29 758
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005)

nr. 26
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 november 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel I, onderdeel D, wordt vervangen door:

D. In artikel 6.1, tweede lid, onderdeel e, wordt «gehandicapte kinderen» vervangen door: gehandicapten.

B. In artikel I, onderdeel F, wordt «Weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen, broers of zusters» vervangen door: Weekenduitgaven voor gehandicapten.

C. In artikel I, wordt onderdeel G, vervangen door:

G. Artikel 6.25 komt als volgt te luiden:

Artikel 6.25

1. Weekenduitgaven voor gehandicapten zijn de extra uitgaven die door een belastingplichtige worden gedaan om zijn ernstig gehandicapte kind, broer, zus of onder zijn mentorschap gestelde persoon te verzorgen, mits dit kind, deze broer, zus of persoon 27 jaar of ouder is en doorgaans in een inrichting verblijft.

2. Onder mentorschap wordt verstaan mentorschap als bedoeld in boek 1, titel 20, van het Burgerlijk Wetboek.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wanneer een kind, broer, zus of onder mentorschap van de belastingplichtige gestelde persoon voor de toepassing van dit artikel als ernstig gehandicapt wordt beschouwd.

D. Artikel I, onderdeel H, wordt vervangen door:

H. In artikel 6.26 wordt «voor gehandicapte kinderen» vervangen door: voor gehandicapten.

Toelichting

Deze nota van wijziging voorziet in de toevoeging van de mentor in de regeling voor weekenduitgaven. Naar aanleiding van een vraag van de heer Van der Vlies tijdens het wetgevingsoverleg over dit wetsvoorstel op 15 november jl. over de mogelijkheid voor voogden en mentoren om weekenduitgaven in aanmerking te nemen, heb ik toegezegd te bezien of voogd en/of mentor een vaststaand begrip is. Zoals opgemerkt door het lid Van der Vlies is het begrip mentorschap juridisch af te bakenen. De afbakening gebeurt aan de hand van begrip mentorschap zoals in het burgerlijk wetboek is opgenomen. Aangezien alleen minderjarige kinderen een voogd kunnen hebben op grond van het burgerlijk wetboek, is juridisch alleen sprake van een voogd bij minderjarige kinderen. De aftrek van weekenduitgaven kan alleen plaatsvinden wanneer de gehandicapte persoon 27 jaar of ouder is. Deze persoon zal derhalve in juridische zin geen voogd hebben. Voor meerderjarige personen biedt de wet de mogelijkheid van mentorschap. Mentorschap is bedoeld voor bescherming van de betrokkene op het persoonlijke vlak. De mentor neemt beslissingen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de betrokkene. Mentorschap wordt ingesteld door de kantonrechter; betrokkenen kunnen hiervoor een verzoek indienen. Het mentorschap wordt niet openbaar gemaakt en er wordt geen centraal register bijgehouden. De mentor zal moeten aantonen dat hij mentor is van de betrokken gehandicapte persoon en op welke dagen deze gehandicapte persoon bij de mentor heeft doorgebracht. Het budgettaire beslag van deze uitbreiding valt binnen de afrondingen van de € 2 mln intensivering die in het OFM is opgenomen voor de weekendbezoekregeling.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven