nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 8 juni
1999 en het nader rapport d.d. 23 juni 1999, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, mede namens de minister
van Verkeer en Waterstaat. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 22 oktober 2003, no. 03.004337 heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tot oprichting van de Internationale
Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding; Parijs, 3 april 2001 (Trb.2002,
66), met toelichtende nota.
Het Verdrag vervangt de op 29 november 1924 te Parijs totstandgekomen
Overeenkomst houdende instelling van een Internationaal wijnbureau (Trb.1962,
95). De veranderingen ten opzichte van het eerdere verdrag betreffen enige
aanpassingen van de taken, personele, materiële en budgettaire middelen
en procedures met betrekking tot de werking van de Internationale Organisatie
voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV). De Raad van State kan zich in beginsel
met de goedkeuring van het Verdrag verenigen, maar mist een uiteenzetting
over de Europeesrechtelijke aspecten betreffende de bevoegdheid tot het sluiten
van het Verdrag.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 22 oktober
2003, nr. 03.004337, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 8 december 2003, nr. W11.03.0439/V, bied ik U hierbij
aan.
1. Eén van de doelstellingen van de OIV is het opstellen van nieuwe
internationale standaarden teneinde de omstandigheden voor het produceren
en het op de markt brengen van druiven- en wijnproducten te verbeteren. Daarnaast
beschermt de OIV de geografische benamingen van oorsprong.
De toelichtende nota wijst er terecht op dat de Europese Unie (EU) op
een aantal terreinen van het Verdrag over bevoegdheden beschikt. De EU heeft
een exclusieve bevoegdheid op het gebied van de marktordening voor wijn.1 Ook kan worden gewezen op bijvoorbeeld Europese regelingen
met betrekking tot de bescherming van geografische en oorsprongsbenamingen
van landbouwprodukten2, hetgeen meebrengt dat
de EU ook extern op dat terrein bevoegd is.
De bevoegdheid van de EU brengt mee dat het sluiten van verdragen op deze
terreinen door lidstaten in beginsel niet meer is toegestaan: zij zijn niet
meer bevoegd. Het sluiten van verdragen is dan alleen mogelijk
met een machtiging van de EU.1 In het licht van
het vorenstaande is het onvoldoende dat, zoals de toelichtende nota stelt,
de lidstaten de Europese Commissie hebben verzocht om namens de «Europese
Unie» toe te treden tot het Verdrag en dient de competentieverdeling
tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten niet pas achteraf te worden
uitgewerkt. Artikel 10 van het EG-Verdrag brengt mee dat de goedkeuring van
het Verdrag slechts plaatsvindt indien duidelijk wordt dat Nederland hiervoor
gemachtigd is door de EU.
De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op de Europeesrechtelijke
aspecten betreffende de bevoegdheid tot het sluiten van het Verdrag, op terreinen
waarvoor een exclusieve bevoegdheid van de EU bestaat.
1. Conform het advies van de Raad is de toelichting voor wat betreft de
Europeesrechtelijke aspecten betreffende de bevoegdheid tot het sluiten van
het Verdrag aangepast.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het
advies behorende bijlage.
2. Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is gevolg gegeven.
3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de toelichting op een enkel
punt te actualiseren.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
wordt overlegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag
vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 8 december 2003,
no. W11.03.0439/V met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
Toelichtende nota
– In de tweede zin van de laatste alinea van het algemene deel «namens
de Europese Unie» vervangen door: namens de Europese Gemeenschap.
– In de tweede zin van de vijfde alinea van de artikelsgewijze toelichting
«er stemming» vervangen door: de besluitvorming.