29 817 Sociale werkvoorziening

Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2013

Tijdens het algemeen overleg over de Wsw en de Wajong d.d. 22 november (Kamerstuk 29 817, nr. 97) heb ik het lid Kerstens (PvdA) en het lid Karabulut (SP) een aantal toezeggingen gedaan, waar ik in deze brief verder op in zal gaan.

De vragen van de heer Kerstens (PvdA) betroffen de plaatsbaarheid van mensen met een beperking bij reguliere werkgevers in relatie tot de economische omstandigheden in Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen, het rijksbeleid ten aanzien van de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking en het gebruik van social return in het rijksinkoopbeleid. De vraag van het lid Karabulut had betrekking op de situatie rondom het sw-bedrijf Baanstede in Purmerend.

Regulier plaatsen van Wsw’ers in relatie tot regionale arbeidsmarktsituatie

In antwoord op de eerste vraag van het lid Kerstens (PvdA) geldt dat in Groningen, Friesland, Drenthe en Limburg relatief veel Wsw’ers bij een reguliere werkgever werkzaam zijn terwijl de netto arbeidsparticipatie lager is dan gemiddeld in Nederland (en de werkloosheid hoger)1. Andersom zijn er provincies met een relatief gunstige arbeidsmarkt (hoge netto arbeidsparticipatie, lage werkloosheid) met een laag aandeel Wsw’ers dat werkzaam is bij reguliere werkgevers (zoals in Utrecht en Noord-Holland). Dit gegeven blijkt ook uit de analyse van de herstructureringsaanvragen Wsw2 en het verslag van de wijzigingen van de Wsw in 20083 die ik u eind 2012 heb toegestuurd.

Bovenstaande geldt in versterkte mate voor Oost-Groningen en Zuid-Limburg. Deze gebieden hebben ten opzichte van de provincie waarin zij liggen een (nog) slechtere arbeidsmarkt en een (nog) hoger percentage Wsw’ers werkzaam bij reguliere werkgevers.

Voor Zeeuws-Vlaanderen geldt dat het relatief lage percentage Wsw’ers bij reguliere werkgevers hier, gezien de lage netto arbeidsparticipatie in de regio, meer marktconform is.

Dit lijkt erop te duiden dat ook andere factoren dan economische omstandigheden van belang zijn voor het plaatsen van Wsw’ers bij reguliere werkgevers. Ik wil daarbij het belang van een effectieve werkgeversbenadering van gemeenten en de sw-sector in de regio onderstrepen. Dit laat onverlet dat de regionale economische omstandigheden een punt van aandacht zijn.

Maatschappelijk verantwoord werkgeverschap

De tweede vraag van het lid Kerstens (PvdA) betrof het rijksbeleid aangaande de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking. Hiervoor geldt dat het bieden van werk of werkervaring aan groepen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt onderdeel is van het maatschappelijk verantwoord werkgeverschap van het Rijk. In het voorjaar van 2009 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer toegezegd dat het Rijk per 2011 een structurele algemene quotumregeling invoert waarbij 1 procent4 van de bezetting in fte’s wordt gereserveerd voor (werkervarings)plaatsen voor geïndiceerde doelgroepen met een (lange) afstand tot de arbeidsmarkt5. Bij het Rijk werkten in 2011 994 mensen met een Wsw, Wajong of WIA-indicatie. Hiermee voldeed het Rijk nog niet aan de 1 procent norm, zoals bij brief van 28 april 2011 met de Tweede Kamer is afgesproken (Kamerstuk 32 501, nr. 13). De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft hierover in een aanbiedingsbrief van het Jaarverslag Bedrijfsvoering 2011 gerapporteerd (Kamerstuk 31 490, nr. 88). De telling voor 2012 loopt op dit moment. De resultaten worden gemeld in het Jaarverslag Bedrijfsvoering Rijk 2012. U bent hierover reeds geïnformeerd bij de beantwoording van de schriftelijke vragen naar aanleiding van de Contourenbrief Participatiewet. De resultaten van het maatschappelijk verantwoord werkgeverschap Rijk worden in de reguliere Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk opgenomen. Tevens is in het reageerakkoord aangekondigd dat het kabinet een quotumregeling ontwerpt voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten door grote werkgevers. Deze quotumregeling zal ook betrekking hebben op de Rijksoverheid als werkgever.

Social return en het rijksinkoopbeleid

Social return (het creëren van extra werk(ervaring)plekken voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt) is vanaf 1 juli 2011 onderdeel van het rijksinkoopbeleid 6. Het Rijk doet in een tweejarige implementatieperiode ervaring op met social return door dit toe te passen in alle passende aanbestedingen van «werken» en «diensten» met een drempelbedrag van € 250.000 en een minimale looptijd van een half jaar.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rapporteert eveneens jaarlijks in mei in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over de voortgang7. Het beleid wordt in de tweede helft van 2013 geëvalueerd.

Sw-bedrijf Baanstede in Purmerend

Mevrouw Karabulut (SP) vroeg om een reactie op het signaal dat zij ontvangen had dat bij het sw-bedrijf BaanStede in Purmerend ongeveer 50 mensen geen vast contract krijgen. Uit de door mevrouw Karabulut verstrekte informatie maak ik op dat het gaat om het niet verlengen van tijdelijke contracten. Als een tijdelijk contract niet wordt verlengd keert de betrokkene terug op de wachtlijst. Het is gebruikelijk in de uitvoering van de Wsw te werken met zowel vaste als tijdelijke contracten. Een Wsw-dienstbetrekking is een dienstbetrekking naar burgerlijk arbeidsrecht.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Cijfers 2011, op basis van Research voor Beleid (Wsw) en Centraal Bureau voor de Statistiek.

X Noot
2

TK 2012–2013, 29 817 nr. 96

X Noot
3

TK 2012–2013, 29 817 nr. 86

X Noot
4

In de brieven van 28 april 2011 (TK 2010–2011, 32 501, nr. 13) en 15 november 2011 (TK 2010–2011, 32 501, nr. 19) is uw Kamer nader geïnformeerd over het 1 procent quotum.

X Noot
5

TK 2008–2009 31 701, 31 444 VII, nr. 10

X Noot
6

TK 201/11, 32 501, nr.12

X Noot
7

TK 2011/12, 31 490 nr. 88

Naar boven