29 826 Industriebeleid

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2013

De afgelopen maanden hebben Zeeland Seaports, de Provincie Zeeland en het Ministerie van Economische Zaken intensief overleg gevoerd met een kandidaat investeerder over de mogelijke productie van groene fosfor op de Thermphos-site te Vlissingen.

Dit overleg heeft geleid tot een Letter of Intent tussen alle partijen. In deze Letter of Intent hebben de partijen afgesproken dat de kandidaat investeerder tot 15 september jl. de tijd zou nemen om een business plan en technisch plan uit te werken. Ook spraken de partijen af dat het business plan en het technisch plan ter toetsing zouden worden voorgelegd aan onafhankelijke partijen.

Deze toetsing heeft plaatsgevonden en is bedrijfsvertrouwelijk. De kandidaat investeerder heeft kunnen reageren op de resultaten van beide toetsen. Op basis van de uitkomsten van de onafhankelijke toetsing en de reactie van de kandidaat investeerder, zijn Zeeland Seaports, de Provincie Zeeland en het Ministerie van Economische Zaken tot de gezamenlijke conclusie gekomen dat een duurzame doorstart van groene fosfor op basis van het voorliggende business en technisch plan niet mogelijk is. Er is gebleken dat er een substantieel tekort is in de financiering van het plan, ondanks de mogelijkheid van een aanzienlijke bijdrage uit de boedel. Ook is er sprake van een onvoldoende uitgewerkt technisch plan. Daarnaast zijn er geen andere kandidaat-investeerders gevonden.

Nu er geen productie van groene fosfor zal plaatsvinden, moet de site van Thermphos overeenkomstig de thans van toepassing zijnde vergunningen worden ontmanteld, hetgeen betekent dat de aanwezige afvalstoffen moeten worden afgevoerd, dat de verontreinigde bodem moet worden gesaneerd en de verontreinigde installaties worden ontmanteld. In verband met het faillissement van Thermphos is dit een verplichting die op de curatoren rust. De Kernfysische Dienst zal toezien op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de Kernenergiewet. Waar nodig zal hierbij sprake zijn van afstemming met andere toezichthouders.

Zoals ik ook al heb aangegeven in het debat op 2 april 2013 (Handelingen II 2012/13, nr. 69, item 23, blz. 37–52), zal ik met de provincie Zeeland en Zeeland Seaports gezamenlijk blijven optrekken om zeker te stellen dat de boedel wordt aangewend voor ontmanteling van de site van Thermphos te Vlissingen.

Tijdens dit debat heb ik u ook toegezegd een onderzoek uit te voeren naar de wenselijkheid van een verplichting tot het stellen van financiële zekerheid voor ontmanteling en sanering van bedrijven die een vergunning hebben op grond van de Kernenergiewet voor het werken met laagradioactieve stoffen en toestellen. Ik verwacht dat dit onderzoek medio november is afgerond. Daarna zal ik u op de hoogte stellen van de conclusies die mijn ambtsgenoot van Infrastructuur & Milieu en ik uit de onderzoeksresultaten hebben getrokken.

Tot besluit, voor de medewerkers en de regio is het zeer te betreuren dat de partijen tot de conclusie zijn gekomen dat de productie van groene fosfor op de Thermphos-site te Vlissingen niet mogelijk is gebleken. Ik zal mij met de provincie en de Minister van SZW nader verstaan over eventuele activiteiten met betrekking tot ontslagen medewerkers.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven