29 826 Industriebeleid

Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2013

Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek over de «Staalagenda» van Tata Steel Nederland BV van 5 september 2013.

Tata Steel Nederland BV (hierna Tata Steel) heeft een eigen «Staalagenda» opgesteld naar aanleiding van de mededeling van de Europese Commissie «Actieplan voor een concurrerende en duurzame staalindustrie in Europa» (COM (2013) 407). De reactie van de Nederlandse overheid op deze mededeling heeft u op 19 juli jl. ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 1665).

Tata Steel geeft in haar eigen Staalagenda aan graag met de Nederlandse overheid te werken aan de versterking van de concurrentiekracht van de staalsector. Ik ben het met Tata Steel eens dat dit een belangrijke invalshoek is en ik onderken het belang van de maakindustrie in het algemeen en de staalindustrie in het bijzonder voor Nederland. Maandag 9 september jl. ben ik bij Tata Steel in IJmuiden op bezoek geweest. Tijdens dit bezoek zijn enkele belangrijke onderwerpen reeds met hen besproken, zoals de acties gericht op versterking van het level playing field op energiegebied en het innovatiebeleid.

Tata Steel pleit onder meer voor enkele (generieke) acties ter versterking van het level playing field op energie- en klimaatgebied voor de energie-intensieve industrie. Daar ben ik reeds mee aan de slag. Zoals is aangegeven in eerdergenoemd fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 1665) is Nederland voorstander van een goed functionerende energiemarkt omdat dit essentieel is om het concurrentievermogen van de Europese (en ook Nederlandse) energie-intensieve industrie te versterken. In dit fiche worden diverse acties aangegeven die ik in dit kader gestart ben en waarover ik contact heb met industrie. In de brief over Aldel, die u op donderdag 12 september jl. (Kamerstuk 32 637, nr. 77) van mij heeft ontvangen, ga ik uitgebreid in op enkele van deze acties, namelijk ETS-compensatie, de nettarieven en maatregelen om de Duitse en Nederlandse elektriciteitsmarkten verder te integreren (zie voor dit laatste onderwerp ook mijn brief van 2 juli (Kamerstuk 32 813, nr. 54)).

Daarnaast kaart Tata Steel enkele voor haar specifieke uitdagingen aan. Ik bezie met Tata Steel wat de concrete knelpunten zijn die haar concurrentievermogen beperken en wat binnen mijn mogelijkheden ligt om deze mee te helpen oplossen. Een voorbeeld hiervan is het innovatieve HIsarna-project. Innovatie is essentieel om de concurrentiekracht van Nederland te versterken en in te spelen op maatschappelijke opgaven op de terreinen van het vergroten van het aandeel duurzame energie en het verminderen van CO2-uitstoot bieden. Hiervoor zijn publieke en private investeringen voor nodig en het vereist vaak samenwerking op Europees niveau. Tata Steel onderkent dit en laat dit onder andere via dit project zien. Binnen HIsarna wordt een nieuwe technologie ontwikkelt die drie stappen in het productieproces van staal overbodig maakt. Met het wegvallen van deze sinter-, pellet-, en kooksproductiestappen neemt de CO2-uitstoot met minstens twintig procent af. Het is een langlopend project dat vijf jaar geleden is gestart en waarbij de ambitie is over tien jaar toepassing op industrieel niveau te kunnen realiseren. Hiervoor wordt door de staalindustrie internationaal samengewerkt.

Ik ben graag bereid om met Tata Steel verkennen wat de mogelijkheden zijn om de volgende stappen van dit project te kunnen realiseren.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven