid te vergroten. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en mijn ministerie voeren in dat kader steeds het gesprek met het bedrijfsleven en publieke partners zoals KHN, MKB-NL, INretail en het CCV 2. Deze gesprekken gaan over reeds ontplooide, lopende en toekomstige – handreikingen c.q. initiatieven om ondernemers van deze risico’s bewust te maken en om hun handelingsperspectieven en weerbaarheid te vergroten.

Tijdens het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) van juni jl. zijn de «best practices» voor kwetsbaarheden voor criminele inmenging tussen bovenstaande partijen gedeeld. Ook zijn afspraken gemaakt over een gezamenlijke campagne van mijn ministerie met KHN. In 2020 is samen met KHN een social media campagne gelanceerd, lopend van eind september tot medio oktober. De insteek van de KHN-campagne was om horecaondernemers meer bewust te maken van de risico’s die ze lopen als ze in zee gaan met een foute investeerder. Deze campagne «blijf alert» had ook het doel hen te wijzen op de signalen van mogelijke criminele inmenging, hen te informeren wat zij kunnen doen en waar ze (eventueel anoniem) meldingen kunnen doen. Het CCV heeft – als onderdeel van deze samenwerking – de campagne van half november tot en met begin december vervolgd.

Naast de horeca, ondervinden meerdere sectoren de financiële gevolgen van de coronacrisis, met het risico op toegenomen kwetsbaarheid voor criminele inmenging tot gevolg. Tijdens het NPC van 16 december jl., is dan ook gesproken over het lanceren van een MKB-brede campagne waarin ondernemers ook worden geïnformeerd over waar ze (anoniem) terecht kunnen voor ondersteuning.3In deze campagne zal ook aandacht zijn voor «goed geld», waarbij de ondernemers gewezen worden op de steunmaatregelen, regelingen en steunpunten4. In nauwe samenwerking met de verschillende branches (KHN, INretail, TLN) en MKB-NL, wordt de inhoud en boodschap van de campagne afgestemd, zodat deze zo goed mogelijk aansluit bij hun achterban/de doelgroep. Tijdens het NPC is door de leden ook aangegeven dat het moment van lanceren van cruciaal belang is. Het lanceringsmoment van de campagne kan enerzijds een ongewenst effect hebben in relatie tot het moment waarop coronamaatregelen worden afgekondigd. Anderzijds is juist in die situatie het risico groter op criminele inmenging en zijn bewustwording en het geven van informatie extra belangrijk. Voor het welslagen van de campagne, zoeken wij samen met de betrokken NPC-leden naar een geschikt moment om de campagne te lanceren en naar een balans in de tweeledigheid van het effect van de boodschap.

De motie vraagt specifiek aandacht voor de situatie van ondernemers en maatschappelijke organisaties, zoals amateursportverenigingen. Deze verenigingen hebben het zwaar als gevolg van de coronacrisis, wat ook hen mogelijk kwetsbaarder maakt voor criminele inmenging. Samen met het Ministerie van VWS voeren wij dan ook gesprekken met NOC-NSF om amateursportverenigingen via communicatie en voorlichting (bijvoorbeeld een social media campagne) te wijzen op de signalen van mogelijke criminele inmenging, wat men kan doen (handreikingen) en waar kan men (anoniem) meldingen doen. Hiermee sluiten we tevens aan bij één van de aanbevelingen uit het rapport «Criminele inmenging in de amateursport».Op 20 november 2020 bood de Minister van Medische Zorg en Sport (MZS) mede namens mij het onderzoeksrapport «Criminele inmenging bij amateursportverenigingen aan uw Kamer aan. De beleidsreactie op dit rapport is 4 februari aan uw Kamer toegezonden.5

Risico op toename kwetsbaarheid criminele inmenging

In het tweede deel van de motie wordt verzocht om samen met het OM en de FIOD te onderzoeken of criminele inmenging toeneemt onder druk van de coronacrisis. Ik onderstreep het belang om goed zicht te krijgen op de omvang van criminele inmenging bij bedrijven. Komende periode zal daarom samen met OM en FIOD worden onderzocht hoe een beter beeld kan worden gegeven van de omvang van deze problematiek om een eventuele toename van criminele inmenging onder druk van de coronacrisis te kunnen signaleren, conform het verzoek van de motie.

Met de betrokken organisaties wordt overigens reeds gekeken naar de aard en omvang deze problematiek, echter zijn momenteel bij de FIOD slechts vermoedens en signalen bekend over een toename van criminele inmenging. Het is daarom op dit moment lastig om dit nader te duiden en te kwantificeren. Dat komt doordat (1) de coronacrisis nog gaande is waardoor de concrete impact nog niet kan worden ingeschat en doordat criminele inmenging meestal niet direct zichtbaar wordt, (2)er geen ijkpunt (0-meting) bestaat om de toename aan te relateren en (3) er rekening gehouden dient te worden met het feit dat niet alle beschikbare gegevens zomaar in een onderzoek kunnen worden verwerkt (privacy). Wanneer ik via de FIOD en het OM over een beter te kwantificeren en te duiden beeld kan beschikken, zal ik u hierover informeren via de reguliere voortgangsbrief over de aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Dat laat onverlet dat wanneer zich concrete omstandigheden voordoen waarbij sprake is van criminele inmenging, dit op de gebruikelijke wijze en binnen bestaande verbanden zal worden opgepakt door politie, OM en waar nodig de FIOD. Daarnaast blijf ik inzetten op preventieve maatregelen om ondernemers weerbaar te maken tegen criminele inmenging, samen met het bedrijfsleven zelf en onze publieke partners.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 25 295 nr. 723

X Noot
2

KHN (Koninklijke Horeca Nederland), MKB-NL (Midden- en Klein bedrijf Nederland en CCV (Centrum voor criminaliteitspreventie en Veiligheid)

X Noot
3

Zoals www.meldmisdaadanoniem.nl en de politie.

X Noot
4

Denk hierbij aan: de Kamer van Koophandel, het UWV, MKB-NL, de Nederlandse Vereniging van Banken en vertrouwenspersonen van brancheverenigingen.

X Noot
5

Kamerstukken 30 234 en 29 911, nr. 261

Naar boven