nr. 15
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE KROM EN SPIES
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 64 ingevoegd een afdeling
luidende:
AFDELING 3 OVERIGE VOORSCHRIFTEN
Artikel 65
Bij de toepassing van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer
kan het bevoegd gezag, in afwijking van de artikelen 40, 44 tot en met 47,
50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede lid, of 64 de
in die artikelen bedoelde waarden 2 dB(A) hoger vaststellen, indien:
a. op een of meer plaatsen binnen de zone of op de zonegrens de geluidsbelasting
gelijk is aan de ten hoogste toegestane geluidsbelasting;
b. voorzover van toepassing, de beschikbaarheid van grond voor de vestiging
of wijziging van een inrichting, dit mogelijk maakt;
c. de geluidsbelasting in belangrijke mate wordt bepaald door inrichtingen
waartoe artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is toegepast, en
d. redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de geluidsbelasting binnen
een afzienbare termijn teruggebracht zal worden op het niveau van de eerder
geldende waarden.
Artikel 66
Onverminderd artikel 65 kan het bevoegd gezag bij de toepassing van artikel
8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer besluiten tot afwijking van de artikelen
40, 44 tot en met 47, 50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede
lid, of 64. De artikelen 2, 4, eerste lid, onder c, en derde lid, 5 tot
en met 8 en 11 tot en met 19 van de Interimwet stad-en-milieubenadering zijn
van overeenkomstige toepassing.
II
In artikel IV wordt in artikel 8.8, derde lid, onder a, «of 64»
vervangen door: , 64, 65 of 66.
Toelichting
Toelichting op artikel 65
Op industrieterreinen die op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd zijn,
is een gelimiteerde geluidruimte beschikbaar. Hierbij kan zich het probleem
voordoen dat die geluidsruimte door de reeds aanwezige bedrijven volledig
is opgevuld, terwijl er nog wel fysieke ruimte op het terrein is voor één
of meer nieuwe bedrijven, of voor uitbreiding van bestaande bedrijven. In
zo'n geval laat de huidige wettelijke regeling niet toe dat een milieuvergunning
wordt verleend. De wel beschikbare geluidruimte is dan namelijk meestal vastgelegd
in de vergunningen van de reeds aanwezige bedrijven, die deze ruimte niet
gebruiken. Op termijn is deze ruimte wel «vrij te maken», maar
men wil de fysieke ruimte op het industrieterrein niet te lang ongebruikt
laten. Een tijdelijke overschrijding van de geluidsnorm is in zo'n situatie
acceptabel; zeker omdat aanwezige bedrijven hun geluidruimte (of geluidrechten)
maar zelden volledig benutten. Door dit amendement wordt voorkomen dat de
geluidnorm de verdere ontwikkeling van de economische bedrijvigheid onnodig
hindert.
Het amendement voorziet in een nieuw artikel 65 in de Wet geluidhinder
dat het mogelijk maakt onder vier voorwaarden tijdelijk de in het geding zijnde
grenswaarden met 2 dB(A) te verhogen. De reden dat de verruiming 2dB(A) bedraagt,
is dat dit een redelijke waarde is gelet op de intentie van dit amendement.
Een verdubbeling van alle activiteiten op het industrieterrein zou leiden
tot een verhoging van de geluidsbelasting van 3 dB(A). Er is niet gebleken
dat zo'n grote verruiming (een verdubbeling) nodig is. Aan de andere kant
zou een verruiming van 1 dB(A) niet altijd de optredende knelpunten kunnen
oplossen. De vier voorwaarden waaronder de waarde 2 dB(A) hoger vastgesteld
kan worden, zijn omschreven in de onderdelen a tot en met d. De aanvulling
van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer betreft de (wets)technische
doorwerking van het nieuwe artikel 65 naar de Wet milieubeheer.
Toelichting op artikel 66
Indien de in artikel 65 geboden mogelijkheid geen oplossing biedt (bijvoorbeeld
omdat niet aan de gestelde voorwaarden voldaan kan worden, of omdat 2 dB(A)
verhoging onvoldoende is), kan artikel 66 uitkomst bieden. Met deze aanpassing
van de wet ontstaat de mogelijkheid om bij akoestisch volle industrieterreinen
die fysiek niet vol zijn toch over te kunnen gaan tot vergunningverlening.
Via artikel 66 wordt de stad-en-milieubenadering ook toepasbaar gemaakt
op vergunningverlening in het kader van hoofdstuk V (industrielawaai) van
de Wet geluidhinder, door de desbetreffende bepalingen van de Interimwet stad-en-milieubenadering
van overeenkomstige toepassing te verklaren.
De Krom
Spies