29 879
Wijziging Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase)

nr. 15
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE KROM EN SPIES

Ontvangen 8 juni 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt na artikel 64 ingevoegd een afdeling luidende:

AFDELING 3 OVERIGE VOORSCHRIFTEN

Artikel 65

Bij de toepassing van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer kan het bevoegd gezag, in afwijking van de artikelen 40, 44 tot en met 47, 50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede lid, of 64 de in die artikelen bedoelde waarden 2 dB(A) hoger vaststellen, indien:

a. op een of meer plaatsen binnen de zone of op de zonegrens de geluidsbelasting gelijk is aan de ten hoogste toegestane geluidsbelasting;

b. voorzover van toepassing, de beschikbaarheid van grond voor de vestiging of wijziging van een inrichting, dit mogelijk maakt;

c. de geluidsbelasting in belangrijke mate wordt bepaald door inrichtingen waartoe artikel 8.40 van de Wet milieubeheer is toegepast, en

d. redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de geluidsbelasting binnen een afzienbare termijn teruggebracht zal worden op het niveau van de eerder geldende waarden.

Artikel 66

Onverminderd artikel 65 kan het bevoegd gezag bij de toepassing van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer besluiten tot afwijking van de artikelen 40, 44 tot en met 47, 50, 51, 53 tot en met 56, 59 tot en met 61, 63, tweede lid, of 64. De artikelen 2, 4, eerste lid, onder c, en derde lid, 5 tot en met 8 en 11 tot en met 19 van de Interimwet stad-en-milieubenadering zijn van overeenkomstige toepassing.

II

In artikel IV wordt in artikel 8.8, derde lid, onder a, «of 64» vervangen door: , 64, 65 of 66.

Toelichting

Toelichting op artikel 65

Op industrieterreinen die op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd zijn, is een gelimiteerde geluidruimte beschikbaar. Hierbij kan zich het probleem voordoen dat die geluidsruimte door de reeds aanwezige bedrijven volledig is opgevuld, terwijl er nog wel fysieke ruimte op het terrein is voor één of meer nieuwe bedrijven, of voor uitbreiding van bestaande bedrijven. In zo'n geval laat de huidige wettelijke regeling niet toe dat een milieuvergunning wordt verleend. De wel beschikbare geluidruimte is dan namelijk meestal vastgelegd in de vergunningen van de reeds aanwezige bedrijven, die deze ruimte niet gebruiken. Op termijn is deze ruimte wel «vrij te maken», maar men wil de fysieke ruimte op het industrieterrein niet te lang ongebruikt laten. Een tijdelijke overschrijding van de geluidsnorm is in zo'n situatie acceptabel; zeker omdat aanwezige bedrijven hun geluidruimte (of geluidrechten) maar zelden volledig benutten. Door dit amendement wordt voorkomen dat de geluidnorm de verdere ontwikkeling van de economische bedrijvigheid onnodig hindert.

Het amendement voorziet in een nieuw artikel 65 in de Wet geluidhinder dat het mogelijk maakt onder vier voorwaarden tijdelijk de in het geding zijnde grenswaarden met 2 dB(A) te verhogen. De reden dat de verruiming 2dB(A) bedraagt, is dat dit een redelijke waarde is gelet op de intentie van dit amendement. Een verdubbeling van alle activiteiten op het industrieterrein zou leiden tot een verhoging van de geluidsbelasting van 3 dB(A). Er is niet gebleken dat zo'n grote verruiming (een verdubbeling) nodig is. Aan de andere kant zou een verruiming van 1 dB(A) niet altijd de optredende knelpunten kunnen oplossen. De vier voorwaarden waaronder de waarde 2 dB(A) hoger vastgesteld kan worden, zijn omschreven in de onderdelen a tot en met d. De aanvulling van artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer betreft de (wets)technische doorwerking van het nieuwe artikel 65 naar de Wet milieubeheer.

Toelichting op artikel 66

Indien de in artikel 65 geboden mogelijkheid geen oplossing biedt (bijvoorbeeld omdat niet aan de gestelde voorwaarden voldaan kan worden, of omdat 2 dB(A) verhoging onvoldoende is), kan artikel 66 uitkomst bieden. Met deze aanpassing van de wet ontstaat de mogelijkheid om bij akoestisch volle industrieterreinen die fysiek niet vol zijn toch over te kunnen gaan tot vergunningverlening.

Via artikel 66 wordt de stad-en-milieubenadering ook toepasbaar gemaakt op vergunningverlening in het kader van hoofdstuk V (industrielawaai) van de Wet geluidhinder, door de desbetreffende bepalingen van de Interimwet stad-en-milieubenadering van overeenkomstige toepassing te verklaren.

De Krom

Spies

Naar boven