29 758
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2005)

nr. 13
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 november 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In Artikel III, onderdeel B, wordt de aanduiding «5» van het na het derde lid van artikel 16c in te voegen nieuwe lid, gewijzigd in: 4.

B

Aan artikel X, onderdeel D, wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. In het tot zevende lid vernummerde vijfde lid wordt «het derde lid» vervangen door «dit artikel». Voorts wordt «dat lid» vervangen door: dit artikel.

C

Na artikel XVIIb worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVIIC

Aan artikel 8, derde lid, van de Kostenwet invordering rijksbelastingen worden twee volzinnen toegevoegd, luidende:

Indien in het nummer van het Statistisch bulletin, waarin het indexcijfer van de zevende respectievelijk negentiende aan het kalenderjaar voorafgaande maand voor het eerst, al dan niet voorlopig, zou moeten zijn gepubliceerd, dit indexcijfer niet is gepubliceerd, wordt voor dit en elk daaraan voorafgaand ontbrekend indexcijfer uitgegaan van het laatst bekende indexcijfer dat in dat nummer van het Statistisch bulletin is vermeld. Indien voor 1 december van het kalenderjaar voorafgaand aan de vervanging, bedoeld in het eerste lid, alsnog een ontbrekend indexcijfer als bedoeld in de derde volzin wordt gepubliceerd, wordt in afwijking van het bepaalde in die volzin uitgegaan van het alsdan voor het eerst, al dan niet voorlopig, gepubliceerde indexcijfer.

ARTIKEL XVIID

In artikel 26a van de Wet waardering onroerende zaken, zoals dat luidt nadat het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken) (Kamerstukken 29 612) tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt «doch ten minste het in kolom IV vermelde bedrag en de afwijking» vervangen door: of indien dat meer is, niet meer dan het in kolom IV vermelde bedrag daarvan afwijkt, een en ander mits de afwijking.

Toelichting

Onderdeel A ( Artikel III, onderdeel B)

Bij de eerste nota van wijziging op dit wetsvoorstel is in artikel 16c van de Wet op de loonbelasting 1964 het lid dat na het derde lid is ingevoegd, als vijfde lid aangeduid in plaats van als vierde lid. Deze fout wordt in deze nota van wijziging rechtgetrokken.

Onderdeel B (artikel X, onderdeel D)

Bij de wijziging van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 is verzuimd alle verwijzingen aan te passen. Dit verzuim wordt thans hersteld.

Onderdeel C (artikel XVIIc en artikel XVIId)

Ingevolge de Wet van 20 november 2003, Stb. 481, houdende wijziging van de Kostenwet invordering rijksbelastingen (hierna: Kostenwet) is een indexeringsbepaling (artikel 8) in de Kostenwet opgenomen. Aangesloten wordt bij het indexcijfer van de «CAO-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, CAO-sector Overheid». Dit jaar is gebleken dat het Centraal Bureau voor de Statistiek vanwege een nieuwe werkwijze dit indexcijfer niet publiceert indien de looptijd van de cao is verstreken en er nog geen nieuwe cao is overeengekomen. Vanwege het uitblijven van de nieuwe cao worden er vanaf april 2004 namelijk geen indexcijfers «CAO-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, CAO-sector Overheid» meer gepubliceerd. Als gevolg hiervan kunnen de tarieven van de Kostenwet niet worden geïndexeerd in 2005. De voorgestelde wijziging van het OFM 2005 strekt ertoe indexering in een dergelijk geval wel mogelijk te maken. Daartoe wordt gebruik gemaakt van het laatst bekende indexcijfer dat vermeld staat in het nummer van het Statistisch bulletin, waarin eigenlijk het indexcijfer van de zevende respectievelijk negentiende aan het kalenderjaar voorafgaande maand voor het eerst, al dan niet voorlopig, zou moeten zijn gepubliceerd. Indien op een later tijdstip, echter vóór 1 december van het kalenderjaar voorafgaande aan de indexering, alsnog een tot dan toe ontbrekend indexcijfer wordt gepubliceerd, wordt uitgegaan van het alsdan voor het eerst, al dan niet voorlopig, gepubliceerde indexcijfer.

Met het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken) (Kamerstukken 29 612), dat op 9 november 2004 door de Tweede Kamer is aanvaard, wordt door de aanvaarding van een amendement (Kamerstukken II 2004/05, 29 612, nr. 16) een nieuw artikel 26a in de Wet waardering onroerende zaken ingevoegd. De redactie van het nieuwe artikel 26a is niet eenduidig. Met de nu voorgestelde wijziging wordt, om misverstanden te voorkomen, de redactie aangepast. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven