nr. 20
AMENDEMENT VAN HET LID VAN AS
Ontvangen 15 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In het in artikel IX, onderdeel F, opgenomen artikel 67r, eerste lid,
wordt na de eerste volzin ingevoegd: De eerste volzin is niet van toepassing
ten aanzien van administratieplichtigen als bedoeld in artikel 52, tweede
lid, onderdelen c en d.
Toelichting
Algemeen
1. De categorie resultaatgenieters (artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting
2001) is bij de Wet van 12 december 2002, houdende wijziging van enkele
belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003 Deel II – overig fiscaal pakket)
(Stb. 617, artikel XIV, onderdeel D) geschrapt uit artikel 52, tweede lid,
onderdeel d. Nu voor hen de administratieplicht van artikel 52 niet meer geldt,
kan ten aanzien van hen ook niet een last onder dwangsom worden opgelegd.
Artikel 52, tweede lid, onderdeel d, heeft nu betrekking op de terbeschikkingstellers
van de artikelen 3.91 en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2. Het verzoek om in artikel 67r een verwijzing op te nemen naar artikel
5.32, eerste lid, Awb is in die zin ingevuld door een nieuw derde lid toe
te voegen met een verwijzing naar artikel 51 Wetboek van Strafrecht (Sr).
Artikel 5:32, eerste lid, Awb bepaalt dat bestuursorganen, in de zin van bestuursrechtelijke
bestuursorganen, die op grond van een wettelijk voorschrift de bevoegdheid
hebben bestuursdwang uit te kunnen oefenen, in plaats daarvan kunnen kiezen
voor het middel van de last onder dwangsom. Artikel 51 Sr houdt in dat naast
de rechtspersoon ook de opdrachtgever of degene die feitelijk leiding geeft
aan een strafbaar feit kan worden bestraft. Deze tekst is ontleend aan het
wetsvoorstel Vierde tranche Awb (29 702) (artikel 5.0.1, derde lid).
3. Het verzoek om artikel 67r, eerste lid, uit te breiden tot onderdeel
b leidt er niet toe dat koppelbazen een loonadministratie moeten bijhouden
aangezien dit reeds voortvloeit uit artikel 52 Awr. Opname van onderdeel b
in artikel 67r heeft tot gevolg dat inhoudingsplichtigen (niet alleen koppelbazen)
ook met een dwangsom kunnen worden geconfronteerd indien het gaat
om informatieverzoeken van de inspecteur die«betrekking hebben op de
heffing van belastingen waarvan de inhouding aan hen is opgedragen».
Het gaat hier om de eigen inhoudingsplicht en de informatie in dat kader.
4. Het verzoek om opzet of grove schuld op te nemen als voorwaarde voor
het kunnen opleggen van een last onder dwangsom is vormgegeven door deze voorwaarde
op te nemen in het eerste lid van artikel 67r Awr en 63b IW 1990. Voorwaardelijke
opzet is weggelaten omdat dit onder opzet is begrepen. Het voorstel om de
belastingrechter bij uitsluiting exclusief bevoegd te verklaren is niet omgezet
in het amendement omdat dit reeds het geval is op grond van het systeem van
de Awr (het gesloten stelsel).
5. Het verzoek om in een nieuw lid van artikel 67r en in de IW 1990 op
te nemen dat de inspecteur niet naast de publiekrechtelijke mogelijkheid van
opleggen van een last onder dwangsom ook nog een dergelijk verzoek kan richten
tot de civiele rechter wanneer hij zijn publiekrechtelijke bevoegdheid al
heeft uitgeoefend, is niet overgenomen in een amendement omdat de civiele
rechter zich in een dergelijk geval op grond van de zogenoemde tweewegenleer
niet ontvankelijk zal verklaren.
Specifiek
Dit amendement strekt ertoe natuurlijke personen die geen bedrijf of zelfstandig
beroep uitoefenen maar wel inhoudingsplichtige zijn voor de loonbelasting,
bijvoorbeeld ten aanzien van huispersoneel, buiten het bereik van de fiscale
dwangsom te brengen. Voorts strekt het amendement ertoe de terbeschikkingstellers,
bedoeld in de artikelen 3.91 en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001, van
toepassing van de fiscale dwangsom uit te zonderen.
Van As