Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
Tijdens het Algemeen Overleg (AO) terrorisme op 29 januari jl. heb ik uw Kamer een
brief toegezegd, waarin ik uw Kamer informeer over het aantal minderjarigen met ernstige
gezondheidsproblemen in de detentiekampen in Noordoost-Syrië en het verschil in aantallen
minderjarigen met een Nederlandse link in Syrië en Turkije en het aantal minderjarigen
waarvoor de Raad van de Kinderbescherming (RvdK) een plan van aanpak heeft opgesteld.
Tevens heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over mogelijke ontsnappingen uit de
detentiekampen in Noordoost-Syrië. Met deze brief doe ik, mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Rechtsbescherming, deze toezeggingen gestand.
Aantal kinderen met een Nederlandse link met gezondheidsproblemen
Volgens de AIVD verblijven er momenteel circa 205 kinderen met een Nederlandse link
in Syrië en Turkije waarvan circa 90 in Syrisch-Koerdisch vluchtelingenkampen.1 Nederland is niet diplomatiek vertegenwoordigd in Syrië. Hierdoor is er beperkt tot
geen zicht op kinderen met een Nederlandse link die in de kampen verblijven. Het is
daarom niet mogelijk precieze informatie te geven over de lichamelijke of geestelijke
gezondheid van deze kinderen.
Volgens verschillende humanitaire organisaties is de algehele situatie in de kampen
slecht. Er is een tekort aan voedsel, water, onderwijs en medische en psychologische
zorg. Internationale organisaties rapporteerden dat in 2019 in opvangkamp Al-Hol 510
mensen om het leven kwamen, waaronder 372 kinderen onder de 5 jaar.2
Kinderen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor de daden van hun ouders.
Het is schrijnend dat veelal jonge kinderen door de keuzes van hun ouders aan deze
omstandigheden worden blootgesteld.
Nederland ondersteunt humanitaire organisaties die ook actief zijn in Noordoost-Syrië.
Deze organisaties leveren humanitaire hulp in de verschillende opvangkampen. Helaas
wordt de toegang tot de kampen regelmatig belemmerd en is de hoeveelheid hulp niet
toereikend.
De RvdK bereidt zich voor op de eventuele terugkeer van kinderen. Om een plan van
aanpak op de stellen moet de RvdK over voldoende informatie beschikken over het kind
in kwestie. In 113 gevallen heeft de RvdK een plan opgesteld. In deze plannen wordt
per kind gekeken wie er na terugkeer voor het kind gaat zorgen en welke hulp moet
worden geregeld voor het kind. Voor de andere kinderen is er op dit moment onvoldoende
informatie beschikbaar om een plan op te stellen.
Ontsnappingen uit de detentiekampen
Zoals aangeven aan uw Kamer is de situatie in de regio volatiel en heeft dit eerder
tot ontsnappingen uit de detentiekampen geleid.3Er is steeds rekening gehouden met het scenario dat uitreizigers weten te ontsnappen
uit de detentiekampen in Noordoost-Syrië en dit blijft vooralsnog een realistisch
scenario. Zoals u weet, wordt terughoudend omgegaan met het doen van mededelingen
over individuele zaken. Over eventuele ontsnappingen wordt uw Kamer via de geëigende
kanalen geïnformeerd.
De uitgangspunten van het beleid ten aanzien van uitreizigers en hun kinderen die
op dit moment in Syrië verblijven zijn bij uw Kamer bekend. Het kabinet stuurt geen
mensen naar onveilig gebied en het kabinet betrekt bij de beoordeling de veiligheidssituatie
in de regio, de internationale betrekkingen en de veiligheid van de betrokkenen. Het
belang van de nationale veiligheid en – in het verlengde daarvan – de veiligheid van
andere Schengenlanden wordt altijd meegewogen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus