Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2021
Op 15 februari jl. publiceerde HP/De Tijd een artikel getiteld «Geheime Turkije-analyse NCTV lekt uit: grote rol Erdogan bij opkomst salafisme in
Nederland».1 De aanleiding was een departementaal-vertrouwelijke nota van de NCTV, die zich nog
bevond in het interdepartementale afstemmingsproces. Naar aanleiding van het artikel
in HP/De Tijd zijn door het lid Van Kooten-Arissen (vKA) en het lid Yeşilgöz (VVD)
Kamervragen gesteld.
De conceptanalyse waarover HP/de Tijd schrijft, is een nog onvoldragen product van
de NCTV vanuit haar eigenstandige onderzoeks- en analysefunctie. Dergelijke conceptanalyses
van de NCTV worden in het conceptstadium altijd gedeeld met alle relevante departementale
partners, met het verzoek om commentaar en suggesties. In dit proces van interdepartementale
consultatie en toetsing bevond dit conceptstuk zich, toen het onverhoopt bij een journalist
HP/De Tijd belandde. In een dergelijk proces is het overigens gebruikelijk dat de
redenering en onderbouwing bij bepaalde passages kritisch worden bevraagd en vervolgens
nog worden aangepast.
Ik betreur het ten zeerste dat de notitie, zogezegd, op «straat is komen te liggen».
Het betrof de conceptversie van een departementaal-vertrouwelijke analyse, bedoeld
voor professionals binnen de rijksoverheid en lokale overheden om hen te informeren
over voor hun werk relevante ontwikkelingen in Turkije en de mogelijke gevolgen daarvan
voor de Nederlandse (nationale) veiligheid.
Het is niet de eerste keer dat de NCTV rapporteert over algemene zorgen met betrekking
tot Turkije of tot Turkse Nederlanders. In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland
(DTN) is verscheidene malen op dit onderwerp ingegaan. Ik verwijs in dit verband naar
passages in het DTN 49, 52 en 53 (Kamerstuk 29 754, nrs. 491, 546 en 560).
Het streven is om een duiding van de ontwikkelingen binnen de Turkse gemeenschap in
Nederland nog voor de zomer 2021 af te ronden en u daarover te zijner tijd te informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus