29 838 Auteursrechtbeleid

Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2012

Tegen de achtergrond van de Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20 van 11 april 2011 (Kamerstuk 29 838, nr. 30) en de Digitale Agenda.nl – ICT voor innovatie en economische groei (TK 2010 – 2011, bijlage bij Kamerstuk 29 515 nr. 331), waarin het kabinet te kennen heeft gegeven een discussie te willen starten over het opnemen van een fair use-uitzondering in de richtlijn auteursrecht, heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het onderzoek «Flexible Copyright» laten uitvoeren. In dit onderzoek wordt gekeken naar de juridische en economische aspecten van het introduceren van een open norm (flexibele uitzondering) in de Nederlandse Auteurswet. Bij het specificeren van de open norm is gekeken naar de mogelijkheden die vallen binnen en buiten de kaders van het Europese recht. Het onderzoek is in augustus 2012 afgerond.

De bestaande beperkingen en uitzonderingen in het auteursrecht zijn erop gericht een balans te vinden tussen de bescherming voor auteurs en het belang van gebruikers om auteursrechtelijk beschermde werken zonder toestemming van de maker te gebruiken. Uit het onderzoek blijkt dat het huidige stelsel van uitzonderingen en beperkingen in het auteursrecht voor een aantal gebruiksvormen niet voldoet en onvoldoende flexibiliteit biedt. Dit geldt onder andere voor zoekmachines en cloud computing. Door dit gebrek aan flexibiliteit in de regels komen rechters in Europese landen steeds vaker met ad hoc oplossingen teneinde toch flexibiliteit te creëren. Volgens de onderzoekers zou een flexibele uitzondering vanuit juridisch oogpunt de voorkeur genieten boven door rechters gecreëerde flexibiliteit. Uit het onderzoek blijkt dat de belangrijkste effecten van de introductie van een open norm dan ook van juridische aard lijken te zijn: de open norm verandert de juridische positie van sommige ondernemingen en heeft daarmee invloed op de kosten die ondernemingen maken voor naleving van het auteursrecht. Daarnaast vergemakkelijkt flexibiliteit toekomstige technologische ontwikkelingen. Overigens lijkt het er op dat ondernemingen thans niet ontmoedigd raken door het gebrek aan flexibiliteit. Het effect op de beschikbare producten en diensten in de markt is om die reden waarschijnlijk ondergeschikt aan de juridische gevolgen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de Commissie Auteursrecht gevraagd advies uit te brengen over de juridische mogelijkheden voor het introduceren van een flexibele uitzondering. De Commissie Auteursrecht heeft besloten haar advies in twee delen op te splitsen. Het eerste deel van het advies is thans gereed. Daarin heeft de Commissie Auteursrecht bezien in hoeverre binnen de bestaande, op Europees en internationaal recht gebaseerde beperkingen op het auteursrecht ruimte is voor een flexibele uitzondering voor user generated content. De Commissie komt daarbij tot de conclusie dat er ruimte is en een flexibele regeling voor user generated content het beste kan worden bewerkstelligd door het verruimen van de citaatexceptie van art. 15a Auteurswet. In het tweede deel van het advies, dat nog door de Commissie Auteursrecht zal worden uitgebracht, zullen de resultaten van het onderzoek «Flexible Copyright» worden betrokken en zal de Commissie bezien in hoeverre binnen de bestaande Europees- en verdragsrechtelijke kaders ruimte bestaat voor een flexibele uitzondering die aan de in het onderzoek gesignaleerde knelpunten tegemoet kan komen.

Omdat het onderzoeksrapport en het advies van de Commissie Auteursrecht nauw met elkaar samenhangen, bieden wij u deze stukken graag gelijktijdig aan 1). Wij doen dit mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet achten wij het wenselijk eventuele beleidsconclusies over te laten aan een volgend kabinet.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven