29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2018

Een democratische samenleving veronderstelt de mogelijkheid van een vrij maatschappelijk debat. Een debat waarin een ieder zijn of haar gedachtes kan verwoorden binnen de grenzen van de wet. Debatcentra spelen een belangrijke rol om de vrijheid van meningsuiting mogelijk te maken. In relatie tot de uitvoering van de motie (Kamerstuk 29 754, nr. 444) van het lid Buitenweg (Groenlinks) ben ik in gesprek met debatcentra over de vraag in hoeverre het vrije publieke debat wordt gehinderd door de toenemende noodzaak om in beveiliging van bijeenkomsten te voorzien. In deze brief meld ik uw Kamer de voortgang.

In de afgelopen periode heb ik enkele gesprekken gevoerd met (vertegenwoordigers van) debatcentra. Onder andere een verkennend gesprek met een bestuurslid van de Vereniging van Nederlandse Debatcentra (VND). Bij deze vereniging zijn 15 debatcentra aangesloten, verspreid over Nederland. Uit dit verkennende gesprek blijkt dat (toenemende) beveiligingskosten de afgelopen jaren geen onderwerp van gesprek is geweest binnen de vereniging. In december 2018 spreekt de NCTV uitgebreider met de leden van de VND om te horen of het publieke debat gehinderd wordt door toenemende noodzaak om in beveiliging van bijeenkomsten te voorzien. Er zijn eveneens bilaterale contacten tussen de overheid en debatcentra die niet aangesloten zijn bij de VND.

Ik heb met verschillende gemeentes contact gezocht waarin debatcentra gehuisvest zijn. Dit gezien de lokale verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid en de directe subsidierelatie van gemeentes met debatcentra. De benaderde gemeentes zijn Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Enschede, Groningen en Maastricht. Uit deze navraag bij gemeentes is een enkel signaal gekomen waaruit blijkt dat beveiliging een onderwerp van gesprek is. Hier ga ik verder over in gesprek. De gemeentes geven aan goed contact te hebben met de verschillende debatcentra en er vindt indien nodig overleg plaats over in relatie tot veiligheid gevoelige bijeenkomsten.

Het komt voor dat debatcentra kosten moeten maken voor beveiliging om bepaalde publieke debatten te kunnen organiseren. Dit is in lijn met het uitgangspunt van het Stelsel Bewaken en Beveiligen dat een instelling primair zelf verantwoordelijk is voor hun eigen veiligheid. Er wordt in het huidige tijdsgewricht (financieel) meer gevraagd van organisaties ten aanzien van het treffen van veiligheidsmaatregelen dan wellicht een aantal jaren geleden het geval was. Dit geldt onder meer voor religieuze instellingen, poppodia en ook voor debatcentra.

De lokale driehoek kan in het kader van openbare orde en veiligheid indien nodig aanvullende beveiligingsmaatregelen treffen om de veiligheid van individuele sprekers of bepaalde evenementen of bijeenkomsten te waarborgen. Indien nodig is ook de NCTV betrokken. Bijvoorbeeld als een evenement of bijeenkomst een bredere nationale uitstraling heeft of als de persoon die komt spreken tot het rijksdomein behoort. De NCTV heeft dan een adviserende rol.

De bescherming van de vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Wanneer er uit het gesprek met de VND in december of vanuit andere debatcentra toch zorgen blijken over de beveiliging in relatie tot het vrije publieke debat dan draag ik zorg voor een adequate reactie. Gezien het huidige tijdsgewricht blijft structureel contact tussen de overheid en debatcentra onverminderd van belang om signalen tijdig te kunnen opvangen. Een vrij maatschappelijk debat moet gevoerd kunnen worden en indien nodig beschermd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven