nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID VAN AS
Ontvangen 15 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het in artikel IX, onderdeel F, opgenomen artikel 67r, eerste lid,
wordt «Indien» vervangen door: Indien het aan opzet of grove schuld
van de administratieplichtige is te wijten dat.
II
In het in artikel X, onderdeel H, opgenomen artikel 63b, eerste lid, wordt
«Indien» vervangen door: Indien het aan opzet of grove schuld
van de administratieplichtige is te wijten dat.
Toelichting
Voor een algemene toelichting wordt verwezen naar de toelichting op amendement
nr. 20, onder Algemeen.
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft er in zijn commentaar
van 5 oktober 2004 op gewezen dat wetsvoorstel 29 758 op het punt
van de introductie van een (fiscale) dwangsom tot overkill kan leiden.
Om deze overkill te voorkomen en de administratieplichtige (hierna: burger)
ook een mogelijkheid te geven om inhoudelijk bezwaar tegen de dwangsombeschikking
te maken, stelt dit amendement minimumeisen. Ter bescherming van de burger
stellen deze minimumeisen voorwaarden aan de uitoefening van de bevoegdheid
van de inspecteur en de ontvanger om een dwangsombeschikking op te kunnen
leggen.
Er is gekozen voor de formulering «grove schuld of opzet»
(schuldvarianten) om daarmee te verduidelijken dat een burger ten aanzien
van het niet of niet volledig voldoen aan de in artikel 67r, eerste lid, van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr) of artikel 63 van de
Invorderingswet 1990 bedoelde verplichtingen een bepaalde mate van schuld
moet kunnen worden verweten. Deze schuldvarianten zijn alternatief en derhalve
niet cumulatief.
Voor de uitleg van de begrippen «grove schuld of opzet» moet
worden aangesloten bij de jurisprudentie van de belastingrechter op het terrein
van de fiscale boeteoplegging («grove schuld of opzet») en het
begrip kwade trouw in artikel 16, lid 1, tweede volzin, Awr. Dit begrip is
door de Hoge Raad uitgelegd als «voorwaardelijk opzet of opzet».
Van As